Home Historisch profiel Filosofie van de liefde
Aandacht Existentialisme Filosofie en literatuur Historisch profiel Liefde

Filosofie van de liefde

Filosoof en romancier Iris Murdoch onderzocht hoe je een goed mens kunt zijn. Liefde staat voor haar centraal.

Door Carolien van Welij op 26 februari 2021

Iris Murdoch filosofie van de liefde filosoof schrijver beeld Hajo de Reijger

Filosoof en romancier Iris Murdoch onderzocht hoe je een goed mens kunt zijn. Liefde staat voor haar centraal.

Cover van 03-2021
03-2021 Filosofie magazine Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

‘Ik heb Jean-Paul Sartre ontmoet!’ schreef de 26-jarige Iris Murdoch (1919-1999) in 1945 aan een vriend. Op 24 oktober van dat jaar gaf Sartre in Brussel een lezing over het existentialisme – een paar dagen voor hij in Parijs zijn beroemde voordracht ‘Het existentialisme is een humanisme’ hield. Murdoch kreeg de kans hem na de lezing in Brussel te spreken. Ze zag hem de volgende dag weer ‘tijdens een eindeloze bijeenkomst in het café’. Murdoch bewonderde Sartres existentialistische filosofie over vrijheid en las alles van hem wat ze te pakken kon krijgen. ‘Die opwinding – ik kan me niets herinneren wat zo voelde sinds de dagen dat ik Keats & Shelley & Coleridge ontdekte toen ik nog heel jong was.’ Het belangrijkste gevolg van deze ontmoeting benoemde Murdoch later in een interview: ‘Ik begon mezelf op de een of andere manier als een filosoof te zien.’

In 1942 was Murdoch in Oxford afgestudeerd in ‘Mods’ (klassieke talen en literatuur) en ‘Greats’ (oude geschiedenis en filosofie). Daarna moest ze als dienstplichtige aan het werk voor het Britse ministerie van Financiën. Binnen een maand na D-day solliciteerde ze voor een baan bij de UNRAA, de vluchtelingenorganisatie van de Verenig­de Naties. Ze wilde graag naar het buitenland, het liefst Frankrijk. Eerst werd ze geplaatst in Londen, later mocht ze naar Brussel en Innsbruck.

‘Voor mij zijn filosofische problemen de problemen van mijn eigen leven,’ schreef Murdoch

Een halfjaar na de ontmoeting met Sartre kreeg Murdoch de kans een andere grote Franse schrijver te spreken: Raymond Queneau, een ‘very avant-garde man’. Murdoch was bezig met een vertaling van zijn experimentele roman Pierrot mon ami (1943). Samen maakten ze bergwandelingen en na de tweedaagse ontmoeting bleven ze jarenlang met elkaar corresponderen. Murdoch hield hem op de hoogte van haar ‘filosofische bezigheden’ en verzuchtte in een brief later dat jaar dat ze ook romans zou willen schrijven, net als hij.

Oxford

Murdochs brieven aan Queneau geven een beeld van haar ontwikkeling tot filosoof en romanschrijver. Murdoch was opgeleid in de Angelsaksische analytische wijsbegeerte. Na haar afstuderen las ze denkers waar de filosofen in Oxford zich niet mee bezig­hielden, zoals Hegel, Kierkegaard, Heidegger en Sartre. ‘Het lijkt alsof iedereen hier een logisch positivist is,’ schreef ze in een van haar brieven over de sfeer op de filosofische faculteit van Oxford. De logisch positivisten stelden dat de wijsbegeerte aan de eisen van de wetenschap moest voldoen. Dat betekent: je moet feiten strikt scheiden van waarden; je kunt alleen de waarneembare buitenkant van handelingen onderzoeken, de innerlijke geest wordt buiten beschouwing gelaten. Ethiek, esthetica en meta­fysica tellen dan niet meer echt mee in de wijsbegeerte – op die gebieden gaat het immers niet om feitelijke uitspraken.

Toen Murdoch in 1947 een jaar filosofie kon studeren in Cambridge schreef ze in haar dagboek: ‘Voor mij zijn filosofische problemen de problemen van mijn eigen leven.’ Daarom sprak het existentialisme van Sartre haar aan: dat is een filosofie ‘waarnaar men kan leven’, een filosofie die ‘bewoond’ kan worden.

Na het jaar in Cambridge – waar ze Ludwig Wittgenstein ontmoette en omringd was door zijn discipelen – kreeg Murdoch een aanstelling als docent in Oxford. Daar maakte ze carrière als filosoof. Ze gaf lezingen bij de Aristotelian Society, verscheen in BBC-discussieprogramma’s en publiceerde artikelen in toonaangevende filosofische tijdschriften zoals Mind. Als kenner van het existentialisme introduceerde Murdoch de Franse filosofie in Oxford, via colleges, voor­drachten voor de radio en de publicatie van de eerste monografie over Sartre: Sartre. Romantic Rationalist (1953).

Aandacht

Een aantal van haar lezingen en artikelen werd in 1970 gebundeld tot het boek The Sovereignty of Good. Het is een van haar belangrijkste filosofische werken. Ze onderzoekt daarin wat het betekent om een goed mens te zijn. Kunnen we onszelf moreel verbeteren, en zo ja, hoe? Over de ethiek van Murdoch verscheen onlangs de toegankelijke inleiding Een filosofie van liefde van filosoof Katrien Schaubroeck.

