Home Praktische filosofie Désirée Verweij: ‘Ook militairen zijn morele wezens’
Praktische filosofie

Désirée Verweij: ‘Ook militairen zijn morele wezens’

Door Marc van Dijk op 24 februari 2023

Désirée Verweij filosoof militaire ethiek
beeld Tessa Posthuma de Boer
FM3 2023 cover
03-2023 Filosofie Magazine Lees het magazine
Volgens filosoof Désirée Verweij moeten alle militairen zich trainen in ethiek. En we mogen de traditie van de rechtvaardige oorlog niet vergeten.

Ooit was ze pacifist. ‘Als puber was ik tegen elk wapengekletter, zoals velen op die leeftijd.’ Nu vindt Désirée Verweij (1955) dat een te gemakkelijke positie. ‘Echt iets voor generaties die al decennia in vrede leven en nooit aan den lijve geweld hebben ondervonden. Door de oorlog in Oekraïne kantelt de publieke opinie zienderogen. Ineens is er weer het besef: ongeoorloofde agressie tegen een soevereine staat mogen we niet laten gebeuren. Er moet teruggevochten worden. Maar dan moet er wel een professioneel getraind en bewapend leger klaarstaan.’

Verweij nam onlangs na twintig jaar afscheid als hoogleraar filosofie en ethiek aan de Nederlandse Defensie Academie (NLDA) in Breda, waar ze officieren in opleiding vertrouwd maakte met ethiek en cursussen ethiek ontwikkelde voor militairen van alle rangen en standen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.
Log in als abonnee Geen abonnee? Bekijk de abonnementen

Schone oorlog

Dat ethiek bij Defensie een contradictio in terminis is, beseft Verweij volledig. Ze schreef zelf ooit een artikel met die woorden in de titel. ‘Er bestaat geen schone oorlog, hoe graag we dat ook zouden willen,’ zegt ze beslist.

Ondanks het feit dat haar specialisme inherent tegenstrijdig is, was er voor Verweij altijd genoeg reden om door te gaan. En zelfs, geheel tegen de zin van wat ze ‘militaire dinosaurussen’ noemt, ernaar te streven om ethiek tot de vanzelfsprekende bagage van iedere militair te maken, legt ze uit in een Amsterdams café-restaurant. ‘Overigens ben ik geen militair, dat heb ik ook nooit nagestreefd. Ik heb altijd volledige academische vrijheid gehad en gehouden.’

Is ethiek te verenigen met geweld?
‘Om te beginnen moet je bedenken dat wij militairen vragen het geweldsmonopolie van de staat uit te voeren, op basis van het primaat van de politiek. Zij gebruiken dus geweld in onze naam. Dat betekent dat het niet zomaar geweld kan zijn, maar dat het legitiem geweld moet zijn. Geweld waarvan wij vinden dat het voldoet aan onze democratische principes. Het draait uiteindelijk om waarden, zowel de strijd als de afwegingen binnen die strijd.’

‘Een bevel moet nooit zonder reflectie worden opgevolgd’

Er worden toch ook oorlogen om ­andere belangen gevoerd?
‘Inderdaad, en daarom is het zo belangrijk dat we de traditie van de rechtvaardige oorlog in ere houden. Oorlog en geweld zijn van alle tijden. “Oorlog gaf geboorte aan de staat, en de staat gaf geboorte aan de oorlog,” zei socioloog en politicoloog Charles Tilly. Maar dat betekent niet dat elke oorlog legitiem is. Veel culturen en volken kennen principes met betrekking tot de rechtvaardigheid van oorlog. In de westerse traditie werkte Augustinus dit idee als een van de eersten verder uit. Zijn uitgangspunt is dat een oorlog alleen gerechtvaardigd is als middel om onrechtvaardigheid te bestrijden en een rechtvaardige orde te herstellen. Een aanvalsoorlog voldoet niet aan die criteria. Poetins oorlog kan dus geen rechtvaardige oorlog zijn.’

