Home Politiek Pas op voor het anti-progressieve denken van Foucault
Politiek

Pas op voor het anti-progressieve denken van Foucault

Hoe heeft het reactionaire denken van Michel Foucault zoveel invloed uit kunnen oefenen op de woke-beweging, vraagt Susan Neiman zich af.

Door Susan Neiman op 06 april 2023

Michel Foucault woke muurschildering beeld Thierry Ehrmann / Flickr

Hoe heeft het reactionaire denken van Michel Foucault zoveel invloed uit kunnen oefenen op de woke-beweging, vraagt Susan Neiman zich af.

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Het is geen toeval dat de meesten die zich een generatie geleden links zouden hebben genoemd, zichzelf nu progressief noemen. Angst is een factor. In een wereld waar de restanten van de Koude Oorlog nog moeten worden onderzocht, laat staan dat ze zijn opgeruimd, doet ‘links’ te veel denken aan ‘socialist’ en ‘socialist’ te veel aan het staatssocialisme van Oost-Europa.

Nog afgezien van de angst, is overstappen naar het woord ‘progressief’ logischer dan je politieke overtuiging vernoemen naar de toevallige indeling van het Franse parlement in 1789. Want er is geen groter verschil tussen links en rechts dan het idee dat vooruitgang mogelijk is. Het was niet een idee uit het traditionele conservatieve gedachtegoed dat geschiedenis in het gunstigste geval als statisch of circulair beschouwde en in het slechtste geval als een treurige en gestage achteruitgang van een mythisch gouden tijdperk. Vanuit dit gezichtspunt was er misschien enige verbetering mogelijk, maar een werkelijk betere wereld was uitsluitend in het hiernamaals te vinden.

Links zijn betekent geloven dat vooruitgang mogelijk is

Waar het hier om gaat is niet technische vooruitgang, of wat Hannah Arendt in Over geweld ‘het onverbiddelijke proces van steeds meer en steeds groter’ noemde. Links zijn betekent het idee onderschrijven dat mensen samen substantiële verbeteringen in de werkelijke toestand van hun eigen leven en dat van anderen kunnen realiseren. Het is een idee dat vaak wordt gekarikaturiseerd als het idee dat vooruitgang onvermijdelijk is. In veel passages van Hegel en Marx wordt dat ook betoogd, maar de geschiedenis heeft dat niet bepaald bevestigd. Maar ontkennen dat vooruitgang verzekerd is, is niet hetzelfde als de mogelijkheid ervan ontkennen, als de mogelijkheid ervan afhankelijk is van het vrije handelen van mensen die samenwerken. Als vooruitgang in die zin mogelijk is, dan is achteruitgang dat ook, en de geschiedenis kent voorbeelden van beide. Als je het vooruitzicht van vooruitgang laat varen, wordt politiek alleen nog maar een machtsstrijd.

Peetvader

Hoe is Michel Foucault (1926-1984) de peetvader van woke-links geworden? Zijn stijl was zeker radicaal, maar zijn boodschap was net zo reactionair als wat de contrarevolutionaire denkers Edmund Burke en Joseph de Maistre ooit hebben geschreven. Sterker nog, Foucaults visie was nog pessimistischer. Eerdere conservatieve denkers namen genoegen met de waarschuwing dat de hel zou losbreken als revolutionairen de tradities zouden aanvechten die samenlevingen in voor- en tegenspoed meevoeren.

Stappen richting vooruitgang blijken onheilspellendere vormen van onderdrukking

Hier was het werk van Carl Schmitt (1888-1985) illustratief en expliciet: aangezien staten in de zeventiende eeuw de Heer en de Vorst hadden verloren, was de geschiedenis in een staat van permanent verval geraakt. Foucaults waarschuwingen waren verraderlijker. Denk je misschien dat we vooruitgang boeken naar methoden die vriendelijker en bevrijdender zijn en de menselijke waardigheid beter respecteren: allemaal doelen van links? Kijk dan eens naar de geschiedenis van een paar instellingen. Wat stappen in de richting van vooruitgang leken, blijken onheilspellendere vormen van onderdrukking te zijn. Het zijn allemaal manieren waarop de staat zijn greep op ons leven vergroot.

