Quote
“‘Niemand verliest graag, en toch moeten we het allemaal leren’”
‘Het taoïsme lijkt mij van alle levenshoudingen de mildste en de hardste’
Patricia de Martelaere was hoogleraar filosofie in Brussel en Leuven. Ze publiceerde essays, romans en gedichten. Hume’s “gematigd” scepticisme: futiel of fataal? was de titel van haar proefschrift. Hume’s scepticisme is volgens haar fataal, omdat het radicaal is: we weten niet met zekerheid of de zon morgen weer opkomt, of de buitenwereld werkelijk bestaat en of ons ‘ik’ een identiteit heeft. Tegelijk is zijn scepticisme futiel, omdat al die overwegingen theoretisch zijn: ‘Zodra de filosoof zijn werkkamer verlaat, is hij zeker van de trap die hij afdaalt, en legt hij vol vertrouwen zijn kleren klaar voor de volgende dag. De natuur in ons is kennelijk “verstandiger” dan ons verstand,’ aldus De Martelaere in een interview.
De Martelaere publiceerde onder meer over Schopenhauer, Nietzsche, Freud, Wittgenstein en Derrida. In haar essays onderzocht zij op heldere en eigenzinnige wijze een hele reeks filosofische thema’s als leven en dood, literatuur en kunst, liefde en verlies, taal en tijd, God. In de bekende bundel Het verlangen naar ontroostbaarheid (1993) schreef ze in het titelessay over het verschil tussen de gewone rouwende die getroost wil worden, en de melancholicus die ernaar verlangt om ontroostbaar te zijn: ‘Meer dan alles wil hij met zijn ontroostbaarheid de absoluutheid bewijzen van datgene wat hij verloor.’ In haar essay ‘Moet men krabben waar het jeukt?’ noemde zij filosoferen een kwelling en een genot. Filosofisch krabben brengt alleen maar ‘jeuk’ teweeg, het zou beter zijn om niet te krabben: ‘Maar wie nooit heeft gekrabd […] wie nooit heeft ondervonden hoe het genot uiteindelijk toch nog een gestalte kan worden van de kwelling – die heeft misschien een kleinigheid gemist.’
De Martelaere doceerde hedendaagse wijsbegeerte en taalfilosofie. Later verdiepte zij zich in het taoïsme en gaf ook daar colleges over. Ze schreef een toegankelijke inleiding over deze stroming binnen de klassieke Chinese filosofie. Zij maakte op praktische kennis met het taoïsme tijdens haar jarenlange beoefening van tai chi – de trage Chinese gevechtskunst. Als levenshouding noemt ze het taoïsme mild, omdat het niet op een normatieve richtinggevend wil zijn; het geeft geen ‘juiste’ weg. Tegelijk is dat wat het taoïsme volgens haar tot een genadeloos systeem maakt: ‘het laat ons reddeloos over aan onszelf, zonder enige richting of houvast.’
Naast essays schreef zij poëzie en proza. Haar roman Het onverwachte antwoord (2004) was voor drie prijzen genomineerd. Op 51-jarige leeftijd overleed zij aan de gevolgen van een hersentumor.
Relevante berichten


Het Moment… waarop kaders zorgen voor vrijheid
Iris van der Graaf (28) is filosoof en beeldend kunstenaar. Ze schreef het kinderfilosofieboek Is nergens ergens? (2017). Fotografie: Merlijn Doomernik ‘Op de kunstacademie hield ik van bondige opdrachten als “hout en horizontaal”. Zelfs bij zo’n opdracht, waarbij je maar één materiaal mag gebruiken, moet je… Read More
Een verlangen naar niet-zijn
Filosoof-schrijfster Patricia de Martelaere dacht altijd aan de dood. En toen ze trouwde, was dat met een man die de nachtboot naar Engeland nam en daar nooit aankwam. Patricia de Martelaere (1957-2009) was uitzonderlijk begaafd. Op haar 27ste promoveerde ze cum laude in de filosofie en voor… Read More
Tegen de ratio
Uw kinderen trekken sprinkhanen de poten uit en organiseren gladiatorengevechten tussen één enkele pissebed en een leger mieren. U wil ze die wrede spelletjes niet zomaar verbieden, u wil dat ze begrijpen waarom u ze verbiedt. U heeft het niet over de pijn die ze de… Read More
‘Hij die de Tao volgt, doet dagelijks minder en minder’
‘Naarmate hij minder en minder doet, bereikt hij uiteindelijk het niet-doen. Als hij het niet-doen heeft bereikt, is er niets meer dat niet wordt gedaan.’ Patricia de Martelaere over de paradoxen van het taoïsme. ‘Hui Zi zei tot Zhuang Zi: ‘Uw woorden zijn nutteloos’. Daarop zei Zhuang Zi: ‘Pas… Read More