Existentialisme – betekenis
‘Existentialisme’ komt van het Latijnse woord voor ‘bestaan’, existentia. Het staat voor de filosofische stroming die zich bezighoudt met de vraag wat het bestaan betekent. Existentialisten geloven in de vrijheid en verantwoordelijkheid van het individu om zijn eigen leven vorm te geven. De mens moet zelf zin geven aan zijn bestaan, in een wereld die op zichzelf betekenisloos lijkt.
Existentialisten omarmen een wereldbeeld waarin subjectiviteit en relativiteit een grote rol spelen. Ze zoeken niet naar een absolute waarheid of zin, maar naar de waarde van persoonlijke ervaringen en intuïtie. Daarmee staat het existentialisme tegenover het essentialisme, dat een vaststaande en inherente essentie of betekenis veronderstelt.
Het existentialisme ontstaat als reactie op de industrialisatie, verstedelijking en secularisatie in de negentiende en twintigste eeuw, die naast een verlies van traditionele waarden en zekerheden ook een gevoel van vervreemding en onthechting met zich meebrengen. De vraag naar een nieuwe kijk op zingeving wordt onder meer beantwoord door ‘vader van het existentialisme’ Jean-Paul Sartre (1905-1980): hij gelooft dat het bestaan en de taak daar een invulling aan te geven ons per definitie vrij maken. Simone de Beauvoir (1908-1986) onderstreept die taak eveneens, maar bekritiseert ook de dominantie van het mannelijke perspectief. Voorlopers in het existentie-denken zijn Søren Kierkegaard, Friedrich Nietzsche en Martin Heidegger.
Meer lezen over het existentialisme? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief: