Home Vrouwelijke denkers Het leven en werk van Hannah Arendt
Het kwaad Politiek Vrouwelijke denkers

Het leven en werk van Hannah Arendt

Hannah Arendt (1906-1975) probeerde de wereld al denkend te doorgronden. Een overzicht van haar leven en werk aan de hand van vier ideeën.

Door Maarten Meester op 24 februari 2023

Hannah Arendt leven en werk wol beeld Mikko Kuiper

Hannah Arendt (1906-1975) probeerde de wereld al denkend te doorgronden. Een overzicht van haar leven en werk aan de hand van vier ideeën.

FM3 2023 cover
03-2023 Filosofie magazine Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Het gevaar van totalitarisme

Hannah Arendt leven en werk

Het probleem was niet wat onze vijanden deden, maar wat onze vrienden deden.’ Met verbijstering ziet de jonge Duits-Joodse filosoof Hannah Arendt (1906-1975) hoe de opkomst van Hitler haar vaderland corrumpeert. Zo is haar leermeester en vroegere minnaar Martin Heidegger openlijk antisemiet. Arendt kan na de arrestatiegolf die volgt op de Rijksdagbrand van 1933 niet langer ‘gewoon toeschouwer’ zijn. Ze helpt vluchtelingen en zet zich in voor het zionisme. Al snel arresteert ‘een charmante vent’ van de Gestapo haar. Als ze na acht dagen vrijkomt vlucht ze, eerst naar Frankrijk en later naar de Verenigde Staten.

Al tijdens de Tweede Wereldoorlog begint Arendt aan The Origins of ­Totalitarianism (1951), in het Nederlands vertaald als Totalitarisme. Daarin gebruikt ze de fenomenologie, de filosofische methode die ze van onder anderen Heidegger heeft geleerd. Die vertrekt vanuit de verschijnselen, vanuit dat wat zich aan het bewustzijn voordoet. Ze past die methode toe op een terrein dat de fenomenologie heeft veronachtzaamd: de politiek. Arendt beschouwt het totalitarisme – het nazisme én het stalinisme – als een recent verschijnsel, dat voor een geheel nieuwe politieke ervaring zorgt. Anders dan een dictatuur of tirannie wil het totalitarisme totale controle. Het wil de menselijke natuur veranderen en mensen al hun individualiteit afnemen, tot ze ‘zijn opgegaan in één mens van enorme afmetingen’.

Arendt vindt de oorzaken van het totalitarisme in de moderne westerse samenleving. Het kapitalisme leidde tot een surplus aan kapitaal en arbeidskrachten. Afrika en Azië boden een bestemming voor dat overschot, maar het was riskant om dat zo ver van huis te investeren. Hierdoor ontstond het imperialisme: westerse natiestaten zetten wapens, bureaucratie en ideologie in om andere volken te overheersen en hun eigen belangen te beschermen. De daaruit voortvloeiende terreur en het bijbehorende racisme zijn vervolgens als een boemerang terug op het Westen geslagen.

Altijd weer een nieuw begin

Hannah Arendt leven en werk

In The Human Condition (1958), in het Nederlands verschenen als De menselijke conditie, zoekt Arendt naar een positief alternatief voor het totalitarisme. Dat doet ze door de drie activiteiten te onderzoeken die de menselijke conditie kenmerken.

Met arbeiden voorzien we in onze lichamelijke behoeften. Als animal laborans (arbeidend dier) blijven we binnen de sfeer van de noodzakelijkheid. Door bijvoorbeeld landbouw en veeteelt produceren we de verbruiksgoederen die we nodig hebben om in leven te blijven.

Met werken scheppen we de blijvende materiële wereld. Als homo faber (werkende mens) vervaardigen we gebruiksgoederen als ploegen en huizen. Die dienen een instrumenteel doel, ze hebben nut.

