Home Waarheid Portretten: Nietzsche-kenners
Existentialisme Levenskunst Psyche Waarheid

Portretten: Nietzsche-kenners

Vier filosofen over de vraag: wat leerden zij van Friedrich Nietzsche?

Door Ira Pronk op 26 januari 2024

Tim Fransen portretten Nietzsche de filosoof met de hamer fotografie Maarten Noordijk | illustraties Mikko Kuiper

Vier filosofen over de vraag: wat leerden zij van Friedrich Nietzsche?

FM 2 Filosofie Magazine Friedrich Nietzsche Tim Fransen Wat hebben we nu aan de peptalk van Nietzsche
02-2024 Filosofie magazine Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

‘Ook voor de waarheid is strijd nodig’

Désirée Verweij (1955)
is emeritus hoogleraar militaire ethiek aan de Nederlandse Defensie Academie en promoveerde op het dionysische in het werk van Nietzsche.

Désirée Verweij ster sterren Nietzsche

‘Wat mij aanspreekt aan Nietzsche is zijn scherpe inzicht in de mens, en dan vooral zijn oog voor diens complexe en tegenstrijdige kanten. Dertig jaar geleden schreef ik mijn proefschrift over zijn begrip “het dionysische”, dat Nietzsche onder andere uitwerkt in De geboorte van de tragedie. Daarin stelt hij dat de mens – net als de natuur – wordt bepaald door twee krachten. Er is het apollinische, dat staat voor orde, structuur en begrenzing. En er is het dionysische, dat staat voor driften, verlangens en de roes. Volgens Nietzsche zijn die krachten voortdurend in strijd met elkaar. Maar deze strijd is productief: hierdoor zijn mens en natuur altijd in ontwikkeling.

Toen ik jaren later als militair ethicus werkte op de Nederlandse Defensie Academie hielp het begrip van het dionysische mij om geweld te begrijpen. Als het dionysische niet samengaat met het apollinische kan de mens buiten zinnen raken. Het ik-besef verdwijnt: je komt in een soort roes. Dat kan een heel positieve ervaring zijn, bijvoorbeeld bij muziek. Maar de roes kan ook gewelddadig zijn. In de militaire ethiek leer je de dionysische kracht op de juiste manier vorm te geven.

Of ik net als Nietzsche geloof dat alles strijd is? Ja, maar dat moet je denk ik symbolisch opvatten. Strijd speelt een grote rol in Nietzsches denken. Zo koos hij zelf voortdurend intellectuele vijanden, zoals Plato of Wagner, die hem scherp hielden. En hij schrijft: “Er zijn minstens honderd ogen nodig om de waarheid te kunnen zien.” Juist in het zoeken naar waarheid is strijd nodig tussen concurrerende perspectieven. Nietzsche daagt zijn lezers uit om zelf te denken en om de ideeënstrijd met hem aan te gaan.

Mijn favoriete Nietzsche-citaat is: “Men moet nog chaos in zich hebben om dansende sterren te kunnen baren.” Het dionysische kan destructie brengen, maar is ook een scheppende kracht. Het is de grondstof die ons in beweging brengt en houdt, en waardoor we dansende sterren kunnen baren: idealen die de moeite waard zijn om na te streven.’

‘Probeer zin te geven aan je bestaan tegen de klippen op’

Tim Fransen (1988)
is filosoof en cabaretier. Zijn eerste voorstelling ging over Nietzsche en in Brieven aan Koos (2018) beschrijft hij zijn reizen naar Nietzsche-plekken.

‘Nietzsche noemde zichzelf de filosoof met de hamer, en dat was hij voor mij ook. Hij is vooral inspirerend geweest in wat hij met zijn hamer heeft gesloopt, niet zozeer in wat hij ermee in elkaar heeft willen timmeren. Nietzsche was antidemocratisch, had een hekel aan solidariteit, en eigenlijk aan alles wat humanistisch is. Maar hij rekende wel definitief af met mijn hoop dat er absolute waarheden zijn en dat er iets overkoepelends bestaat wat het leven zin geeft. Hierdoor wierp hij mij in een existentiële crisis: wat voor betekenis heeft de wereld als die wereld, zoals Nietzsche schrijft, ten diepste chaos is?

Later ben ik reizen gaan maken naar plekken waar Nietzsche is geweest, geïnspireerd door zijn uitspraak: “Gedachten zijn de schaduwen van onze ervaringen.” Ik zat vrijwel altijd opgesloten in de universiteitsbibliotheek, waarop ik besloot dat ik de ervaring zelf moest najagen. Toen ik aankwam in het dorp waar Nietzsche is geboren en waar hij begraven ligt, werd ik getroffen door de troosteloosheid van die plek. Het dorpje stelde niets voor; er was geen hotel, er was eigenlijk helemaal niets.

Nietzsche is sowieso een nogal tragisch figuur. Hij die pleitte voor het morele ideaal van het sterke ten opzichte van het zwakke was de laatste tien jaar van zijn leven volledig afhankelijk van de zorg van zijn moeder. En hij die tekeer ging tegen de kuddemoraal omhelsde op het moment dat hij slachtoffer werd van de waanzin een paard – een kuddedier.

