Home Lexicon Authenticiteit

Authenticiteit – betekenis

Authenticiteit betekent ‘echtheid’, ‘oorspronkelijkheid’ of trouw zijn aan je eigen persoonlijkheid, idealen of overtuigingen. Het woord komt van het Griekse authentikos, dat weer is samengesteld uit de worden voor ‘zelf’ (autos) en ‘voltooiing’ (hanuô).

Wat is authenticiteit?

Hoewel het verschil tussen ‘echt’ en ‘onecht’ bij de Griekse filosoof Plato (427-347 v.Chr.) al een belangrijke rol speelt, zijn het Jean-Jacques Rousseau (1712-1778) en Johann Gottfried Herder (1744-1803) die het ideaal van authenticiteit pas echt populariseren. Volgens deze vroeg-romantische denkers heeft iedereen een unieke innerlijke natuur. Voor een authentiek leven is het zaak daar goed naar te luisteren.

Rousseau waarschuwt vervolgens voor de corrumperende effecten die onze omgeving op ons heeft. Volgens hem kan de maatschappij dingen van ons eisen die in strijd zijn met onze innerlijke natuur, waardoor we van onszelf vervreemden. Denk hierbij aan gearrangeerde huwelijken met mensen waar we niet van houden, of machtsrelaties waarin de ene mens de andere uitbuit.

Authentiek zijn

In de twintigste eeuw borduren denkers als Martin Heidegger (1889-1976), Jean-Paul Sartre (1905-1980) en Simone de Beauvoir (1908-1986) voort op het authenticiteitsbegrip. Deze existentialistische denkers verachten conformisme en mensen die simpelweg doen wat ‘men’ doet. Zo hebben we volgens Sartre altijd de vrijheid om te kiezen, en handelt iemand die zich achter een rol verschuilt voor de verantwoordelijkheid die met die vrijheid komt, ‘te kwader trouw’, oftewel inauthentiek.

Even tussendoor… Meer lezen over authenticiteit? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

In tegenstelling tot Rousseau en Herder heeft de mens volgens de existentialisten echter geen innerlijke essentie die hij als leidraad kan nemen voor een authentiek leven. Authenticiteit draait dan ook niet om ontdekken wie je bent en daarnaar leven, schrijft De Beauvoir, maar om wie je wilt worden.

Kritiek

Hoewel het ideaal van authenticiteit vanaf de achttiende eeuw een grote vlucht neemt, is er ook veel filosofische kritiek. Want leidt het niet tot narcistische navelstaarderij, waarbij we de gemeenschap uit het oog verliezen? Kun je wel authentiek zijn als er helemaal niet zoiets bestaat als een innerlijke essentie? En wordt authentiek leven niet überhaupt onmogelijk, zodra authenticiteit een maatschappelijk gebod wordt?