Als je eenmaal hebt ingezien dat elke stap voorwaarts een subtielere en krachtigere stap in de richting van totale onderwerping is, dan zul je vermoedelijk concluderen dat vooruitgang een illusie is. In hoeverre Foucault dit zelf geloofde is de vraag, maar het is zeker de conclusie die de meesten uit zijn werk hebben getrokken.

Folteren

Als je de hoop op vooruitgang wilt neerhalen, is het een geniale zet om je te richten op een van de eerste en succesvolste eisen van de Verlichting: de afschaffing van foltering. Net als de meeste progressieve eisen, is die nooit volledig verwezenlijkt. De Amerikaanse president George W. Bush heeft martelpraktijken weer ingevoerd in Guantanamo, en martelpraktijken worden vandaag de dag min of meer openlijk toegepast in een groot deel van de wereld. Als door de gezamenlijke inspanningen van toegewijde mensen vooruitgang mogelijk is, dan is achteruitgang ook mogelijk.

Toch zijn standaardpraktijken zoals vierendelen, de pijnbank en autodafe’s verboden als barbaars. Om te begrijpen hoe revolutionair dat verbod was, moet je weten dat Verlichtingsdenkers als Voltaire (1694-1778) en Diderot (1713-1784) weliswaar woedend waren over vele kenmerken van hun rechtssysteem, maar dat het een tijd duurde voordat ze zich boos maakten over folteringen. Folteringen vormden zo’n vast onderdeel van criminaliteit en de bestraffing daarvan, dat ze lang nodig hadden om overtuigd te raken.

Even tussendoor… Meer lezen over het denken van de Verlichting? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Een wereld waar radicale hervormers als Diderot en Voltaire niet zeker wisten of het legitiem was om een man op een openbaar plein op een pijnbank te folteren, is een andere wereld dan de wereld waar wij leven. Executies in de Verenigde Staten worden zelden betwist om de redenen waarom je de doodstraf terecht zou kunnen betwisten, behalve op basis van het argument dat de gangbare methode van executie via injectie te veel pijn zou veroorzaken.

Detentie

De Amerikaanse antropoloog Clifford Geertz noemde Surveiller et punir (Discipline, toezicht en straf) Foucaults sterkste werk; het is zeker het werk dat het vaakst aan bachelorstudenten wordt onderwezen. Het begint met een gruwelijke beschrijving van de langzame dood door foltering van ene Robert Damiens die in 1757 werd geëxecuteerd voor een poging tot moord op koning Lodewijk xv. Het relaas is pagina’s lang en blijft in je geheugen gegrift, lang nadat je de gecompliceerde discussie die erop volgt bent vergeten. Zoals Jean Améry schreef: Foucault argumenteert niet, hij hypnotiseert je. En zoals klassieke Griekse schrijvers opmerkten: je kunt gemakkelijk betoverd raken door vertoningen van geweld die tegelijkertijd onze afkeer opwekken. Argumentatie of niet, tegen de tijd dat we Surveiller et punir uit hebben, zijn we er gemakkelijk van te overtuigen dat moderne vormen van detentie erger zijn dan een systeem waarin zes paarden en het zwaard van de beul in het openbaar een levend lichaam uiteenrijten.

