Home Filosofie en literatuur Geloven in fictie | recensie
Filosofie en literatuur Waarheid

Geloven in fictie | recensie

De protagonist van de roman Baumgartner vraagt zich af: als een verhaal je kijk op het bestaan verandert, maakt het dan uit of het waar is?

Door Maarten Doorman op 22 december 2023

de eenzame wolf Alfred Kowalski Paul Auster Baumgartner 'De eenzame wolf', olieverfschilderij van Alfred Kowalski uit 1915.

De protagonist van de roman Baumgartner vraagt zich af: als een verhaal je kijk op het bestaan verandert, maakt het dan uit of het waar is?

Filosofie Magazine FM 1 2024 vreemd normaal
01-2024 Filosofie magazine Lees het magazine

De hoofdpersoon van Paul Austers nieuwe roman Baumgartner is een filosoof. Om precies te zijn: een fenomenoloog uit Princeton. Hij is bijna met pensioen, gepromoveerd op Merleau-Ponty en schreef verder over fantoompijn, de pseudoniemen van Kierkegaard en over de negentiende-eeuwse dichter, filosoof en activist Henry David Thoreau. Is Baumgartner daarmee ook een filosofische roman?

Lang dacht ik dat zoiets als een filosofische roman helemaal niet bestond. Omdat ik zelf filosoof was en literair actief, als dichter en criticus, vond ik – misschien om greep te houden op wat ik zelf deed – dat we filosofie en literatuur het best duidelijk konden scheiden. Want hebben filosofische romans niet iets geforceerds, zoals Harry Mulisch en Pascal Mercier lieten zien? Zelfs een geweldig boek als De toverberg van Thomas Mann leek te ontsporen wanneer de filosofen Naphta en Settembrini elkaar in eindeloze dialogen te lijf gingen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

En als de filosofie een beroep deed op literaire dubbelzinnigheid – zoals bij Derrida, Heidegger of Zizek – kreeg ik vaak de kriebels. Moest filosofie niet zaken verhelderen, waar literatuur op haar beurt juist diende te illustreren dat de wereld ingewikkelder is dan ze lijkt? Heeft Wittgenstein ons niet geleerd dat er een fundamenteel verschil bestaat tussen beschrijven (wetenschap, filosofie) en tonen (literatuur, kunst, moreel gedrag)?

Wolven

In Baumgartner publiceert de gelijknamige hoofdpersoon de gedichten van zijn overleden vrouw Anna en dat wordt een bescheiden succes. Bij het doornemen van haar papieren stuit hij bovendien op het verslag van haar persoonlijke geschiedenis, terwijl hij ook op zijn eigen leven terugkijkt. Zijn moeder heet Auster, waarmee de schrijver zich onopvallend zijn boek in schrijft, zoals hij dat al eens eerder deed. Baumgartners grootvader met de naam Auster stamt uit de Joodse gemeenschap in Oekraïne.

Er bestaat een fundamenteel verschil tussen iets beschrijven en iets tonen

De hoofdpersoon vertelt vervolgens hoe hij daar enkele jaren geleden een congres in Lviv bezocht. Uit nieuwsgierigheid gaat hij naar het naburige stadje van die grootvader, waar in de oorlog tienduizenden Joden op gruwelijke wijze zijn vermoord. Daar hoort hij van een dichter hoe bij de komst van de Russen ook de nog levende helft van de bevolking het stadje is ontvlucht, waarna honderden wolven er hun intrek zouden hebben genomen. De vader van de dichter heeft ze helpen uitroeien, zodat Russische militairen er met hun gezinnen konden gaan wonen.

Baumgartner schrijft zijn herinnering op terwijl hij zich afvraagt of het verhaal van de wolven eigenlijk wel waar is. Alsof nu toch de filosoof in hem ontwaakt. Als een verhaal, noteert hij, ‘zo verbluffend en zo sterk is dat het je mond laat openvallen en je het gevoel geeft dat het je hele kijk op het bestaan veranderd, vergroot of verdiept heeft, maakt het dan nog uit of het verhaal wel of niet waar is?’.

Accountant

Hij vindt filmbeelden waarop Sovjet­troepen de stad binnentrekken. Geen wolf te zien. Maar dat zegt niets. Baumgartner kiest ervoor het verhaal te geloven. Daarmee betoont hij zich eerder een schrijver dan de filosoof die Paul Auster van hem heeft gemaakt. Zou immers een filosoof uit Princeton zo lichtvaardig met het waarheidsbegrip omspringen? Bovendien is geloof in fictie waar het de Holocaust betreft op zijn zachtst gezegd problematisch, al valt Baumgartners standpunt natuurlijk niet samen met dat van de schrijver. Een schrijver toont, hij ‘beweert’ niks.

Niettemin lijkt Paul Auster de filosofie niet al te serieus te nemen. Zijn hoofdpersoon mag van beroep filosoof zijn, als hij gynaecoloog of accountant was geweest had dat voor het verhaal en de strekking ervan niet veel uitgemaakt. Het boek waaraan Baumgartner werkt, Geheimen van het wiel, kan net zo goed het soort amateuristisch konterfeitsel zijn dat dagelijks bij uitgeverijen in de bus valt als een filosofisch relevant betoog van een professional uit Princeton.

Dat sluit echter nog niet uit dat dit een filosofische roman is. De hoofdpersoon van Jean-Paul Sartres La Nausée (in het Nederlands verschenen als Walging) is ook geen filosoof, en toch wordt deze roman doorgaans opgevat als een literaire uitdrukking van de filosofie van het existentialisme. Alleen kon ik niet zo veel filosofische diepgang in Baumgartner ontdekken, al las ik het in één ruk uit, inclusief het open einde. Want Paul Auster kan wél schrijven.

Baumgartner (roman)
Paul Auster
vert. Ronald Vlek
De Bezige Bij
208 blz.
€ 22,99