In The Sovereignty of Good laat Murdoch zien dat zowel het existentialisme als de analytische school een mensbeeld hanteert dat tekortschiet en niet realistisch is. Beide richtingen doen alsof het morele leven zich alleen afspeelt op het moment van kiezen, met de nadruk op de wil van een persoon. De analytische traditie had daarbij alleen oog voor wat waarneembaar is, de ‘buitenkant’ van de handeling. Maar Murdoch stelt dat mensen in het denken, in de binnenwereld, net zo goed moreel handelen: ‘Het is niet stil en duister binnenin.’ Ze geeft het voorbeeld van een schoonmoeder die een morele ontwikkeling doormaakt in de verhouding tot haar schoondochter. Ze vindt die maar ordinair, onbeleefd, druk en kinderachtig. Maar ze geeft aan zichzelf toe dat ze misschien ouderwets, bekrompen of bevooroordeeld is. Ze besluit opnieuw te kijken en ontdekt dat haar schoondochter niet ordinair is maar eenvoudig, niet onbeleefd maar spontaan, niet kinderachtig maar vrolijk en levendig. Dit gebeurt allemaal alleen in haar hoofd – haar gedrag is onveranderd.

Even tussendoor… Meer lezen over Iris Murdoch en andere grote denkers? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Belangrijk in dit voorbeeld is ‘aandacht’ – een begrip dat Murdoch ontleent aan de Franse filosoof Simone Weil. Murdoch wil daarmee ‘de gedachte uitdrukken van een rechtvaardige en liefdevolle blik, gericht op een individuele werkelijkheid’. Volgens haar zijn mensen egoïstisch, zelfzuchtig en angstig. We verliezen onszelf in dagdromen, doen aan zelfverheerlijking, en troosten ons met zelfmedelijden, wrok, fantasie en wanhoop. Ons ego belemmert ons om een goed mens te worden. Maar we kunnen ons egoïsme te boven komen door beter – met aandacht – naar de werkelijkheid te kijken en de wereld te zien zoals die is. Zo kunnen we ons ‘ontzelven’. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij het ervaren van schoonheid in de natuur of bij het aanschouwen van kunst. ‘Aandacht’, ‘beter kijken’ en ‘ontzelven’ hebben bij Murdoch alles te maken met liefde. Liefde is voor haar een manier van kijken, een houding waarbij je het zelf loslaat.

Toen Murdoch als twintiger Sartre ontdekte, zag ze ook zijn toneelstuk Huis Clos, met de beroemde zin: ‘De hel, dat zijn de anderen.’ In een brief aan Queneau schreef ze met enthousiasme over het stuk en citeerde ze de reactie van de Franse filosoof Gabriel Marcel: ‘De anderen, dat is de hemel.’ Murdoch voegde eraan toe dat liefde een cruciaal onderdeel is van de studie van vrijheid. Ze zocht een moraalfilosofie ‘waarin het begrip “liefde”, nu zo zelden door filosofen genoemd, opnieuw centraal komt te staan’, aldus Murdoch.

Romans

Tijdens haar academische carrière in Oxford was Murdoch gedebuteerd met haar roman Under the Net (1954) – die ze opdroeg aan Queneau. Eind jaren zestig stopte Murdoch met lesgeven en richtte ze zich geheel op het schrijven. Ze was productief: in sommige periodes van haar leven schreef ze jaarlijks een roman. Over de verhouding tussen haar filosofische en literaire werk zei Murdoch in een interview dat het toeval was dat haar filosofie in haar romans terechtkwam; was ze gespecialiseerd geweest in zeilschepen, dan zouden die in haar romans zijn voor­gekomen. Murdoch beweerde dat ze geen filosofische ideeën in haar romans wilde ‘stoppen’. Maar wie bekend is met haar filosofische werk en vervolgens haar romans leest, ziet een gesprek tussen de twee domeinen ontstaan.

Liefde is een cruciaal onderdeel van de studie van vrijheid

Zo komt in haar roman A Fairly Honourable Defeat een personage voor dat bezig is met een boek dat sterke gelijkenissen vertoont met The Sovereignty of Good. Een ander personage kraakt het boek af, waarmee Murdoch indirect haar eigen werk van kritiek voorziet. Of neem The Sea, The Sea (1978), bekroond met de Booker Prize, waarin een personage ten onder gaat aan de obsessionele zelfzuchtigheid die Murdoch in haar moraalfilosofie beschrijft. En zo zijn er in al haar 26 romans – die ook altijd over morele kwesties gaan – verwijzingen te vinden naar haar filosofie: soms door er een vraagteken bij te plaatsen, soms door met een idee te experimenteren. Andersom zie je in haar filosofische werk haar literaire kwaliteiten in de beschrijving van sprekende voorbeelden, zoals die van de schoonmoeder en -dochter.

In 1993 verscheen haar laatste belangrijke filosofische werk: Metaphysics as a Guide to Morals. Het gaat dieper in op de vraag: waar vinden we nog betekenis in een wereld zonder religie, zonder God? Twee jaar voor haar dood, in het jaar dat ze de diagnose alzheimer kreeg, maakte Murdoch nog de verschijning mee van de bloemlezing Existentialists and Mystics (1997). De chrono­logische opbouw van de bundel toont Murdochs ontwikkeling als filosoof. In haar schrijftrant zie je altijd de invloed van de heldere en nauwkeurige stijl van argumenteren van de analytische traditie. Inhoudelijk valt op dat ze erin slaagt de problemen die we tegenkomen in onze eigen levens steeds meer op de voorgrond te plaatsen. Murdoch schrijft over ervaringen in de natuur, over het zien van een schilderij, het lezen van een roman en over de liefde. En over mensen van vlees en bloed, die ondanks hun onhebbelijk­heden goed willen zijn.