Even tussendoor… Meer lezen over Hannah Arendt en andere grote denkers? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Met handelen scheppen we de symbolische en publieke wereld. Die dient geen doel buiten zichzelf, is niet noodzakelijk en niet nuttig, en staat juist daarom in het teken van vrijheid. Volgens Arendt kunnen we die wereld verwerkelijken door onze nataliteit en de bijbehorende pluraliteit. Doordat ieder van ons als een uniek wezen ter wereld is gekomen, dragen we de mogelijkheid van een nieuw begin in ons. Die potentie vervullen we door in overleg met anderen de gemeenschappelijke wereld in te richten.

Helaas staat het handelen volgens Arendt al sinds Plato onder druk; hij stelde het contemplatieve boven het actieve leven. Het christendom heeft die hiërarchie overgenomen, waarbij de contemplatie zich op God en het hiernamaals richt. De technologische vooruitgang en het kapitalisme voeren de druk op handelen volgens Arendt nog verder op: ‘Een van de onmiskenbare rode signalen die ons waarschuwen dat wij misschien op weg zijn het ideaal van animal laborans tot werkelijkheid te maken, is dat onze gehele economie reeds tot op grote hoogte een economie van verspilling is geworden.’

De banaliteit van het kwaad

Hannah Arendt leven en werk

In 1960 ontvoeren drie agenten van de Israëlische veiligheidsdienst Otto Adolf Eichmann als hij uit de bus stapt in Buenos Aires. Enkele maanden later staat hij als eerste oorlogsmisdadiger terecht in Jeruzalem. De openbaar aanklager zet hem neer als een overtuigd antisemiet en een fanatieke nazi die een cruciale rol heeft gespeeld in de Jodenvervolging. Arendt daarentegen, die het proces verslaat, benadrukt juist ‘de onuitsprekelijke, hoofd en hart verbijsterende banaliteit van het kwaad’.

In lijn met wat ze in Totalitarisme en De menselijke conditie heeft geschreven meent ze dat de Holocaust niet te reduceren valt tot de kwade intenties van enkele verdorven individuen. Eichmann is daar een illustratie van; hij is ‘stinknormal’. De Jodenvervolging geeft ‘inzicht in de totaliteit van de morele instorting die de nazi’s in alle, en met name de hogere lagen van de maatschappij hebben teweeggebracht – niet alleen in Duitsland, maar in vrijwel alle landen die onder de Duitse invloedssfeer lagen; niet alleen onder de vervolgers, maar ook onder de vervolgden’. En, schrijft Arendt: ‘Voor een Jood is de rol van de Joodse leiders bij de vernietiging van hun eigen volk ongetwijfeld het zwartste hoofdstuk van dit diep tragische verhaal.’

De ophef is enorm als The New Yorker in 1963 haar verslag publiceert. Is ze niet te veel meegegaan in het beeld dat Eichmann van zichzelf heeft willen scheppen, namelijk dat van een bureaucraat die alleen maar bevelen opvolgde? Mist ze geen Herzenstakt, emotionele betrokkenheid bij haar eigen volk? Veel van haar Joodse vrienden keren zich van Arendt af. De commotie houdt zeker drie jaar aan en nog altijd is haar boek Eichmann in Jeruzalem (1963) controversieel.

Denken, willen en oordelen

Hannah Arendt leven en werk

Niet zozeer ‘stupidity’ als wel ‘thoughtlessness’ is wat Eichmann volgens Arendt kenmerkt. Bij de onderdrukking van zwarten in haar nieuwe thuisland de Verenigde Staten en in de Vietnam-oorlog speelt mogelijk hetzelfde. Vandaar dat ze begint aan een drieluik over denken, willen en oordelen. Maar op de dag dat ze de eerste pagina van deel 3 in haar typemachine invoert, sterft ze door een beroerte.

Haar vriendin Mary McCarthy redigeert The Life of the Mind (1977), ook op basis van Arendts lezingen en colleges. Denken, willen en oordelen moeten elkaar in evenwicht houden zoals de wetgevende, uitvoerende en controlerende macht in een goed functionerend politiek stelsel; geen van de drie mag de andere het zwijgen opleggen. Daarbij moet het ik zich volgens Arendt ook altijd in de specifieke situaties van anderen kunnen inleven.

