Francis Fukuyama
Friedrich Nietzsche
Georg Wilhelm Friedrich Hegel
Quote
“God is dood! God blijft dood! En wij hebben hem gedood!”
Friedrich Wilhelm Nietzsche is een negentiende-eeuwse Duitse classicus, dichter en filosoof. Nietzsche staat bekend om zijn kritiek op de christelijke moraal en zijn analyse van het nihilisme. Volgens de Duitse filosoof heeft de westerse mens te lang zijn heil gezocht in een verlossing buiten deze wereld, en moet deze het leven weer omarmen om het leven zelf.
Friedrich Nietzsche, nihilist
‘God is dood! God blijft dood! En wij hebben hem vermoord!’ roept de krankzinnige man op het marktplein in Nietzsches aforismenbundel De vrolijke wetenschap. Nietzsche ziet al van ver aankomen dat steeds minder mensen in God geloven. Maar daarbij dreigt wel een gevaar, waarschuwt hij: de Europese moraal is gefundeerd op het idee van een God. Wat gebeurt er als we deze laten vallen? Waar kunnen we ons wereldbeeld, onze waarheid, dan nog op funderen?
Nietzsche waarschuwt veelvuldig voor het nihilisme: er is niets meer dat ons leven zin of betekenis kan geven. Dat is niet alleen slecht nieuws, want het geeft ons ook een kans zelf een nieuwe moraal op te stellen. Het is tijd voor een een ‘herwaardering van alle waarden’, vindt Friedrich Nietzsche.
Arthur Schopenhauer
Friedrich Nietzsche heeft zowel een afkeer van als een bewondering voor het christendom, een religie die hij goed kent – zijn vader was dominee. Die stierf toen de jonge Friedrich nog geen vijf jaar oud was. Nietzsche studeert aanvankelijk ook theologie, maar stapt al snel over op de klassieke filologie, de studie van de klassieke talen. Tijdens die opleiding vindt hij in een antiquariaat het werk van de pessimistische filosoof Arthur Schopenhauer. Friedrich Nietzsche schrijft daarna dat Schopenhauer hem ‘de schellen van het optimisme’ van de ogen laat vallen: er is geen God of een inherente zin van het leven, alleen de alles doordringende wil tot leven. Deze gedachten blijken van grote invloed op het denken van de filosoof Nietzsche.
De geboorte van de tragedie
Nietzsche verliest met de ontdekking van Schopenhauer zijn hart aan de filosofie. Toch zet hij door als filoloog, en met succes, want in 1869 wordt hij op 24-jarige leeftijd aangesteld als hoogleraar aan de Universiteit van Bazel. Ondertussen is hij bevriend geraakt met componist Richard Wagner. Nietzsche schrijft, geïnspireerd door Wagner, in 1872 zijn eerste boek: De geboorte van de tragedie. Daarin stelt hij dat de westerse mens sinds de Griekse oudheid het tragische wereldbeeld is verloren, de kunst om het menselijke lijden te omarmen.
De tragedie bestond namelijk uit een zeldzaam evenwicht tussen twee levenskrachten: het apollinische en het dionysische. Het apollinische is de kracht van de ratio, de orde en de regelmaat; het dionysische is de creatieve kracht van de wanorde, de roes en het geweld. Sinds de Griekse filosoof Socrates zou de balans in de Europese cultuur zijn doorgeslagen naar het apollinische, met als gevolg een cultuur die het leven ontkent. De remedie: een herwaardering van de dionysische levenskrachten.
Als Wagner een paar jaar later toenadering zoekt tot het christendom en het Duitse nationalisme, raakt Nietzsche in hem teleurgesteld en verbreekt in 1876 de band. Vanaf dan is er sprake van een vijandige relatie tussen Richard Wagner en Friedrich Nietzsche.
De vrolijke wetenschap
Nietzsche vindt dat de apollinische krachten helemaal de weg kwijtraken bij Socrates’ leerling Plato, die met zijn ideeënleer de hoogste waarden van het leven buiten onze wereld plaatst. Het christendom doet daar in de eeuwen daarna nog een schepje bovenop, door het zwaartepunt van het leven in de hemel te plaatsen. Nee, zegt de filosoof Nietzsche, we moeten weer ja zeggen tegen het leven om het leven zelf.
