Home Lexicon Liberalisme

Liberalisme – betekenis

Het liberalisme is een politiek-filosofische stroming die de vrijheid van het individu vooropstelt. De term komt van het Latijnse woord liber, dat ‘vrij’ betekent. Belangrijke waarden binnen het liberalisme zijn vrijheid, gelijkheid, de vrije markt, privé-eigendom, tolerantie en de scheiding van kerk en staat.

Wat is liberalisme?

De Engelse filosoof John Locke (1632-1704) wordt beschouwd als de grondlegger van het liberalisme. In zijn werk Two treatises of government (Twee verhandelingen over het staatsbestuur, 1689) schrijft Locke dat mensen voor het ontstaan van een georganiseerde maatschappij, in de zogeheten natuurtoestand, vrij en gelijk waren. Hoewel sommige vrijheden in ruil voor orde en veiligheid worden opgegeven in een sociaal contract, zijn bepaalde vrijheden en rechten volgens Locke onvervreemdbaar en kunnen niet worden opgegeven. Volgens Locke moet elke regering het recht op vrijheid, zelfbehoud, leven, en eigendom van haar burgers beschermen. Doet een staat dit niet, dan mag het volk in opstand komen.

Vrijheid en rechtvaardigheid

De vrijheden van het liberalisme gelden eerst niet voor vrouwen, armen en tot slaaf gemaakten. Liberalen als John Stuart Mill (1806-1873) pleiten ook voor gelijkheid voor vrouwen en de afschaffing van de slavernij. In de loop van tijd verschuift de focus van het liberalisme naar een meer gelijke en rechtvaardige verdeling van vrijheid binnen de maatschappij, een ontwikkeling waarin de Amerikaanse filosoof John Rawls (1921-2002) een leidende figuur is.

Even tussendoor …

Meer lezen over politieke filosofie? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

Ontvang wekelijks de beste artikelen van Filosofie Magazine en af en toe een aanbieding.

Kritiek op liberalisme

Ziet het liberalisme in zijn focus op het individu niet het belang van de gemeenschap over het hoofd? Communitaristische denkers als Alasdair MacIntyre (1929-2025) en Charles Taylor (1931) uiten kritiek op de individualisering van het liberalisme. Zij zien de gemeenschap als essentieel voor een rechtvaardige maatschappij en de ontwikkeling van het individu.

En zijn alle mensen werkelijk vrij en gelijk binnen een liberaal systeem? Critici binnen en buiten het liberalisme zetten daar hun vraagtekens bij. Zoals de Amerikaanse filosoof Martha Nussbaum (1947), die ziet dat vrouwen, gehandicapten, armen en dieren vaak nog worden uitgesloten.

Liberale filosofen

Argentinië

Carlos Santiago Nino (1943–1993)

België

Canada

Will Kymlicka (1962)

Duitsland

Ralph Dahrendorf (1929-2009)

Frankrijk

Charles de Montesquieu (1689-1755)
Nicolas de Condorcet (1743-1794)
Olympe de Gouges (1748-1793)
Benjamin Constant (1767–1830)
Alexis de Tocqueville (1805-1859)
Raymond Aron (1905–1983)

Groot Brittannië

John Locke (1632-1704)
Adam Smith (1723-1790)
Thomas Paine (1737-1809)
Jeremy Bentham (1748-1832)
Mary Wollstonecraft (1759-1797)
John Stuart Mill (1806-1873)
Thomas Hill Green (1836-1882)
Bertrand Russell (1872-1970)
Isaiah Berlin (1909-1997)
Bryan Magee (1930-2019)

India

Amartya Sen (1933)

Italië

Benedetto Croce (1866-1952)

Israël

Joseph Raz (1939–2022)

Nederland

Oostenrijk

Ludwig von Mises (1881-1973)
Friedrich Hayek (1899-1992)
Karl Popper (1902-1994)

Polen

Leszek Kolakowski (1927-2009)

Spanje

José Ortega y Gasset (1883-1955)

Verenigde Staten

Thomas Jefferson (1743-1826)
Ralph Waldo Emerson (1803-1882)
Henry David Thoreau (1817-1862)
John Dewey (1859-1952)
Ayn Rand (1905-1982)
John Rawls (1921-2002)
Judith Shklar (1928-1992)
Richard Rorty (1931-2007)
Ronald Dworkin (1931-2013)
Robert Nozick (1938-2002)
Martha Nussbaum (1947)
Francis Fukuyama (1952)

Loginmenu afsluiten