Eichmann zag volgens Arendt alleen maar het algemene – hij beriep zich erop dat ‘de woorden van de Führer de kracht hebben van een wet’. Maar ‘als een lichtstraal in een dichte, ondoordringbare duisternis’ kwam haar tijdens zijn proces opeens een positief verhaal ter ore. Feldwebel (oftewel: onderofficier in het Duitse leger) Anton Schmid had Joodse partizanen niet alleen aan valse papieren geholpen, maar zelfs aan Wehrmacht-voertuigen. En: ‘Hij wilde er geen geld voor hebben.’ Hij had dit maandenlang gedaan, tot het uitkwam en hij werd geëxecuteerd. Schmid had dus ook het particuliere meegewogen, de individuele levens van de mensen die onder Hitlers wetten leden.

In de twee minuten die nodig waren om zijn verhaal te vertellen, schrijft Arendt, ‘tekende zich één enkele gedachte af – helder, onweerlegbaar, ontwijfelbaar: hoe volkomen anders alles zou zijn, in de rechtszaal, in Israël, in Duitsland, in Europa, misschien wel in alle landen van de wereld, wanneer er meer van zulke verhalen konden worden verteld’.

Het leven en werk van Hannah Arendt

1906 (14 oktober)
Geboren in de Duitse plaats Linden. Haar moeder heeft drie jaar muziek en Frans gestudeerd in Parijs. Haar vader, ingenieur en amateurgeleerde, heeft een grote bibliotheek. Beiden zijn socialist.

1910
Verhuist naar Königsberg, de geboorte- en woonplaats van de verlichtingsfilosoof Immanuel Kant, van wie Hannah de eerste boeken leest op haar zestiende. In Königsberg merkt ze voor het eerst dat ze Joods is, als andere kinderen antisemitische opmerkingen tegen haar maken.

1913
Hannahs vader sterft door syfilis.

1922
Van het gymnasium gestuurd, nadat ze een boycot heeft georganiseerd van een docent die haar heeft beledigd.

1924
Doet als extraneus eindexamen, een jaar eerder dan haar vroegere klasgenoten.

Begint met de studies filosofie en theologie. 

1925
Begint een liefdesrelatie met haar (gehuwde) docent Martin Heidegger.

Volgt college bij Edmund Husserl.

1929
Schrijft bij Karl Jaspers, met wie ze haar hele leven nauw bevriend zal blijven, haar proefschrift Het liefdesbegrip bij Augustinus.

Trouwt met de schrijver-filosoof Günther Anders.

1933
Helpt vluchtelingen en zet zich in voor het zionisme.

Wordt gearresteerd en vlucht naar Frankrijk.

1935-1938
Werkt bij een organisatie die Joodse kinderen naar Palestina helpt uitwijken.

1936
Wordt verliefd op de communist Heinrich Blücher. Hij heeft geen academische titel, maar wel veel kennis door zijn belezenheid en zijn politiek activisme. ‘Dankzij mijn man heb ik politiek leren denken en historisch inzicht gekregen,’ zegt ze later.

1937
Scheidt van Stern.

1940
Trouwt met Blücher.

Door de Fransen geïnterneerd na de Duitse inval.

1941
Ontsnapt, vindt Blücher bij toeval terug en vertrekt met hem (en met manuscripten van Benjamin) naar New York.

1944
Werkt voor de Organisatie voor Europese Joodse Culturele Wederopbouw.

1946
Helpt als redacteur onder meer mee met de uitgave van Franz Kafka’s verzameld werk.

1951
The Origins of Totalitarianism maakt haar een bekende publieke intellectueel.

Verwerft na achttien jaar stateloosheid Amerikaans staatsburgerschap. Nu heeft ze zelf eindelijk wat ze in The Origins heeft omschreven als ‘het recht om rechten te hebben’.

1958
Publiceert De menselijke conditie.

1963
Publiceert Eichmann in Jeruzalem.

Publiceert On Revolution.

Wordt hoogleraar aan de University of Chicago.

1968
Wordt hoogleraar aan de New School for Social Research.

1970
Bezoekt Heidegger voor het laatst.

1975 (4 december)
Overlijdt aan een beroerte.