Home Vrijheid Waarom Spinoza nog altijd denkers en schrijvers voedt
Politiek Psyche Vrijheid

Waarom Spinoza nog altijd denkers en schrijvers voedt

Wat maakt Spinoza's werk zo aantrekkelijk? Twee schrijvers, een sterrenkundige en een filosoof over de invloed van een eenzame systeembouwer.

Door Frank Meester op 30 december 2018

Baruch de Spinoza filosoof beeld Tim Enthoven

Wat maakt Spinoza's werk zo aantrekkelijk? Twee schrijvers, een sterrenkundige en een filosoof over de invloed van een eenzame systeembouwer.

Cover van 01-2019
01-2019 Filosofie magazine Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

‘Spinoza kent het gevaar van emoties’

Nelleke Noordervliet is schrijver en historicus

‘Ik moet best vaak aan Spinoza denken. Vooral als ik weer eens scheldkanonnades voorbij zie komen op social media, van mensen die hun emoties bijzonder slecht in bedwang kunnen houden. Zij zouden de Ethica van Spinoza eens moeten lezen. Hij schrijft daarin prachtig over emoties en passies. Hij ontleedt ze, laat zien hoe ze samenhangen, en hij waarschuwt ook voor het gevaar van heftige emoties. Eigenlijk zegt hij: abstraheer nu eens van je persoonlijke situatie, van je eigen woede, van je eigen angsten; dan kom je daarna veel rustiger terug in je omgeving.

Spinoza kende het gevaar van emoties die te hoog oplopen in het publieke debat als geen ander. Van nabij had hij gezien hoe de lastercampagne tegen de gebroeders De Witt in het jaar 1672 op een lynchpartij uitliep. Dat greep hem zo aan dat hij diezelfde dag nog een pamflet schreef met de titel Ultimi Barbarorum (“Jullie zijn de ergste barbaren”), dat hij wilde ophangen bij de Haagse Gevangenpoort, waar de lynchpartij had plaatsgevonden. Gelukkig wist zijn huisbaas hem tegen te houden door de voordeur op slot te draaien, anders was Spinoza zelf misschien ook iets vreselijks overkomen.

Spinoza leidde een teruggetrokken leven als lenzenslijper. Hij werd gevraagd om aan de universiteit van Heidelberg te komen werken, maar hij weigerde, omdat hij zijn onafhankelijkheid wilde behouden. Toch stond hij door zijn correspondentie en zijn contacten wel midden in het intellectuele leven van die tijd.

We kunnen veel leren van het werk van Spinoza. Het probleem is alleen wel dat slechts weinigen zijn boeken daadwerkelijk hebben gelezen. Dat is ook niet zo gek, want zijn werk is erg moeilijk te begrijpen. Dat komt vooral doordat hij naar een bijna wiskundige nauwkeurigheid streefde. Heel jammer. Als hij dat niet had gedaan, was het een stuk begrijpelijker en had zijn werk meer invloed gehad. Het had best iets eenvoudiger gekund. Dat is echt een gemiste kans. Maar ondanks de hoge moeilijkheidsgraad heeft hij toch veel teweeggebracht. Andere denkers en schrijvers hebben zijn ideeën overgenomen en verspreid, die daardoor zeer invloedrijk zijn geworden. Neem het onderscheid dat Spinoza maakte tussen handelen aan de ene kant en denken en spreken aan de andere kant. Volgens Spinoza moeten spreken en denken helemaal vrij zijn en mag het handelen van mensen aan banden worden gelegd. Dat onderscheid zie je terug in onze wetgeving. Er is de vrijheid van meningsuiting, maar zodra een taaluiting aanzet tot een verkeerde handeling is die uitspraak wel strafbaar. Dat zag je laatst weer in het proces tegen de Friezen die vorig jaar de bussen met anti-Zwarte-Piet-demonstranten blokkeerden op de snelweg. Het boegbeeld van de Friezen, Jenny Douwes, kreeg een hogere straf, omdat ze expliciet had opgeroepen tot actie. Hoewel we in een heel andere tijd leven dan Spinoza kunnen we nu, juist ook ten tijde van internet en social media, zijn leiding meer dan ooit gebruiken.’

