Home Filosofen Adam Smith
Adam Smith filosoof

Adam Smith

5 juni 1723 - 17 juli 1790
Ágnes Heller filosoof
Volgende

Ágnes Heller

Quote

“De echte tragedie van de armen is de armoede van hun aspiraties”

Adam Smith (1723-1790) is één van de belangrijkste figuren uit de zogeheten ‘Schotse Verlichting’ waartoe ook zijn vriend en geestverwant David Hume behoort. Smith wordt wel de ‘vader van de moderne economie’ genoemd, vanwege zijn magnum opus An Inquiry into the Nature and Causes of the Wealth of Nations (1776), maar met zijn andere klassieker The Theory of Moral Sentiments (1759) profileert hij zich ook als moraalfilosoof.

In dat laatste boek beschrijft hij ‘wederzijdse sympathie’ als het fundament van morele opvattingen. Hij verwerpt daarmee de in die tijd gangbare opvatting dat onze morele opvattingen zouden steunen op een speciaal ‘moreel zintuig’, dat goed en kwaad zou kunnen onderscheiden. Mensen delen daarentegen een ‘sympathie’, het vermogen om ons in te leven in de gevoelens van anderen – wat we tegenwoordig zouden omschrijven met empathie.

Even tussendoor… Meer lezen over Adam Smith en andere grote denkers? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Deze empirische benadering, wars van theorieën over goed en kwaad maar kijken wat er gebeurt in de praktijk, zien we ook terug in zijn vaak geciteerde Wealth of nations. Deze studie naar de werking van economie, is vooral bekend vanwege het concept ‘the invisible hand. Smith bedoelt daarmee dat handelen uit welbegrepen eigenbelang onbedoeld ook het algemene belang ten goede komt. De slager, brouwer of bakker handelen uit puur eigenbelang: ze willen zo veel als mogelijk verdienen aan hun producten. Maar juist daarom hebben wij vlees, bier of brood met een zo goed als mogelijke verhouding tussen prijs en kwaliteit. Als een producent immers  slechte kwaliteit levert, of zijn product te duur maakt, lopen wij naar de concurrent.

Smith’s visie is revolutionair, want breekt met het christelijke idee van deugdzaamheid. Toch betekent dat niet dat Smith puur egoïsme verdedigt. Smith staat wantrouwend tegenover zakenmannen, en waarschuwt voor monopolies, ofwel ‘samenzwering tegen het publiek om prijzen hoog te houden’. Eerder beschrijft hij de voorwaarden voor een economie om een natuurlijk equilibrium te bereiken – een systeem waarin verschillende elementen, zoals vraag en aanbod, zo veel als mogelijk in evenwicht zijn.