Home De dood Irvin Yalom: ‘Doodsangst hangt samen met gevoelens van spijt’
De dood

Irvin Yalom: ‘Doodsangst hangt samen met gevoelens van spijt’

Door Annette van der Elst op 22 oktober 2021

Irvin Yalom: ‘Doodsangst hangt samen met gevoelens van spijt’
Cover van 11-2021
11-2021 Filosofie magazine Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Bewustwording van je sterfelijkheid leidt tot een beter leven, zegt psychotherapeut en schrijver Irvin Yalom. Maar de rouw over de dood van zijn geliefde wordt er niet minder van.

Het gaat niet goed met me,’ begint psychiater en schrijver Irvin Yalom (90) onomwonden het Zoom-gesprek vanuit zijn werkkamer in Californië. ‘Ik mis Marilyn zo erg. Aan haar denken doet pijn. Alsof er een mes in mijn hart steekt. Vooral schrijven houdt me op de been.’

Hij is in diepe rouw na het overlijden van zijn geliefde Marilyn Yalom, bijna twee jaar geleden. ‘Rouw is de prijs die we betalen voor de liefde die we voor iemand voelen,’ zegt hij. Dat is ook het motto van Een kwestie van dood en leven, het boek dat het echtpaar samen schreef over haar ziekte, de hoop en wanhoop gedurende de behandeling en – in de laatste hoofdstukken – haar dood en zijn grote verdriet. ‘Ik wist wat me te wachten stond. Ik heb als psychotherapeut rouwende patiënten bijgestaan en mensen met terminale kanker. De pijn is bijna ondraaglijk.’

De rode draad in Yaloms lange carrière als gerenommeerd psychotherapeut en schrijver is onze omgang met de – onvermijdelijke – dood. De menselijke worsteling daarmee ligt aan de basis van zijn therapeutische benadering, de existentiële psychotherapie. En daar komt ook de filosofie om de hoek kijken: Yalom put uit het werk van de stoïcijnen en de existentialisten.

Iemand die worstelt met het bestaan of lijdt aan een verslaving, fobie of depressie ziet hij niet als ziek, maar als iemand die zoekt naar de zin van zijn leven en naar een omgang met sterfelijkheid, eenzaamheid en vrijheid. Die zoektocht hangt samen met fundamentele vragen over ons mens-zijn, waarmee iedereen vroeg of laat wordt geconfronteerd.

U hebt het denken van heel wat filosofen geïntegreerd in uw therapeutische aanpak. Waarom?
‘In de jaren zestig begon ik groepstherapieën te leiden voor mensen met kanker. Er was veel vertwijfeling en wanhoop. Maar tegelijkertijd zag ik ook – en dat trof me – dat mensen meer waarde gingen hechten aan het leven, meer plezier hadden en ingrijpende keuzes maakten die ze eerder niet aandurfden. Sommigen besloten te scheiden, anderen begonnen een nieuwe carrière. Hoe kan het dat bewustwording van eindigheid en sterfelijkheid niet leidt tot depressie, maar juist tot een beter leven, vroeg ik me af. Tijdens mijn opleiding tot arts en psychiater had ik weinig over filosofie meegekregen, en ik besloot me te verdiepen in het werk van grote denkers.

Ik begon de oude Grieken te lezen, de stoïcijnen, Nietzsche, Schopenhauer, Spinoza enzovoort. Ik besefte dat ze veel te bieden hebben, omdat ze schrijven over de dood en over hoe we zelf zin en betekenis moeten geven aan het leven.’

Eigen antwoorden

Yalom ging eveneens Plato lezen en verdiepte zich in de figuur Socrates. Aan hem kan iedere psychotherapeut een voorbeeld nemen, vindt hij. ‘Het beste dat een leraar volgens Socrates kan doen, is vragen stellen waarmee een leerling zijn eigen wijsheid naar boven kan halen. Dat is ook wat goede therapeuten doen. In mijn praktijk vragen mensen regelmatig of het leven wel zin heeft “als toch alles gedoemd is om te verdwijnen”. Eindigheid en betekenisloosheid vallen in hun ogen dan samen. In zo’n geval pas ik Socrates’ methode toe.