Dat is wel wat hij zelf beweert: dat hij fascisten bestrijdt.
‘Daaraan zie je dat ook Poetin heel goed begrijpt dat elke oorlog uiteindelijk om waarden draait. Maar zijn rechtvaardiging klopt niet. Zijn oorlog is geen verdediging, maar juist een aanval op de waarden die de Oekraïense gemeenschap tot een gemeenschap maken. Hij bedient zich van morele taal, maar enkel om mensen een rad voor ogen te draaien. Dit is een zuiver voorbeeld van wat ik noem moresfare, misbruik en manipulatie van ethiek en moraal.’

De trekker overhalen

Zelfs als aan alle voorwaarden is voldaan voor een zogenoemde rechtvaardige oorlog, dan nog blijft de vraag: wat heb je aan ethiek op het slagveld? Verweij: ‘De besluitvorming over het uitoefenen van geweld zal altijd een ingewikkeld proces blijven, vol precaire afwegingen. Dat merk je al als militairen aan hun opleiding beginnen. Ze komen in een organisatie waarin ze op een gegeven moment de opdracht kunnen krijgen om de trekker over te halen. Dat beseffen die studenten heel goed, en alleen al dat gegeven is van meet af aan heel ingrijpend. Daar heb ik ontzettend veel gesprekken met hen over gehad. Het geweld zal in ideale zin de uitvoering zijn van een doordacht en dus legitiem en legaal bevel.’

En daarin speelt ethiek een rol?
‘Als het goed is wel. Ik gaf doorgaans les aan officieren in opleiding. De vraag voor hen is hoe zij tot een juist bevel kunnen komen. Want ook als het politieke mandaat rond is kunnen er in een concreet geval toch te veel bezwaren zijn om tot geweld over te gaan. Denk aan de vraag of een bepaald huis van een vijandige cel gebombardeerd moet worden. Dit soort dilemma’s heeft bijvoorbeeld gespeeld tijdens de Nederlandse missies in Afghanistan. Het kan zijn dat het risico op burgerdoden toch te groot is. Elk bombardement kan grote en langdurige gevolgen hebben voor alle betrokkenen: onschuldige slachtoffers, verlies van goodwill onder de bevolking, hoogoplopende schadevergoedingen. Het is dus van wezenlijk belang dat officieren, onderofficieren en ook soldaten hierover nadenken.’

Kan een leger nog functioneren als iedere militair bij elk bevel eerst gaat reflecteren voordat hij of zij tot actie overgaat?
‘In de praktijk zullen die afwegingen vóór de actie gemaakt worden. En ook na afloop in evaluaties – er wordt altijd gezamenlijk een analyse gemaakt van wat er gedaan is en of het beter had gekund. Juist in die processen heeft de ethische reflectie een vaste plaats gekregen.

En toch: het kan wel degelijk zo zijn dat een militair ter plekke een actie afbreekt, of dat zou moeten doen. Als een soldaat denkt dat hij altijd blind kan uitgaan van de legitieme besluitvorming van zijn superieuren – “bevel is bevel” – is dat ronduit gevaarlijk. Een bekend voorbeeld is dat van de Amerikaanse luitenant Calley, die in Vietnam de opdracht kreeg om een compleet dorp – My Lai – uit te moorden. Dus inclusief alle ongewapende burgers – vrouwen, kinderen. Hij heeft dat gedaan en is daar later voor veroordeeld; hij had dus tegen het bevel in moeten gaan. Denk ook aan de martelingen door de Amerikanen in de Irakese Abu Ghraib-gevangenis. Die begonnen met orders van hogerhand, en liepen door giftige groepsdynamiek steeds verder uit de hand. Er bestaan helaas ook genoeg voorbeelden in onze eigen geschiedenis, zoals het bloedige optreden van Nederlandse soldaten in 1947 in het Indonesische dorp Rawagede.’

Wat is de belangrijkste les die uit dit soort gevallen te trekken is?
‘Een adequaat moreel oordeelsvermogen van de uitvoerende mensen – bijvoorbeeld het inzicht “wat wij hier aan het doen zijn klopt niet” – is cruciaal en moet gedurende alle operationele fases aanwezig kunnen zijn en op waarde worden geschat. Je kunt nooit volledig leunen op de regels. Zelfs als een actie politiek en juridisch volstrekt in orde is of lijkt, kan die moreel onverantwoord zijn.’