In De vrolijke wetenschap (1882) introduceert Nietzsche zijn begrip amor fati, de liefde voor het lot. Dat hangt samen met de ‘eeuwige wederkeer’ of ‘eeuwige terugkeer van hetzelfde’: kun je je leven ook omarmen als je het tot in het oneindige opnieuw moet leven? In een beroemd aforisme vraagt Nietzsche je een demon voor te stellen die je met deze eeuwige terugkeer van het zelfde confronteert: ‘hoeveel zou je van jezelf en het leven moeten houden om naar niets méér te verlangen dan naar deze definitieve, eeuwige bevestiging en bezegeling?’
Lou Salomé
Nietzsche ontmoet tijdens een bezoek aan Rome in 1882 de jonge Russische intellectueel Lou Salomé. Nietzsche herkent in haar al snel een geestverwant ziet en wordt verliefd. Net als hij is Salomé van mening dat het leven omarmd moet worden, inclusief pijn en lijden. Samen met hun gemeenschappelijke vriend Paul Rée trekken Salomé en Nietzsche vervolgens door Europa, ondertussen plannen makend voor de stichting van een intellectuele commune. Nietzsche doet Salomé verschillende huwelijksaanzoeken, maar zij weigert keer op keer. Op een gegeven moment vertrekken Salomé en Rée om samen te gaan wonen, en laten Nietzsche alleen achter. Hij voelt zich diep gekrenkt en laat zich vanaf dan laatdunkend uit over het vrouwelijke geslacht.
Salomé, die later ook relaties aan zou gaan met dichter Rainer Maria Rilke en psychoanalyticus Sigmund Freud, schrijft jaren later een van de eerste biografieën over Nietzsche, waarin ze stelt dat Nietzsches filosofie niet los te denken is van zijn leven.
Zo sprak Zarathoestra
Na de breuk met Lou Salomé breekt voor Nietzsche een moeilijke, maar vruchtbare tijd aan: een slechte gezondheid, eenzaamheid en afwijzing culmineren in het raadselachtige werk Zo sprak Zarathoestra (Also sprach Zarathustra). Nietzsche schrijft daarin dat de mens moet trachten zichzelf te overwinnen.
Het boek verhaalt van de profeet Zarathoestra die uit de bergen neerdaalt om een nieuwe moraal onder de mensen te verkondigen. De mens moet zijn heil niet zoeken in het hiernamaals, maar in het hier en nu durven leven, zegt Zarathoestra. God is immers dood en dat betekent dat ook de christelijke waarden krachteloos zijn geworden. Moed is nodig om in de ‘afgrond’ van het goddeloze leven te kijken, schrijft Friedrich Nietzsche.
Übermensch
Friedrich Nietzsche bedenkt zelfs een naam voor de dappere mens die het leven volledig kan omarmen en zelf nieuwe waarden kan creëren: de Übermensch. Deze Übermensch zoekt de zin van het leven niet in een hiernamaals, of in een platoonse ideeënwereld, maar in het leven zelf. De Übermensch is dus geen superieur mensenras, zoals het soms wordt begrepen, maar de mens die geen illusies creëert om het bestaan te verzachten. Alleen de Übermensch kan de eeuwige wederkeer volledig omarmen, een ideaal dat volgens Nietzsche nog niet bereikt is. ‘De mens is een koord, geknoopt tussen dier en Übermensch,’ schrijft Friedrich Nietzsche.
Voorbij goed en kwaad
Nietzsche begint vervolgens zijn aanval op wat hij de ‘slavenmoraal’ noemt in Voorbij goed en kwaad(1885). Volgens Nietzsche is de christelijke moraal een uitvinding van slaven, die al wat sterk en machtig is – de heren – het etiket ‘kwaad’ hebben gegeven om zich zo van hun voortbestaan te verzekeren. Bij de oorspronkelijke ‘herenmoraal’ zou ‘goed’ nog verwijzen naar ‘sterk’, ‘edel’ en ‘voornaam’, en ‘slecht’ naar ‘zwak’, ‘laag’, ‘vulgair’. Nietzsche meent dat de zwakke mens de betekenis hiervan weet om te draaien, als het christendom de zwakkeren als de ‘goeden’ aanwijst, en mensen die hun kracht gebruiken voor eigen gewin, als ‘kwaad’.
