Volgens de Duitse denker Arthur Schopenhauer (1788-1860) leven we in de slechtst mogelijke wereld. Misschien bestaat er wel enige goedheid in het ondermaanse, maar dan alleen omdat het niet anders kon. Als de wereld namelijk nog één stapje slechter was geweest, had ze überhaupt niet kunnen bestaan. Schopenhauer werd bij leven niet veel gelezen, maar hij voorspelde dat daar na zijn dood verandering in zou komen. Daarin heeft hij meer dan gelijk gekregen. Waarom is deze aartspessimistische filosoof nog altijd springlevend?
‘De wereld is een mallemolen van eten en gegeten worden’
‘Zeker, oude liefde roest niet,’ antwoordt filosoof Maarten Doorman als ik hem vraag of hij over het pessimisme van Arthur Schopenhauer wil praten. Doorman, de inmiddels oud-hoogleraar schreef ooit zijn afstudeerscriptie over het pessimisme van de negentiende-eeuwse Duitse denker en sindsdien is hij hem blijven lezen. Ik ontmoet Doorman in een Amsterdams café. Het is een koude, druilerige dag. Doorman is snipverkouden en raadt me aan om voor de zekerheid maar een beetje afstand te houden. ‘Waarom het pessimisme van Schopenhauer mij nog altijd aanspreekt? Kijk om je heen! De ellende valt moeilijk te ontkennen,’ zegt Doorman. ‘Toen ik Die Welt als Wille und Vorstellung las, dacht ik meteen: “Eindelijk een filosoof die zegt waar het op staat.”’
Minachting
Veel filosofen vóór Schopenhauer zagen de werkelijkheid als een harmonieus geheel. Misschien viel hier en daar een disbalans te ontdekken in de wereld, maar de mogelijkheid om de eenheid te herstellen was in hun denken altijd aanwezig. Dat gold zeker voor de filosofie van Georg Wilhelm Friedrich Hegel, die in Schopenhauers tijd immens populair was. Hegel beweerde dat in de wereldgeschiedenis een opgaande lijn te zien is – hij had een fijne boodschap: alles komt goed. ‘Mensen praten vaak recht wat krom is,’ zegt Doorman, ‘en dat gebeurde niet alleen in Schopenhauers tijd. Mensen zeggen nu: “Het valt wel mee met Trump, met klimaatverandering, met de macht van grote techbedrijven.” Maar dat is een laf en makkelijk optimisme voor mensen die geen zin hebben om diep na te denken. Niets wijst erop dat het mee gaat vallen.’

Hegel: bestaat er vooruitgang?
Volgens Schopenhauer getuigt die optimistische houding bovendien van minachting, zegt Doorman. ‘Minachting voor diegenen met wie het niet goed gaat en die daarom lijden. Slap optimisme is een belediging aan het adres van mensen die onder erbarmelijke omstandigheden moeten werken, ernstig ziek zijn of van dieren die met gebroken ledematen op transport worden gezet naar het slachthuis. Wat dat laatste betreft was Schopenhauer zijn tijd overigens ver vooruit. Hij kon als een van de eersten medelijden opbrengen voor andere soorten.’
In zijn scriptie kwam Doorman tot de conclusie dat de diagnose van Schopenhauer goed is – de wereld is inderdaad ellendig – maar dat zijn therapie niet deugt. Doorman: ‘Schopenhauer is een ahistorisch denker. Hij ziet geen enkele vooruitgang in de geschiedenis. Eigenlijk ziet hij helemaal geen geschiedenis. Volgens hem is er namelijk geen wezenlijke verandering. Alles hier op aarde wordt steeds gedreven door de wil. En die wil is geen redelijke wil: de wil wil alleen maar leven, leven ten koste van al het andere. Denk aan planten. Die kunnen er prachtig uitzien, met grote bladeren en mooie bloemen, maar eigenlijk zijn ze vooral bezig om elkaars licht weg te vangen. En dan heb ik het nog niet eens over wat er onder de grond allemaal gebeurt. Daar zijn ze elkaars wortels aan het wurgen. Zo is de hele wereld volgens Schopenhauer: een mallemolen van oorzaak en gevolg, van eten en gegeten worden.’
‘Schopenhauer biedt allerlei uitwegen uit de ellende, vooral door de muziek’
Wat is Schopenhauers therapie voor deze ellende? Doorman: ‘Stoppen met willen, je terugtrekken uit de wereld. Maar ja, in een hoekje gaan zitten huilen is misschien verleidelijk, maar het is geen goede oplossing voor jezelf en ook niet voor de rest van de wereld. We kunnen het ons in deze ellendige tijden niet permitteren om ons af te sluiten voor de werkelijkheid. Daar zit ook de kern van het conflict tussen Schopenhauer en Friedrich Nietzsche, die zich sterk op Schopenhauer baseerde. Eigenlijk wordt Nietzsches filosofie geboren uit de conclusie dat het pessimisme van Schopenhauer een soort verderfelijke roes is waar je aan ten onder gaat. Schopenhauer is verleidelijk, maar dodelijk.’
De nieuwe Schopenhauer
Ondanks dat Schopenhauers oplossing voor het lijden niet voldoet, meent Doorman dat onze tijd behoefte heeft aan een nieuwe Schopenhauer. ‘Ik vind zijn pessimisme nog altijd inspirerend, ook omdat het van een filosoof kwam die er een metafysische onderbouwing voor gaf. Het optimisme van iemand als Rutger Bregman, schrijver van het boek De meeste mensen deugen, stuit mij tegen de borst. Als ik de krant lees en om me heen kijk, zie ik weinig aanleiding om zoveel vertrouwen te hebben in de medemens.’