Foucault geeft je het gevoel dat het beoordelen van iets als beter of slechter primitief is

Erger? Was het maar zo simpel. Foucault was niet de eerste die knoeide met het onderscheid tussen normatieve en descriptieve uitspraken, maar hij heeft er wel aan bijgedragen dat het een gangbare praktijk is geworden onder talloze theoretici die zichzelf kritisch noemen. In een van zijn laatste essays, getiteld ‘Qu’est-ce que les Lumières?’ (‘Wat is Verlichting?), omschrijft Foucault de eis om normatieve oordelen te vellen als ‘de chantage van de Verlichting’:

[Het idee] dat je ‘voor’ of ‘tegen’ de Verlichting moet zijn. Het betekent zelfs juist dat je alles moet weigeren wat zichzelf misschien presenteert in de vorm van een simplistisch en autoritair alternatief: óf je accepteert de Verlichting en blijft binnen de traditie van het bijbehorende rationalisme (dit wordt door sommigen als een positief begrip beschouwd en door anderen daarentegen als een verwijt gebruikt); óf je bekritiseert de Verlichting en probeert vervolgens los te breken van de bijbehorende principes van rationaliteit (die ook weer als goed of slecht kunnen worden beschouwd). En we kunnen ons niet bevrijden van deze chantage door ‘dialectische’ nuances aan te brengen bij het bepalen van welke goede en slechte elementen de Verlichting misschien bevatte.

Dus wat is nu precies de bedoeling? De smalende aanhalingstekens waartussen de woorden ‘voor’ en ‘tegen’ staan, wekken de indruk dat we ons zouden moeten schamen om een dergelijke ordinaire kwestie te berde te brengen. Je bent misschien op zoek naar een argumentatie; wat je zult aantreffen is minachting. Foucault geeft ons het gevoel dat het beoordelen van iets als beter of slechter intellectueel gezien primitief is. Alleen simpele zielen stellen banale vragen; ontwikkelde denkers hebben die lang geleden achter zich gelaten. Dus Foucault beweert nooit daadwerkelijk dat de herinvoering van vierendelen beter zou zijn, hoewel hij wel zegt dat het doel van de achttiende-eeuwse gevangenishervormingen niet was om minder te straffen, maar om beter te straffen. ‘Van een kunst van ondraaglijke sensaties is bestraffing een stelsel van opgeschorte rechten geworden.’ Welke conclusie moet de lezer hieruit trekken?

Verfijnde onderwerping

Ook zinspeelt Foucault niet op een voorstel dat het leven van moordenaars of mensen met zware psychische aandoeningen op welke manier dan ook zou verbeteren. Wanneer Foucaultianen om een oplossing wordt gevraagd, antwoorden ze dat hun vakgebied archeologie is, een vorm van geschiedenis, een vakgebied dat wars is van het doen van normatieve uitspraken. Maar Foucaults visie op de geschiedenis heeft talloze normatieve implicaties. Anders dan de geschiedenis bij de conservatieven begint die van Foucault niet met een gouden tijdperk, waarna er sprake is van een gestage achteruitgang. Er zijn simpelweg wrede vormen van onderwerping die worden vervangen door verfijndere vormen.

De mensheid ontwikkelt zich niet geleidelijk van conflict naar conflict, tot ze uitkomt bij universele wederkerigheid waar oorlogvoering eindelijk plaatsmaakt voor de rechtsstaat; de mensheid plaatst elk van haar gewelddadigheden in een systeem van regels en die gaan van overheersing naar overheersing.

Michel Foucault, ‘Nietzsche, de genealogie, de geschiedschrijving’

Zelfs als je hier nog maar een klein deel van hebt gelezen, dringt de conclusie zich op dat elke poging om zaken te verbeteren ze alleen maar zal verslechteren. Voor gewone vragen zoals ‘Had Robert Damiens zijn gevangenisstraf liever uitgezeten in het Panopticum van Bentham?’ is in Foucaults denken net zomin ruimte als voor normatieve vragen.

Dit is een bewerkt en ingekort fragment uit het boek Links ≠ woke van Susan Neiman, dat begin april 2023 is verschenen bij Lemniscaat.

Lees ook het interview met Susan Neiman over Links ≠ woke: ‘Woke ondermijnt haar eigen progressieve doelen’

Links is niet woke

Links ≠ woke
Susan Neiman
Lemniscaat
157 blz.
€ 9,99