‘Spinoza is onze Shakespeare’

Vincent Icke is sterrenkundige

‘Spinoza is een begrip. Geleerde mensen mogen hem graag even noemen. Hij is wat dat betreft, zeker in Nederland, vergelijkbaar met Shakespeare. Hij is onderdeel van onze cultuur. Wat mij als natuurkundige het eerst opvalt in het werk van Spinoza is dat hij probeert om dat wiskundig op te bouwen. Steeds dezelfde vorm: definitie, axioma, stelling, bewijs. Een prettige, herkenbare structuur. Hij leende die vorm van de wiskunde om daarmee zijn filosofie kracht bij te zetten. Dat is heel doeltreffend gebleken. Maar toch is het nep, en ook een beetje lachwekkend. Filosofie is geen wiskunde. Hij suggereert een keihard oorzakelijk verband tussen de teksten die hij schrijft, maar dat verband is er helemaal niet op die manier. Zijn boeken doen mij qua structuur eerder denken aan wat je nu een columnbundel zou noemen. Sommige stukken zijn heel goed en andere wat minder. Maar het leest wel lekker weg.

Wat ik goed vind is dat hij vaak alleen beschrijft, zonder te oordelen. En dan vind ik hem het sterkst als psycholoog. Hij heeft de mensen om hem heen zeer nauwkeurig geobserveerd, en waarschijnlijk zichzelf ook. Dat blijkt wel uit zijn trefzekere beschrijving van de menselijke emoties en driften. Daarbij neemt hij niet de pathologische gevallen, maar de gewone mens als onderwerp.

Als natuurkundige is hij minder interessant. Leg wat hij over natuurkunde heeft geschreven naast het werk van zijn tijdgenoot Huygens, en dan valt op dat Spinoza er totaal naast zit, terwijl het werk van Huygens nog steeds staat als een huis. Spinoza schrijft ook veel te stellig voor een wetenschapper. Hij neemt zijn eigen bevindingen voor waar aan. Wat dat betreft riekt zijn werk meer naar religie. Een goed natuurkundige durft te leven met onzekerheid, maar mensen met een geloof of een sluitend filosofisch systeem, zoals Spinoza, deinzen daarvoor terug.

Even tussendoor… Meer lezen over Spinoza en andere grote denkers? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Hij stelt ook dat alles noodzakelijk verloopt zoals het verloopt. Dat determinisme is volgens mij zeer aanvechtbaar. Niet alleen de mens, maar ook de meeste dieren zitten zo ingewikkeld in elkaar dat het uitgesloten is dat er maar gewoon gebeurt wat er gebeurt. De kwantummechanica heeft laten zien dat toeval bestaat, maar dat heeft de klassieke mechanica ook al bewezen.’

Vincent Icke pakt de Ethica uit zijn kast en leest voor: ‘“De menselijke geest kan niet in alle opzichten door het lichaam worden vernietigd, er blijft altijd iets bestaan dat eeuwig is.” Dit heeft Spinoza gemeen met de overgrote meerderheid van de religies. In zijn wereldbeeld bestaat God noodzakelijk. Dat vooronderstelt hij gewoon. Toch is die God van hem wel weer anders dan de God van de Bijbel. Spinoza’s God grijpt niet actief in in ons dagelijks leven. Zijn God is meer zoals de natuurwetten. Dat is ook wel verstandig. Want als God een handelend, almachtig wezen is, is “hij” ook verantwoordelijk voor alle ellende hier op aarde. De meeste natuurkundigen die ik ken die ook gelovig zijn, geloven in een soort spinozistische God.’

‘Er zit Hollandse traditie in zijn denken’

Haroon Sheikh is filosoof en econoom

‘Spinoza is altijd een belangrijke denker voor me geweest. Hij heeft in Voorburg gewoond. Ik ben daar opgegroeid, en dan kom je hem vaak tegen. Straten en gebouwen zijn naar hem vernoemd. Dus is het geen wonder dat toen ik een jaar of vijftien was en geïnteresseerd raakte in de filosofie, ik als eerste de Ethica van Spinoza ging lezen. Ik was direct erg onder de indruk van dat boek. Wat me aantrok was die mathematische geest, die probeerde sluitende redenaties op te zetten over zaken als substanties, vrijheid en God. Met grote nauwkeurigheid bouwde hij zo stapje voor stapje een systeem waarmee hij alles verklaarde. En dat niet alleen, hij geeft ook nog richtlijnen over hoe te leven – onbewogen, als een soort stoïcijn –, en dan heeft zijn werk ook nog een duidelijke mystieke dimensie. Dat was voor mij, zeker op die leeftijd, ongelooflijk imponerend. Toen ik de Ethica las, nam ik me voor om al die redeneringen uit mijn hoofd te leren; dan zou ik ze steeds beter begrijpen en zou ik zelf op den duur ook zo kunnen redeneren. Maar het is me nooit gelukt om het hele boek in mijn hoofd te krijgen.