‘Uiteindelijk draait het niet om regels, maar om waarden’

Maakt dit de mensen in het veld niet onzeker?
‘Om dat te voorkomen is het juist van belang dat ze weten hoe ze vanuit ethisch perspectief kunnen reflecteren op hun eigen missies en handelingen, zodat ze stevig in hun schoenen staan. Hoe meer je in een veilige, rustige setting hebt leren nadenken over bijvoorbeeld de werking van groepsprocessen en het effect daarvan op moraal, hoe sneller je situaties zult herkennen waarin de groep ontaardt en gewelddadig gedrag de overhand krijgt. Ter plaatse kan er tijdens een gevechtsactie weinig tijd zijn, maar als je de per definitie trage ethische denkprocessen eerder hebt leren doorlopen, dan kun je er sterker op vertrouwen dat je in die split second het juiste doet.’

Valt dit voor iedereen te leren?
‘Voor vrijwel iedereen; ik heb af en toe studenten meegemaakt die gekenmerkt werden door een zekere gevoelsarmoede. En zoals meerdere wetenschappelijke disciplines inmiddels laten zien hebben gevoelsarme mensen ook moeite om te reflecteren op morele intuïties en keuzes, zowel op die van henzelf als op die van anderen. Zij kiezen er in dergelijke lessen voor om zich voornamelijk bezig te houden met de regels en de procedures. Dat dit ernstige gevolgen kan hebben is duidelijk, want er zijn nooit voldoende regels om elke situatie af te dekken.

Maar voor verreweg de meeste mensen is het niet eens iets wat ze langdurig moeten aanleren, maar eerder een proces dat geëxpliciteerd moet worden. Mensen zijn morele wezens, maar dat wil niet zeggen dat ze ook over de taal beschikken om hun motieven en afwegingen onder woorden te brengen. Dat is wat we ze kunnen leren. Ik begon meestal met de vraag: welke waarden zijn voor jou belangrijk? En waar merk je dat precies aan, waarin uit zich dat? Dit is voor velen een openbaring, omdat ze eigenlijk nog nooit over dit soort zaken hebben nagedacht. Het eindigt met het doordenken van zeer specifieke ­what if-­scenario’s, technieken die ook tijdens missies gebruikt worden, om de kans op dramatische gevolgen te verkleinen.’

Onderscheiding

Bij haar afscheid kreeg Verweij een Ereteken voor Verdienste in goud, een hoge militaire onderscheiding. ‘Ik ben niet zo goed thuis in die wereld, maar ik heb me door militairen laten uitleggen dat dit een heel hoge is. Ik vind het natuurlijk eervol, maar ik ben er vooral blij mee omdat het laat zien dat ethiek binnen Defensie steeds breder erkend en gewaardeerd wordt.’

U kon met een gerust hart vertrekken.
‘Ja en nee. Het blijft hachelijk, er zijn ook nog steeds tegenkrachten die suggereren dat je genoeg hebt aan regels, procedures en oorlogsrecht. Zij zullen bedrogen uitkomen, want oorlogvoering wordt alleen maar complexer. Kijk naar de hybride vormen van oorlogvoering. Het gaat daarbij zowel om traditionele oorlogvoering als om de inzet van irreguliere strijders, die nota bene worden ingezet omdat ze zich niet aan de ethische en juridische aspecten van rechtvaardige oorlogen houden. Denk aan manipulatie van social media en aanvallen in het cyberdomein.’

Defensiebudgetten gaan nu overal in Europa omhoog. Goed nieuws voor de militaire ethiek?
‘Daar heb ik helaas nog geen concrete aanwijzingen voor. Als we niet opletten gaat het extra geld al snel vooral naar nog intelligentere wapensystemen. En hoe belangrijk die ook zijn, een stevige opleiding en ethische vorming van de militairen van de toekomst zijn minstens zo essentieel.’