Dasein is design, luidt Henk Oosterlings antwoord op de zijnsvraag. Om dat duidelijk te maken maakt hij in Radicale middelmatigheid onze notie authenticiteit met de grond gelijk. Wel even doorbijten, dit taaie werkje van de Rotterdamse kunstfilosoof.
‘Je moet jezelf zijn’, was het grootste cliché uit de reality soap Big Brother. Sinds de publicatie van Radicale middelmatigheid weten we gelukkig wat er achter deze uitspraak schuilgaat. Het verraadt iets over onze filosofische grondhouding; het bewijst dat Plato, christendom en Descartes het nog steeds voor het zeggen hebben in ons hoofd. Want waar Big-Brother-Ruud op hamert, dat is de klassieke notie van authenticiteit: gedraag je zoals je echt bent, laat je aangeleerde gedrag, je masker vallen. En passant houdt Ruud het westerse dualisme overeind: de scheiding tussen schijn en werkelijkheid, cultuur en natuur, lichaam en geest.
Henk Oosterling schudt het hoofd: we hebben nog steeds niet de consequenties getrokken uit de dood van Plato, Descartes en God. Want die vermeende authenticiteit is natuurlijk volstrekte onzin. Alles is cultuur. Zelfs het naakte lichaam, voor velen toonbeeld van oorspronkelijkheid, is voorzien van ‘betekenislaag op betekenislaag’. Radicale middelmatigheid bevat Oosterlings nietsontziende deconstructie van de heersende authenticiteitsnotie. De Rotterdamse filosoof loopt daarbij strak aan de hand van zijn Franse postmoderne leermeesters als Foucault, Lyotard, Deleuze en Derrida.
Dit artikel is exclusief voor abonnees