In 1945 hield filosoof en schrijver Jean-Paul Sartre een voordracht onder de titel L’existentialisme est un humanisme. Het was net na de Tweede Wereldoorlog. Zijn roman Walging uit 1938 had van Sartre een bekende schrijver gemaakt en tijdens de oorlog was Het zijn en het niet verschenen, een doorwrocht filosofisch werk dat zijn reputatie vestigde als existentialist en filosoof van de vrijheid. Daarvan wilden de Parijzenaren, die jaren in onvrijheid hadden geleefd, wel meer weten. Ze kwamen in groten getale op zijn voordracht af, in de hoop in kort bestek te horen wat hij in dat dikke boek, dat maar weinigen echt hadden gelezen, te zeggen had.
Door de enorme drukte kon Sartre het podium nauwelijks bereiken; te midden van veel geduw en getrek hield hij zijn verhaal. De Nederlandse filosoof en Sartre-kenner Ger Groot heeft Sartres voordracht nu onder de titel Existentialisme is humanisme opnieuw in het Nederlands vertaald. ‘Ik heb geprobeerd hoorbaar te maken dat Sartre voor de vuist weg sprak,’ zegt Groot. ‘De bekendste vertaling – van Caspar Hendriks uit 1967 – is weliswaar zeer tekstgetrouw, maar loopt niet lekker en is door een te grote letterlijkheid af en toe nogal duister. In mijn vertaling heb ik dat losse proberen te behouden, zodat je als lezer het gevoel krijgt dat je er zelf bij bent.’
Waarom blijft deze voordracht zo tot de verbeelding spreken?
‘Voor veel generaties is dit misschien wel het eerste filosofische werk dat ze gelezen hebben. Sartre is hardop aan het denken en jij bent daarbij. Dat is ongelooflijk fascinerend en stimulerend; na afloop ziet de wereld er heel anders uit. Eigenlijk zijn er in de filosofie niet veel van dit soort teksten die jonge mensen telkens weer weten mee te slepen. Het is ook een prikkelende boodschap: je bent vrij om je leven zelf vorm te geven, dus neem die vrijheid ook.’
Maar daar zit juist ook het problematische in.
‘Inderdaad, het klinkt mooi, die vrijheid, maar Sartre legt daarmee wel een loden last op ieders schouders. Daardoor ben je helemaal zelf verantwoordelijk voor de keuzes die je maakt. Wat moet je dan kiezen? Je bent vrij omdat niet bij voorbaat bepaald is wie je bent, maar zodra je iets kiest, leg je jezelf vast. Daarmee belandt Sartre in een impasse. Wat moet ik nu doen, als elke keuze die ik maak ingaat tegen de vrijheid die mijn bestaan eigenlijk kenmerkt?’
Is hij daar ooit uitgekomen?
‘Eigenlijk niet. Aan het einde van Het zijn en het niet kondigt hij een boek aan over hoe een existentialistische ethiek eruit zou moeten zien, maar dat boek heeft hij nooit weten af te ronden. Ethiek gaat over hoe we ons verhouden tot anderen. Maar in Het zijn en het niet is de mens in zichzelf opgesloten. Anderen zijn vooral een belemmering voor het ik. Denk ook aan de beroemde uitspraak uit zijn toneelstuk Met gesloten deuren: “De hel, dat zijn de anderen.”
Even tussendoor… Meer lezen over Sartre en andere grote denkers? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
In Existentialisme is humanisme probeert Sartre een aanzet tot een existentialistische ethiek te geven, door het perspectief te verbreden. Mijn bestaanskeuze is niet alleen relevant voor mij, zegt hij dan, maar zegt iets over de wereld waarin ik wil leven. En daardoor komen ook andere mensen in beeld: “Wie kiest, kiest voor alle mensen.” Stel dat ik wil trouwen, dan kies ik daarmee volgens Sartre ook voor de burgerlijke waarden die daarbij horen. Mijn ethische keuze blijft dus niet beperkt tot mijn eigen bestaan. Alleen lukt het Sartre niet om dat filosofisch helemaal rond te maken.
Sartres denken vormt in feite het einde van een bepaald soort filosofie die alles wil vatten in één groot stelsel. Je ziet dat onder je ogen mislukken en ook dat is opwindend: hoe het moderne systeemdenken, waarvan Sartre de laatste grote vertegenwoordiger is, op zijn grenzen stuit.’
Existentialisme is humanisme
Jean-Paul Sartre
vert. Ger Groot
Noordboek
112 blz.
€ 17,90