‘De Franse schrijver Michel Houellebecq is misschien een kandidaat voor de rol van nieuwe Schopenhauer. Hij heeft dezelfde zwartgallige kijk op de mens. En net als bij Schopenhauer hoef je het niet met hem eens te zijn om toch te zien dat hij deskundig de huidige maatschappij scalpeert. Hij deelt daarnaast de onafhankelijke positie van Schopenhauer, die niet verbonden was aan de universiteit en dus kon zeggen wat hij wilde. Houellebecq is alleen geen filosoof; hij heeft geen samenhangend wereldbeeld. De nieuwe Schopenhauer die we nodig hebben moet geworteld zijn in de filosofische traditie. En daarnaast hebben we ook denkers nodig die met voorstellen komen voor wat we wél moeten doen voor een betere wereld.’
Volgens Florian Jacobs, filosoof en uitgever van het boek De essentie van Schopenhauer, is nu juist Schopenhauers opvatting over wat filosofie is het probleem. Die is namelijk veel te rigide. Jacobs: ‘De filosoof moet volgens Schopenhauer alleen aangeven hoe de wereld in elkaar steekt en wat de plaats van de mens daarin is. Verder reikt de taak van de filosoof niet. Schopenhauer is daarom zo apolitiek als wat. Hij past in een rijtje van conservatieve brompotten-in-leunstoelen die hun handen niet vuil willen maken. We hebben nu juist denkers nodig die zich tot de wereld wenden.’
Wat we volgens Jacobs wel kunnen leren van Schopenhauer, is om onze positie als mens binnen het geheel te relativeren. We zijn geen verheven schepsels, zegt Jacobs. We zijn net zo onderhevig aan de grillen van de realiteit als alle andere levende wezens op deze planeet. ‘Het enige verschil met dieren en planten is misschien dat mensen gedoemd zijn tot zelfreflectie, maar daardoor wordt ons tranendal eigenlijk alleen maar groter: we weten hoe slecht het met ons gesteld is. Schopenhauer was een van de eersten die de mens van zijn sokkel trok. Darwin en Freud zouden hem daarin volgen.’
Vrolijk en verlossend
Waarom wordt deze brompot nog zoveel gelezen? Volgens Jacobs komt dat in de eerste plaats door zijn stijl. Jacobs: ‘In mijn colleges over Schopenhauer lees ik vaak fragmenten voor om studenten zijn tekst te laten ervaren. Zijn metaforen behoren tot de beste uit de geschiedenis van de filosofie en zijn zinnen hebben een ritme waar je geen genoeg van kan krijgen. Daar komt nog bij dat als je eenmaal accepteert dat zijn filosofie erg negatief is, Schopenhauer allerlei uitwegen biedt uit de ellende: door de kunst, bovenal de muziek, door medelijden en door ascetisme. Omdat hij over al die uitwegen prachtig vertelt, worden ze nog aantrekkelijk ook.’
En Schopenhauers pessimisme heeft ook iets vrolijks. Jacobs citeert een passage uit De wereld als wil en voorstelling in de vertaling van Hans Driessen: ‘Hebben we eenmaal ontdekt wat onze sterke en zwakke kanten zijn, dan kunnen we onze meest opvallende natuurlijke begaafdheden ontwikkelen, aanwenden en op alle mogelijke manieren proberen uit te buiten en ons altijd richten op die gebieden waar die talenten van nut zijn en tot hun recht komen.’ Jacobs: ‘Eigenlijk spreekt hier geen pessimist, maar iemand die je aanmoedigt om jezelf te ontdekken en er het beste van te maken. Zou Schopenhauer op die manier ook zijn eigen kracht hebben ontdekt, zijn gave om zijn ideeën mooi op papier te krijgen? Als ik Schopenhauer lees, word ik vrolijk van het schrijfplezier dat van de pagina’s afspat.’

Arthur Schopenhauer: leven en werk
Dat vrolijke pessimisme herkent ook filosoof, schrijver en theatermaker Stefaan van Brabandt. Hij maakte een voorstelling over het leven en werk van Schopenhauer voor Het Zuidelijk Toneel. Van Brabandt: ‘Ik lees Schopenhauer niet zozeer als filosoof, maar als literair schrijver. Hij schrijft zo beeldend dat je de ellende levendig voor je ziet. Daarbij put hij voor voorbeelden uit zijn eigen leven, dat maakt het herkenbaar. Tegelijk neem je door Schopenhauers manier van schrijven ook afstand van al het menselijk gezwoeg, en dus van jezelf. Dat stemt mij niet droevig, ik moet er juist vaak om lachen. De kracht van zijn pessimisme is dat je er vrolijk van wordt. Deze zwartgalligste filosoof aller tijden brengt, ondanks alles en tegen beter weten in, met humor en enthousiasme een vrolijk en verlossend pessimisme.’
De mens is in de geschiedenis van de filosofie vaak omschreven als een bijzonder dier, begiftigd met rede en taal. Schopenhauer toont in sprankelende taal en met een ingenieus gedachtegoed dat de mens vooral een lachwekkende klungel is. ‘De mens is het meest volmaakte van alle huisdieren,’ zou hij vaak gezegd hebben. En dat gold natuurlijk voor hemzelf evenzeer.