Denk bij Daniel Dennett niet aan het clichébeeld van de filosoof die in eenzaamheid in gedachten is verzonken. De Amerikaanse denker omringde zich voortdurend met mensen. Dat leidde er niet alleen toe dat hij onder zijn studenten vrienden voor het leven maakte, maar ook dat hij tot baanbrekende inzichten kwam. Voortdurend in gesprek met collega-filosofen en met wetenschappers uit andere disciplines ontwikkelde hij een eigen theorie over het bewustzijn. Daarbij maakte hij gebruik van de laatste ontwikkelingen op gebieden als de neurologie, de psychologie en de evolutietheorie. De filosofie van de geest zou ondanks enkele uitstapjes zijn hele carrière zijn grote liefde blijven.
In zijn eerste belangrijke publicatie, Content and consciousness (1969), ontwikkelde hij al ideeën over het bewustzijn. Dennett verwierf hiermee direct de reputatie van een radicale filosoof, die niet bang is om tegen het heilige huisje van de menselijke geest te schoppen. De menselijke geest is niets meer dan een grote rekenmachine, stelt hij in het boek. De geest doet aan informatieverwerking en dat komt uiteindelijk neer op een vorm van berekenen. Dat ontnuchterende inzicht is typerend voor het denken van Dennett, die de mens zag als een ‘vochtige robot’.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
De mens is wel ontworpen, maar zonder ontwerper
Met zijn boek Consciousnesss explained (1991) wist hij voor het eerst een groot publiek te bereiken. Er is niet één centrale plek waar bewuste ervaringen plaatsvinden, schrijft hij daarin. Nee, ons brein bestaat uit een ‘bundel van semi-onafhankelijke instanties’. Die bundels voeren meerdere berekeningen tegelijk uit en toch hebben wij de illusie van een eenduidig zelf. In dit boek leunt hij voor het eerst zwaar op de evolutietheorie van Darwin.
In de werken die Dennett erna schreef, ging hij door op deze evolutionaire lijn. Zo ook in zijn boek Darwin’s dangerous idea (1995), dat nog een groter publiekssucces was dan Consciousness explained. Dennetts hoofdargument was, zeker in die tijd, gedurfd en toch elegant en eenvoudig: natuurlijke selectie is niet alleen een theorie over de oorsprong van de soorten, maar een universele kracht die het bestaan van alles kan verklaren, dus ook van de hersenen. Het menselijk bewustzijn is geen mysterieus fenomeen, maar een product van evolutionaire processen.
Het ‘gevaarlijke idee van Darwin’ dat in het boek centraal staat, is dat er voor een ontwerp (een mens, een dier, een boom) geen ontwerper nodig is. De evolutietheorie vertrekt vanuit het blinde proces van natuurlijke selectie, dat niettemin krachtig genoeg is om alles wat er is te verklaren. Achter dat blinde proces gaan volgens Dennett ‘algoritmes’ schuil: sets van regels die voorspellen hoe op bepaalde gebeurtenissen wordt gereageerd. Onze hersenen zijn het gevolg van deze algoritmische evolutie en werken volgens Dennett zelf ook weer met algoritmes. Dat was een tamelijk controversiële uitspraak: veel van zijn eminente tijdgenoten beweerden juist dat de geest niet tot zulke processen gereduceerd kon worden.
Atheïstische ruiter
Daniel Clement Dennett werd op 28 maart 1942 geboren in Boston, Massachusetts. Hij was de zoon van Ruth Marjorie en Daniel Dennett Jr. en groeide op in een intellectueel milieu. Zijn moeder had Engels gestudeerd, zijn vader islamitische studies en was verbonden aan de universiteit. Toen Daniel nog jong was, verhuisde het gezin naar Beiroet (Libanon). Zijn vader werkte daar tijdens de Tweede Wereldoorlog bij het Office of Strategic Services als geheim contraspionageagent, terwijl hij zich voordeed als cultureel attaché van de Amerikaanse ambassade. Zijn moeder was er docent Engels.
In 1947 kwam zijn vader op mysterieuze wijze om bij een vliegtuigongeluk boven Ethiopië. De zus van Daniel, onderzoeksjournalist Charlotte Dennett, schreef er een boek over: The crash of flight 3804 (2020). Daarin plaatst ze haar vaders werk als geheim agent in het krachtenveld van het Midden-Oosten, waarin oliebelangen overheersen en een felle strijd gaande is tussen de inlichtingendiensten van supermachten, met moordpartijen en oorlogen die tot de dag van vandaag voortduren. De precieze oorzaak voor het vliegtuigongeluk heeft Charlotte niet kunnen achterhalen.
Ook als alles noodzakelijk is, heeft de mens een vrije wil
Na het overlijden van zijn vader keerde het gezin terug naar de Verenigde Staten. Na de middelbare school ging Dennett filosofie studeren aan Harvard. Hij kreeg college van Willard Van Orman Quine, een grootheid op het gebied van logica en taalfilosofie. Daarna promoveerde hij aan Oxford onder begeleiding van taalfilosoof Gilbert Ryle. Later werd Dennett hoogleraar filosofie en mededirecteur van het Centrum voor Cognitieve Studies, beide aan Tufts University in Massachusetts.
