Scheiding tussen kerk en staat
John Locke (1632-1704)
De staat mag zich in beginsel niet bemoeien met de kerk en omgekeerd.
Wat is het idee?
Locke formuleert een richtsnoer voor de multireligieuze samenleving. De staat mag zich in beginsel niet bemoeien met de kerk en omgekeerd.
Wat doet het?
Door afstand te houden kan de overheid optreden als onpartijdige scheidsrechter bij religieuze conflicten.
Als iemand wordt voorgetrokken, leidt dat vroeg of laat tot scheve gezichten. Zulke privileges zijn een potentiële bron van conflicten, zeker als er religie in het spel is. Daarom vond de Engelse filosoof John Locke de instelling van een staatsgodsdienst een slecht idee. Voor de maatschappelijke vrede achtte hij het beter als kerk en staat gescheiden waren, een raadgeving die actueler wordt naarmate de samenleving multireligieuzer wordt.
Even tussendoor… Meer lezen over de beste ideeën uit de geschiedenis van de filosofie? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
Zijn filosofie
De argumentatie van Locke loopt langs drie lijnen. Hij acht de overheid geen goede scherprechter als er claims van verschillende gezindten tegenover elkaar staan. Ze moet niet op de stoel van de theoloog gaan zitten. Daarnaast is een waarachtige staatsgodsdienst een farce. De overheid kan dissidenten dreigen met geweld, maar een oprechte bekering zal ze nooit bewerkstelligen. Ten slotte geeft hij toe dat religieuze diversiteit tot frictie kan leiden. Alleen zorgt het afdwingen van conformisme langs staatswege voor nog grotere onrust. Alles bij elkaar genomen dient de staat zich afzijdig te houden van de kerk zolang deze binnen de grenzen van de wet blijft, net zoals de kerk op afstand moet blijven van de politiek.
Historische achtergrond
Locke deed zijn aanbeveling in Brief over tolerantie (1689). Dit werk verscheen tegen de achtergrond van de godsdienstoorlogen die tot diep in de zeventiende eeuw in Europa hadden gewoed. Destijds bemoeiden machthebbers zich actief met religieuze aangelegenheden, wat veelal neerkwam op een voorkeursbehandeling van de ene godsdienst ten opzichte van de ander. Bijna een eeuw later zou Locke de Amerikaanse ‘Founding Fathers’ inspireren om de scheiding tussen kerk en staat te waarborgen in de Grondwet.
Het probleem
Uitgangspunt voor Locke was een situatie waarin grofweg twee godsdiensten tegenover elkaar stonden: katholicisme versus protestantisme. De religieuze variëteit is sindsdien enorm toegenomen. Amsterdam telt tegenwoordig bijna 190 nationaliteiten. Hieronder bevinden zich onder meer christenen, moslims, joden, hindoes, atheïsten. Die veelheid aan wereldbeschouwingen maakt de vraag naar de juiste opstelling van de overheid misschien wel urgenter dan ooit.
De oplossing
Hoewel de scheiding van kerk en staat sinds Locke veel vanzelfsprekender is geworden, blijft de wand ertussen poreus. Dat bleek toen recent Hongarije een wet aannam die de ene godsdienst (christendom) wel erkent en andere godsdiensten niet (islam, het hindoeïsme en het boeddhisme). Prompt volgde een instemmende tweet van Geert Wilders. Door de argumentatie van Locke gaat in zo’n geval de alarmbellen af. Hij brengt in herinnering dat religies erkennen überhaupt niet tot het takenpakket van de staat hoort.