Over de heren- en slavenmoraal
Deze machtsovername van de zwakkeren is volgens Nietzsche een manifestatie van de ‘wil tot macht’, een kracht die het leven zou kenmerken: alles dat leeft wil zijn omgeving beheersen en weerstanden overwinnen. Dat maakt van het hele leven een machtsstrijd, en ook van de moraal een slagveld – de heersende moraal is niets meer dan een uitdrukking van de belangen van de heersende klasse, zegt Nietzsche.
Genealogie van de moraal
In De genealogie van de moraal (1887) gaat Nietzsche nog dieper in op de oorsprong van goed en kwaad en op morele concepten als geweten en schuld. Hij schrijft dat dat laatste niet voor niets etymologisch verwant is aan het economische begrip ‘schuld’: de eeuwenoude relatie tussen schuldenaar en schuldeiser zou hieraan ten grondslag liggen. Blijft een schuldenaar in gebreke, dan mocht de schuldeiser zich in vroeger tijden ter betaling fysiek botvieren op de schuldenaar, schrijft Nietzsche. Dit genot van geweld beschouwt hij als een diepmenselijke eigenschap. Het gevoel van verantwoordelijkheid dat met het doen van beloften gepaard gaat, noemen we volgens Nietzsche ‘geweten’.
Even tussendoor… Meer lezen over Nietzsche en andere grote denkers? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
In vroege beschavingen zouden mensen altijd een schuld hebben gehad aan hun voorouders. Die hebben immers het welbevinden van de huidige gemeenschap mogelijk gemaakt. En hoe meer het een beschaving vervolgens voor de wind gaat, hoe groter de schuld, en des te groter het aanzien van de voorouders, die op een gegeven moment zelfs een goddelijke status krijgen toegedicht. De algemene schuldgevoelens nemen echter navenant toe. Daar komt nog bij dat in een ontwikkelde gemeenschap mensen steeds minder de mogelijkheid krijgen om geweld uit te oefenen op anderen. Dat verlangen naar geweld keert zich op een noodlottig moment naar binnen, schrijft Nietzsche, en leidt tot het ‘slechte geweten’: de mens begint zichzelf pijn te doen door zichzelf te kwellen met gevoelens van schuld en medelijden.
Geestelijk verval
In 1889 stort Nietzsche op 44-jarige leeftijd geestelijk ineen nadat hij een paard mishandeld ziet worden. Hij zal niet meer bij zinnen komen. Elf jaar lang wordt hij verzorgd door zijn moeder en zijn zus Elisabeth, die ook de nalatenschap van zijn werk op zich neemt. Ondertussen neemt de populariteit van zijn werk toe. Nietzsche sterft in 1900, zijn zus Elisabeth begraaft hem naast zijn vader bij de kerk in zijn geboortedorp Röcken.
Friedrich Nietzsche quotes
- ‘Wat me niet ombrengt, maakt me sterker.’ Afgodenschemering
- ‘Er bestaan geen feiten, alleen interpretaties.’ Nagelaten fragmenten
- ‘De filosoof moet het kwade geweten van zijn tijd zijn.’ Oneigentijdse beschouwingen
- ‘Als je een deugd bezit, een werkelijke, volledige deugd – dan ben je haar slachtoffer!’ De vrolijke wetenschap
- ‘Je moet het leven een beetje brutaal en gevaarlijk opvatten: vooral omdat je het zowel in het ergste als in het gunstige geval altijd zult verliezen.’ Oneigentijdse beschouwingen
- ‘Wil je dit nog een keer en nog ontelbare keren?’ De vrolijke wetenschap
Geïnspireerd door Friedrich Nietzsche
Relevante berichten
Wie was Nietzsche?
Nietzsche was geen mens, maar dynamiet – dat vond hij althans zelf. Een portret van de Duitse filosoof door Jan Keij.
6 aforismen van Nietzsche die je gelezen moet hebben
Welke aforismen van Nietzsche moet iedereen gelezen hebben? Denker des Vaderlands Paul van Tongeren selecteerde er zes.
‘Volgens Nietzsche is de moraal een machtsstrijd’
Maarten van Buuren verzorgde de nieuwe vertaling van Voorbij goed en kwaad. ‘Nietzsches filosofie kun je niet losdenken van zijn leven.’
Alle goden zijn dood, leve de übermensch
Friedrich Nietzsche introduceerde het personage Zarathoestra, een mysterieuze profeet die het leven na de dood van god opnieuw zin kon geven.