Ik zou mezelf nu geen spinozist meer noemen, al is Spinoza’s denken nog steeds interessant voor het filosofische onderzoek dat ik tegenwoordig doe. Daarin staat de vraag centraal hoe lokale tradities doorwerken in de manier waarop moderne staten zichzelf hebben georganiseerd. Dan zie je dat Spinoza echt een Nederlandse filosoof is – juist door zijn Portugees-Joodse afkomst – en dat de lokale Hollandse tradities terug te vinden zijn in zijn politieke filosofie. De opkomst van nieuwe klassen en ideeën in de moderne tijd zette de maatschappelijke orde onder druk. In Engeland had de botsing van overtuigingen tot een burgeroorlog geleid, wat Thomas Hobbes bracht tot een politieke filosofie van gehoorzaamheid aan de vorst. In de zeventiende eeuw waren er in de Nederlandse Republiek verschillende geloofsovertuigingen die in hun eigen privéruimten dat geloof mochten praktiseren, als ze dat maar niet al te openlijk in de publieke sfeer deden. Spinoza pleitte voor totale vrijheid van meningsuiting, zodat die mensen met verschillende geloofsovertuigingen rationele gesprekken met elkaar konden voeren om zo vreedzaam naast elkaar te kunnen leven. Ook al zorgden zijn radicale ideeën ervoor dat ook hier enkele van zijn werken verboden werden, toch is zijn politieke filosofie getekend door de tolerante traditie van de Republiek en is hij een geestelijk vader van het poldermodel. Net als toen leven we nu ook weer in een tijd van grote maatschappelijke veranderingen. Dat zou Spinoza’s filosofie weer actueel kunnen maken.’

‘We moeten geen slaaf zijn van onze emoties’

Arnon Grunberg is schrijver

‘Ik denk geregeld aan Spinoza, al was het maar omdat ik zijn naam nogal eens tegenkom. Twee jaar geleden ontmoette ik een filosoof die aan de Universiteit van Amsterdam doceerde – hij is intussen met emeritaat –, en die stelde dat Spinoza de bouwstenen van het fascisme heeft gelegd. Dat soort teksten blijft je wel bij.

Er is een mooi essay van Slavoj Zizek met de titel “Is it possible not to love Spinoza?” – ik meen dat Zizek die vraag in dat essay beantwoordt met: ja, je kunt ook níét van Spinoza houden. Volgens hem vat het woord “boven-ik” het denken van Spinoza samen. Daarmee is Spinoza zelf een soort vader geworden, maar wel een vader die, vrees ik, eerder respect afdwingt dan liefde. Niet in de laatste plaats door zijn stijl. Ik beheers het Latijn amper, maar mensen die het Latijn wel beheersen wisten me te vertellen dat die stijl droog en dor is.

Het is makkelijk Spinoza verkeerd te begrijpen. Het is makkelijk iedereen verkeerd te begrijpen, maar zijn waarschuwing dat je geen slaaf moet zijn van je emoties spreekt mij nog aan, en in gesprekken wil ik er nog weleens naar verwijzen, waarbij Spinoza dan de autoriteit is die mijn “eigen” denkbeelden gewicht moet geven.

Aan het eind van het Politiek-theologisch traktaat stelt hij dat de massa niet door de rede, maar door affecten wordt geregeerd, iets waar je ook tegenwoordig weinig tegen in kunt brengen.

Wederom erg mooi in de interpretatie van Zizek is dat de ethiek van Spinoza niet gebiedt, maar informeert. Hoewel dat wel in tegenspraak is met de strenge vader die hij duidelijk ook is.

Volgens mij moet je inzoomen op details om werkelijk de waarde van een tekst te begrijpen. Of van meerdere teksten. Neem Spinoza’s opmerking in het Politiek-theologisch traktaat dat het christendom zich in essentie tegen de wet keert. Het christendom is in zijn strikte vorm een poging zelf wet te worden en de wetten van het jodendom die noodzakelijk waren voor de staatsinrichting te verwijderen. Dat intrigeert me zeer. En daarin is Spinoza plotseling direct verbonden met de Franse denker René Girard, die het christendom omschrijft als de vernietiger van alle religies, als een religie die seculariseert. Het christendom draagt de dood van God als een virus – dat is mijn woord – in zich mee.

De Duitse verlichtingsdenker Immanuel Kant vond dat Spinoza te veel van ons vroeg. Ik denk, met Kant, dat er voortdurend te veel van ons wordt gevraagd, maar misschien is dat wel de waarde van Spinoza: weten wat dat “te veel” precies is. Ik kan me vinden in de opvatting dat wij ons eigen tekort zijn. Spinoza meende, denk ik, dat er een weg is uit dat tekort. Juist wie die weg afwijst of hem voor een doodlopende weg houdt, zou Spinoza moeten bestuderen.’