Banaliteit van het kwaad – betekenis
Doodgewone mensen zijn in staat tot afschuwelijke daden. Tot die conclusie kwam de Duits-Amerikaanse filosoof Hannah Arendt toen ze het proces tegen nazi-kopstuk Adolf Eichmann volgde. Eichmann, een van de architecten van de Holocaust, bleek in werkelijkheid een saaie kantoorklerk. In haar verslag van het proces, Eichmann in Jeruzalem, munt Arendt daarom de term ‘banaliteit van het kwaad’. Ze krijgt overigens veel kritiek hierop: liet ze zich niet teveel meeslepen in het beeld dat Eichmann van zichzelf probeerde te scheppen, namelijk dat van een braaf bevelen opvolgende bureaucraat?
Meer lezen over filosofie? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
Relevante berichten


Banaliteit van het kwaad
Voor het kwaad zijn geen dieperliggende drijfveren als haat nodig. Gedachteloosheid volstaat, ontdekte Hannah Arendt.


Spoedcursus: het kwaad
Vier denkers over de vraag: waar komt het kwaad vandaan?


Het kwaad: banaal of demonisch?
Was nazi-beul Eichmann slechts een gehoorzame ambtenaar die bevelen opvolgde? Of was hij het radicale kwaad?


‘Eichmann was geen dom ambtenaartje dat bevelen uitvoerde’
Onze ideeën over het kwaad hebben een update nodig, vindt filosoof en jurist Klaas Rozemond. Dat laat hij zien aan de hand van het Eichmann-proces.