Nietzsche schreef in feite zijn eigen peptalks, en probeerde zin te geven aan zijn bestaan tegen de klippen op. Die tragiek vind ik heel troostrijk. Het laat zien dat Nietzsche er met zichzelf niet uitkwam, ondanks zijn grote ideeën. Het bestaan is hoe dan ook tragisch en ik geloof dat dit de best denkbare reden is voor solidariteit – alhoewel Nietzsche dit idee afwees. Het feit dat we het moeten stellen zonder grote Waarheden betekent voor mij juist dat we op elkaar zijn aangewezen. Met de brokstukken van Nietzsche valt dus wel wat te maken.’

‘Het leven mag een experiment zijn’

Martine Prange (1969)
is hoogleraar filosofie van mens, cultuur en samenleving aan Tilburg University en was profvoetbalster.

‘Toen ik Nietzsche las op mijn 23ste maakte dat zo’n indruk dat ik niet meer verder kon studeren. Ik was tot dan toe vooral bezig geweest met abstract denken en normatieve vragen: wat is rechtvaardigheid? Hoe te leven? Door Nietzsche werd ik me bewust van het verschil tussen boekenwijsheid en levenswijsheid. Ga het leven beleven voorbij goed en kwaad, spoorde hij mij als het ware aan, in plaats van jezelf alleen maar restricties op te leggen. Het leven mag een experiment zijn.

Niet lang daarna ben ik in Istanbul gaan voetballen, waar de eerste professionele vrouwenvoetbalcompetitie werd opgestart. Daar ervoer ik intuïtief wat Nietzsche bedoelde: al mijn zintuigen gingen daar open; ik leefde lichamelijk, ook doordat ik elke dag sportte. Ik voelde me heel levend.

Even tussendoor… Meer lezen over Nietzsche en andere grote denkers? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Later ontdekte ik dat Nietzsche net als ik sterk beïnvloed is geweest door de mediterrane cultuur. Ik schreef mijn scriptie over de invloed van Italië – waar Nietzsche tijdens de winters vaak verbleef – op De vrolijke wetenschap: het boek bij uitstek waarin Nietzsche het leven omarmt. Geïnspireerd door Goethe probeert hij zijn geest te verruimen door ergens anders heen te gaan. In dat boek lees je deze zuidelijke invloeden terug: in zijn liefde voor mediterrane muziek, de vele weermetaforen, de beschrijvingen van zijn wandelingen en geluier op het strand.

Door Nietzsche zag ik in dat denken en leven niet los van elkaar bestaan. Filosofie is de transformatie van het persoonlijke, volgens Nietzsche. Het denken is een weerslag van jezelf, je lichaam en je omgeving. Of je ziek of gezond bent, werkt door in je denken. Ook in Nietzsches teksten zie je dat terug. Zijn depressies en manische episodes zijn daarin sterk herkenbaar, bijvoorbeeld in zijn veel te hoge verwachtingen en vervolgens keiharde afwijzing van Wagner, met wie hij zich juist identificeerde, maar wiens fysieke en mentale nabijheid hij niet meer kon verdragen. En in De vrolijke wetenschap, die hij schrijft “in de taal van de dooiwind”, omdat “de heer Nietzsche weer gezond geworden is”.’

‘Breng structuur aan in je eigen chaos’

Joep Dohmen (1949)
is emeritus hoogleraar wijsgerige en praktijkgerichte ethiek aan de Universiteit voor Humanistiek en publiceerde over Nietzsche en levenskunst, waaronder in Iemand zijn (2022).

‘Ik las Nietzsche voor het eerst toen ik 21 was, en het was in één keer raak. Ik las zijn Oneigentijdse beschouwingen destijds met rode oortjes. In dat boek staat dat de oude Grieken begrepen dat jonge mensen eigenlijk chaos zijn; hun chaos moet nog structuur krijgen. Ik kwam daarin de zin tegen: “Een man stijgt nimmer hoger dan wanneer hij niet weet waar zijn weg nog leiden zal.” Dat was heel hoopvol. Ik was zelf namelijk ook chaos. Ik wist niet wie ik was, waar ik vandaan kwam, wat ik belangrijk vond. Ik werd geteisterd door verliefdheden, kwaadheden, ergernissen en ik studeerde van alles tegelijk. Van Nietzsche leerde ik om de chaos niet te vrezen, die is er nu eenmaal.

Om innerlijke vrijheid te verkrijgen moet je volgens Nietzsche die chaos opheffen, en bepalen wat belangrijk voor je is. De vraag die me nog altijd bezighoudt is: hoe verwerf je innerlijke vrijheid als je leven ook altijd ten dele wordt bepaald door het lot, door cultuur, door anderen en door systemen?

Nietzsche is nu al bijna vijftig jaar mijn gesprekspartner. Waarom ik nog altijd niet klaar met hem ben? Zijn werk is zo sprankelend, doordat het systematisch onsystematisch is. Hij schrijft ergens: misschien snapt iemand ooit het systeem achter mijn gebrek aan systeem. Hij heeft steeds weer nieuwe aforismen, invalshoeken, perspectieven – daar lees je ook zijn eigen morele psychologie en zijn eigen worstelingen met de vraag hoe te leven in terug. Dat maakt hem een boeiende gesprekspartner, maar tegelijk ook een verschrikkelijke. Je wordt er af en toe behoorlijk gestoord van. Je raakt enthousiast, dan weer ongerust of gefrustreerd. Als je aan het touwtje van Nietzsche hangt, ben je de pineut.

Met Nietzsche denken is een strijd. Maar ­inmiddels bied ik hem een betere partij. Ik zie nu bijvoorbeeld beter in dat hij weinig oog heeft voor de sociale kanten van het leven; voor zorg, empathie en liefde.’