Zo vroeg ik eens aan een patiënt die hiermee zat hoe dit idee in haar hoofd was gekomen. Ze herinnerde zich dat toen op haar negende haar hond stierf, ze dacht: als we toch allemaal doodgaan, heeft niets zin. Ik vroeg haar wat ze tegen haar eigen dochtertje zou zeggen als die deze opmerking zou maken. “Dan vertel ik haar over wat het leven prettig maakt,” antwoordde ze. “Over de natuur en over hoe fijn het is om met familie of vrienden samen te zijn, en om liefde te geven.” Op die manier liet ik haar zelf de zin van haar leven formuleren; ik zei enkel dat ze nu nog haar eigen moeder moest worden. Een therapeut hoeft geen antwoorden te geven, maar moet een manier vinden om anderen te helpen hun eigen antwoorden te bedenken.’

Doodsangst is een mogelijke bron van psychisch lijden, stelt u. Hoe helpt u mensen daarmee om te gaan?
‘Spinoza schreef dat in ieder van ons de wens leeft om onsterfelijk te zijn. Dat ons leven eindig is, gaan we vaak uit de weg. En juist die ontkenning kan tot problemen leiden als we met de dood worden geconfronteerd, wanneer iemand overlijdt of wanneer je ineens beseft dat je ouder wordt. Wat voel je bij dit soort ervaringen? En wat doe je ermee? Er zijn allerlei manieren om het besef van sterfelijkheid weg te drukken, zoals intensief sporten of werken, of naar de plastisch chirurg gaan. Ik dring erop aan je niet te laten afleiden, maar juist je voordeel te doen met dit besef; het laat je voller en authentieker leven.’

De angst voor de dood hangt volgens u samen met hoeveel spijt iemand heeft.
‘Ja, dat zie ik bij veel patiënten. Hoe meer spijt, hoe angstiger. Spijt heeft een slechte naam, terwijl dat gevoel je er ook toe kan aanzetten om dingen te ondernemen waarmee je kunt voorkomen dat je nog meer spijt krijgt. Ik geef mijn patiënten vaak de opdracht om een paar jaar vooruit te kijken en te bedenken welke nieuwe redenen voor spijt ze in die periode kunnen opbouwen. Vervolgens stel ik de vraag hoe ze kunnen leven zonder nieuwe gevoelens van spijt op te bouwen. Wat moet er dan in je leven veranderen? Om in enige mate je doodsangst te overwinnen, is het van belang om je met je ontevredenheid over het leven in te laten. Marilyn stierf zonder spijt. De dood van een 87-jarige vrouw die geen spijt heeft over haar leven is geen tragedie, zei ze.’

Een dood zonder spijt is mooi. Maar is het daarvoor soms niet al te laat?
‘Nee, het is nooit te laat,’ zegt Yalom krachtig. ‘Je kunt je bijvoorbeeld nog met mensen verzoenen. Of je kunt besluiten een voorbeeld te zijn voor anderen. Een deelnemer met terminale kanker opende de ogen van de rest van de therapiegroep toen hij zei: “Ik ben tot de slotsom gekomen dat ik wel degelijk nog iets te bieden heb. Ik kan laten zien hoe je moet sterven. Ik kan als voorbeeld dienen voor mijn kinderen en vrienden door de dood moedig en waardig tegemoet te treden.” We kunnen altijd proberen om betekenis te hebben voor anderen, ook op onze laatste momenten.’

Verzachten

Yalom verwijst hierbij naar het Nederlandse middeleeuwse theater-stuk Elckerlijc, waarin de gelijknamige hoofdpersoon door God op een pelgrimsreis gestuurd wordt “waaraan geen mens zich kan onttrekken” — oftewel: hij moet sterven. Elckerlijc vraagt zich af wie hem op deze reis kan vergezellen. De metaforische figuren Bezit, Schoonheid, Kracht en Kennis weigeren. Alleen de Deugd blijft over. Yalom: ‘Dat is de christelijke moraal van dit stuk. Een meer wereldlijke interpretatie zou zijn dat we in de dood niets kunnen meenemen dat we hebben gekregen, maar wel wat we hebben gegeven. De goede invloed die we op anderen hebben uitgeoefend blijft voortbestaan, en kan de pijn en de eenzaamheid van onze dood verzachten – voor onszelf én voor degenen die om ons rouwen.’

