Kun je liefhebben zonder te haten? De essaybundel Een verlangen naar ontroostbaarheid (1993) van Patricia De Martelaere was een van mijn eerste kennismakingen met de filosofie. Toen ik begon met lezen voelde het alsof een middelpuntzoekende kracht mij de diepte in zoog. De Martelaere (1957-2009) kijkt met de ogen van Freud naar verlies, liefde en verlangen. Met prachtige vergelijkingen en slimme verbanden verheldert ze de duistere kanten van onze gevoelens. Zo legt ze in mijn favoriete fragment uit waarom liefde nooit vrij is van haat en van de angst om weer verlaten te worden.
Fragment uit Een verlangen naar ontroostbaarheid
‘Alleen in gevallen van onbetwijfelbare en volkomen evenwaardige wederliefde zou, logisch gezien, ieder haatgevoel vanuit het narcistische ik uitgesloten moeten zijn – maar het blijft de vraag of het ik ooit, buiten een paar begenadigde momenten, deze zekerheid kan hebben. Geliefden liggen immers niet de hele tijd in elkaars armen, ze zeggen niet onafgebroken ‘ik hou van jou’ – ze zwijgen weleens of ze gaan een keer weg, en niets garandeert dat dit zwijgen of weggaan niet een heimelijke vorm van afvalligheid zou zijn. In die zin is elke liefde onvermijdelijk ongelukkig, ook de allergelukkigste.’
Even tussendoor… Meer lezen over De Martelaere en andere grote denkers? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
Filosofisch inzicht
Van De Martelaere leerde ik dat gevoelens van liefde en verdriet veel complexer zijn dan je op basis van dagelijks taalgebruik zou denken. Dat zet de onrust die hoort bij de liefde in één klap op zijn plek.
Een verlangen naar ontroostbaarheid. Over leven, kunst en dood
Patricia De Martelaere
Meulenhoff
171 blz.