Hoewel Dennett een sociale filosoof was, bleef hij lang niet altijd aardig. Hij hield ervan mensen uit te dagen en vastgeroeste ideeën los te wrikken. Vooral religieuze mensen streek hij nogal eens tegen de haren in. In zijn boek Breaking the spell. Religion as a natural phenomenon uit 2006 bekijkt hij religie door de bril van de evolutionaire biologie en schrijft hij dat religie een natuurlijk fenomeen is dat wetenschappelijk bestudeerd kan worden. Zijn scherpe religiekritiek leverde Dennett een bijnaam op, samen met mede-criticasters Richard Dawkins, Sam Harris en Christopher Hitchens. Ze werden ‘de vier ruiters van het nieuwe atheïsme’ genoemd, vrij naar ‘de vier ruiters van de Apocalyps’ uit het Nieuwe Testament.
Dennett zag zijn religiekritiek vooral als een noodzakelijk intermezzo: ‘It’s a dirty job, but somebody’s gotta do it.’ Het hield hem af van de zaken die hem werkelijk boeiden: de filosofie van de geest, bewustzijn en kunstmatige intelligentie. In een interview in Filosofie Magazine uit 2018 noemde hij deze onderwerpen ‘mind candy’, snoepjes voor de geest waar hij niet vanaf kon blijven.
Zelf kiezen
Een van deze snoepjes was de vrije wil. Stel dat alles wat er hier op aarde gebeurt al vaststaat, en dat de ene gebeurtenis dus noodzakelijk voortkomt uit de andere. Is de vrije wil dan mogelijk? Je zou zeggen van niet. Want als alles gaat zoals het noodzakelijkerwijs moet gaan, dan heb je je alleen maar neer te leggen bij de loop der dingen. Maar volgens Dennett is dat niet zo. De opvatting dat alles verloopt volgens noodzakelijkheden wordt ook wel determinisme genoemd. Dennett dacht dat determinisme en vrije wil gewoon naast elkaar konden bestaan.
Dennett vatte de vrije wil op als de mogelijkheid om keuzes te maken zonder opgelegde druk. Als iemand een pistool op je slaap zet en je dwingt om een contract te tekenen, doe je dat niet uit vrije wil. Maar als jij tien euro op straat ziet liggen, dan kun je die uit vrije wil oprapen. Of het nu van tevoren al vaststond dat jij dat tientje zou oprapen of niet, volgens Dennett neem je deze beslissing hoe dan ook uit vrije wil. De vrije wil houdt namelijk in dat je autonoom beslissingen kunt nemen om goede redenen en dat is precies wat je doet als je besluit een tientje op te rapen. Met deze argumentatie leverde hij een zeer invloedrijke bijdrage aan het debat over de vrije wil.
In een van zijn laatste boeken, From bacteria to Bach and back (2017), keert Dennett nog eens terug naar het darwinistische denken over het bewustzijn. Hierin probeert hij te verklaren waarom het bewustzijn is ontstaan. Want volgens Dennett is dat strikt genomen helemaal niet nodig: een rekenmachine hoeft ook niet te weten wat rekenen is.
Neem de antilope. Die maakt gekke spongen als hij achternagezeten wordt door een roofdier. Daarmee laat de antilope zien dat hij erg fit is en dat zijn achtervolger beter kan proberen om een zwakker dier te pakken. Deze gekke sprongen werken dus goed, en je zou het intelligent gedrag kunnen noemen. Maar die antilope weet (hoogstwaarschijnlijk) niet precies waarom hij die maakt. Het is dus niet nodig om je eigen intelligente gedrag te begrijpen. Maar hoe kon het dan toch gebeuren dat wij mensen gedurende de evolutie bewustzijn hebben ontwikkeld?
Een rekenmachine hoeft zelf niet te weten wat rekenen is
De eerste evolutionaire stap in die richting wordt volgens Dennett begrijpelijk als je bedenkt dat organismen er baat bij kunnen hebben dat hun gedrag niet helemaal vastligt. Evolutie is vooral op het verleden gericht, op wat vroeger goed werkte. Maar dat gedrag moet zich nog maar bewijzen in de toekomst. En aangezien de toekomst onzeker is, levert het betere resultaten op als het ontwerp niet helemaal vastligt.
Het is dus voordelig voor organismen als zij gedragingen kunnen aanleren die nuttig zijn voor de specifieke omstandigheden van dat moment. En om die reden kan het ook handig zijn voor een organisme om zichzelf te monitoren. Daarin schuilt de cruciale stap naar begrip en bewustzijn. Begrip, concludeert Dennett, is dus niet iets dat losstaat van vaardigheden, maar is het resultaat van het ontwikkelen van steeds meer vaardigheden.
Denken over denken
Zijn ideeën over bewustzijn, vrije wil en kunstmatige intelligentie maken Dennett tot een van de meest besproken en meest bediscussieerde Amerikaanse filosofen. In Nederland kreeg hij bekendheid door zijn optreden in het spraakmakende televisieprogramma Een schitterend ongeluk, waarin zes vooraanstaande wetenschappers met elkaar in gesprek gingen onder leiding van Wim Kayzer.
Dennetts laatste boek verscheen in 2023 onder de titel I’ve been thinking. Daarin doet hij wat bewuste wezens bij uitstek kunnen: nadenken over het eigen denken. Hij beschrijft zijn filosofische reis, waaruit wederom blijkt hoe belangrijk zijn gesprekspartners voor hem zijn geweest. De interactie met al deze mensen, of hij het nu met ze eens was of niet, stelde hem in staat zijn ideeën te ontwikkelen. En zijn gesprekspartners waren niet de minste denkers. Hij ging naast met Quine en Ryle ook in gesprek met onder anderen Douglas Hofstadter, Richard Rorty, Thomas Nagel, John Searle, Susan Blackmore, Stephen Jay Gould en Richard Dawkins. Laatstgenoemde zei over de memoir van Dennett: ‘How unfair for one man to be blessed with such a torrent of stimulating thoughts.’