In uw werk benoemt u meerdere malen uw eigen angst voor de dood. Hoe staat u daar nu tegenover?
‘Ik heb in mijn leven vaak momenten van doodsangst ervaren. Ik was altijd al angstig, anders dan Marilyn, die niet noemenswaardig door angsten werd gekweld. Mijn angstige aard gaat niet weg; die hangt samen met bepaalde ervaringen van onveiligheid in mijn kindertijd. Een onderzoek naar Adverse Childhood Experiences (ACE) toont dat mensen die als kind veel momenten van onveiligheid hebben ervaren, als volwassene meer fysieke en mentale problemen ervaren, zeker na ingrijpende gebeurtenissen. Ik praat daar nu over met een psychotherapeut.

Tegelijkertijd maak ik me over mijn eigen dood niet meer druk. Daar ben ik overheen. Van Marilyn gescheiden zijn, dat is mijn probleem. Ik kan het niet opbrengen om naar haar graf te gaan, en haar foto’s heb ik van de muur gehaald. Ik kan haar dood niet aan. Met mijn dochter wandel ik dagelijks naar het park, naar een aan Marilyn opgedragen bankje. Daar zie ik naar uit. Even met Marilyn praten, denk ik dan. Ik wil niets liever dan naar haar toe, ons in de dood verenigen. Het klinkt onzinnig, dat weet ik. Ik ben ervan overtuigd dat er na de dood niets is, en toch verlang ik naar het idee dat we ooit weer samen zijn – het geeft me rust. Ik begrijp de kracht van religie nu beter, die aan dit soort verlangens vormgeeft.’

Met uw therapie en met uw boeken helpt u anderen hun doodsangst, verdriet en rouw te overwinnen. Kunt u uzelf helpen?
‘Dit is de zwartste periode van mijn leven. Ik heb me nog nooit zo eenzaam gevoeld, ondanks de attente aanwezigheid van mijn kinderen. Covid en de lockdowns hebben het nog moeilijker gemaakt.

Ik realiseer me dat ik sinds de middelbare school altijd met Marilyn geweest ben. Ze was niet alleen mijn geliefde en de moeder van onze kinderen, maar ook mijn intellectuele partner. Zij was mijn eerste lezer, en ik de hare.’ Marilyn Yalom was een gerenommeerd historica, baanbrekend op het gebied van vrouwenstudies, en hoogleraar Franse taal en cultuur aan Stanford University.

‘Een paar weken na haar overlijden ben ik mijn eigen boeken gaan lezen. Vooral mijn romans over Nietzsche, Schopenhauer en Spinoza geven me veel plezier. Mijn geheugen werkt niet goed meer, en dat heeft een voordeel: veel van wat ik zelf geschreven heb, was ik vergeten.

Ik moedig mezelf aan om mensen te blijven zien, actief te blijven en anderen te helpen. Zo zie ik dagelijks een patiënt voor een eenmalige sessie. En ik vind het fijn om te schrijven. Momenteel leg ik de laatste hand aan een bundel verhalen voor therapeuten. Ik vrees het moment dat het boek af is.’

U bepleit de kracht van een relatie in de psychotherapie en schuwt de inbreng van de eigen ervaring niet. Heeft deze periode uw inzichten in begeleiding bij rouw en verdriet veranderd?
‘De relatie tussen patiënt en psychotherapeut, blijkt ook uit onderzoek, is bepalend voor het succes van een therapie. En die goede band berust op empathie, een zekere mate van openhartigheid en vooral aan­wezigheid. Je kunt iemand geen grotere dienst bewijzen dan er gewoon te zijn wanneer hij of zij met de dood wordt geconfronteerd, of dat nu door ziekte, rouw of vanwege doodsangst is.

Een patiënte verweet me ooit dat ik niet kon weten wat zij voelde. Ik vond die opmerking onterecht en zei dat het toch ook niet zo is dat je verslaafd moet zijn, of moet zijn geweest, om een verslaafde te kunnen helpen? Nu ik dit grote verlies ervaren heb, besef ik dat ze gelijk had. Ik zou de therapie met haar nu anders doen. Ik zou het beter doen.’

IRVIN D. Yalom
(1931) is schrijver, psychotherapeut en emeritus hoogleraar psychiatrie. Hij promoveerde in 1968 en specialiseerde zich daarna in existentiële psychotherapie. Naast academische boeken over psychotherapie schreef hij meerdere romans waaronder Nietzsches tranen en Het raadsel Spinoza. In 1954 trouwde hij met Marilyn Koenick, die in 2019 op 87-jarige leeftijd overleed. Yalom woont en werkt in Californië.

Een kwestie van dood en leven
Irvin D. Yalom en Marilyn Yalom | Balans | 240 blz. | € 22,99