‘Wij Japanners zijn erfgenamen van twee totaal verschillende culturen. Dit is een groot privilege dat westerlingen niet hebben, maar tegelijkertijd dragen we een zware verantwoordelijkheid op onze schouders. Namelijk: om de fundamenten voor een komende wereld te leggen; voor een nieuwe, verenigde wereld voorbij de verschillen tussen Oost en West.’ Deze ambitieuze woorden zijn geschreven door de Japanse filosoof Keiji Nishitani (1900-1990).
Hij beschouwde zichzelf als een representant van zowel het traditionele denken uit het land van de rijzende zon als van de moderne westerse filosofie. Zijn doel was om een wijsgerige leer te ontwikkelen die Oost en West met elkaar verbond.
Nishitani’s fascinatie met het Westen begon al vroeg. Als student aan de Keizerlijke Universiteit in Kyoto raakte Nishitani geboeid door het werk van mystieke en existentialistische auteurs als Meister Eckhart en Søren Kierkegaard. Ook zijn proefschrift, dat hij schreef onder begeleiding van Kitaro Nishida (1870-1945), de bekendste moderne Japanse filosoof, staat in het teken van westers denken: Het ideële en het reële bij Schelling en Bergson. Bovendien studeerde Nishitani van 1937 tot 1939 in Freiburg bij Martin Heidegger, die zijn wijsgerige vocabulaire en zijn stijl van filosoferen beïnvloedde.
Zin door zen
Nishitani’s interesse in westerse filosofie staat niet op zichzelf, maar maakt deel uit van een nationale intellectuele tendens. In 1853 komt het Westen (lees: de Verenigde Staten) met een ‘voorstel’ voor Japan om zijn eeuwenlange politiek van isolationisme op te geven en om een buitengewoon onvoordelig handelscontract te tekenen. Japan begrijpt dat dit optreden door de Verenigde Staten de opmaat vormt tot kolonisatie. Daarop neemt Japan het heft in eigen handen: de piepjonge keizer Meiji (1852-1912) wordt naar voren geschoven als symbool van nationale eenheid en Japanse intellectuelen reizen naar Europa om zich te verdiepen in westerse kennis en kunde, inclusief de filosofie. Dit alles moest een weergaloze wetenschappelijke, technologische en culturele inhaalslag katalyseren onder het motto: ‘Neem over en perfectioneer!’
Het dagelijks leven is de ultieme sleutel tot alle problemen
Deze leus is herkenbaar in het uitgangspunt van Nishitani’s filosofie. Dankzij zijn studietijd bij Heidegger had hij een voor zijn cultuur geheel nieuw wijsgerig begrippenapparaat ter beschikking, maar de kern van zijn denken blijft traditioneel Japans: ‘Het dagelijks leven is het basale probleem en de ultieme sleutel tot alle problemen. Dat is het zenstandpunt en, meer in het algemeen, de kern van het boeddhistische standpunt. Mijn fundamentele bezigheid houdt in: dit standpunt filosofisch doordenken. Wat betekent denken in deze filosofie van het dagelijks leven?’ Uit deze woorden blijkt dat Nishitani ondanks het gebruik van abstracte wijsgerige concepten primair op het hier-en-nu is gericht. Vanwege deze aandacht voor het dagelijks leven ziet hij zichzelf als zenfilosoof.
In zijn bekendste werk, Religion and nothingness (1961), houdt Nishitani zijn ‘zenstandpunt’ op als spiegel voor de westerse wereld, die volgens hem bedreigd wordt door het nihilisme – de overtuiging dat het leven geen enkele betekenis heeft. De filosoof stelt dat hij deze crisis maar al te goed herkent uit zijn eigen leven: ‘Mijn jeugd was een periode zonder hoop. Ik was toen geheel in de greep van nihilisme en wanhoop. Mijn keuze om filosofie te studeren was, hoe melodramatisch dit ook klinkt, een zaak van leven of dood.’
Een belangrijke katalysator voor Nishitani’s crisis was het overlijden van zijn vader aan tuberculose en zijn eigen besmetting met deze ziekte. Hij overwint de dreiging van het nihilisme met behulp van Friedrich Nietzsche (1844-1900). Deze ‘filosoof met de hamer’ stelde dat de mens die nergens houvast heeft en die nergens in gelooft plotseling het inzicht kan krijgen dat hij zijn eigen normen en waarden kan scheppen als ‘een spelend kind, een uit zichzelf wentelend rad’. Dit spelende kind kun je in verband brengen met Nietzsches idee van de ‘hogere mens’ of ‘Übermensch’. Nishitani vervangt dit ideaal echter door de persoon die ijverig zitmeditatie beoefent: de zenmens.
Tekst loopt door onder afbeelding
Het niets
Met Religion and nothingness vestigde Nishitani zijn naam als een van de grondleggers van de zogeheten Kyotoschool, een toonaangevende Japanse wijsgerige beweging die tot op de dag van vandaag representanten heeft. Tijdens de Tweede Wereldoorlog nam deze stroming echter een ambivalente houding aan ten opzichte van het extreem nationalistische en militaristische Japanse regime. De Kyotoschool was nu en dan kritisch, maar nam daarna telkens weer gedwee de standpunten van de overheid over. Het gevolg van deze opstelling was dat leden van de Kyotoschool, inclusief Nishitani, na de oorlog hun werk tijdelijk moesten neerleggen. Na dit gedwongen zwijgen schrijft de filosoof niet meer over politiek, maar des te meer over zingevingsvragen. In zijn hoofdwerk presenteert Nishitani een analyse van het menselijk bestaan aan de hand van drie ‘velden’: dat van ‘bewustzijn’, dat van ‘het niets’ en dat van ‘de leegte’. Wie deze velden met volledige inzet doorleeft, ontsnapt uit het zwarte gat van het nihilisme.
Oog in oog met de afgrond is niets waar je vroeger waarde aan hechtte nog van nut
Onder het eerste veld, dat van het bewustzijn, verstaat Nishitani onze alledaagse omgang met de wereld. Op dit niveau gaan we uit van een solide ‘ik’, dat onophoudelijk waardeoordelen over alles en iedereen heeft. Zo’n egocentrische houding verbindt ons echter niet met de diepere lagen van het bestaan. Daarvoor is een ingrijpende ervaring nodig, bijvoorbeeld van ‘existentiële angst’, een begrip dat Nishitani overneemt van Heidegger. Ook een plotselinge confrontatie met de dood kan ons ego openbreken: ‘Neem, bijvoorbeeld, iemand wiens leven betekenisloos is geworden door de dood van een geliefde, of vanwege het mislukken van een onderneming waarvoor hij alles in de waagschaal plaatste. Alle dingen die hij eens nuttig vond, worden waardeloos. Hetzelfde geschiedt als je de dood in de ogen kijkt en het bestaan van het zelf, je “zelf-existentie” zich duidelijk aftekent tegen de achtergrond van de leegte.’
Op zo’n moment stapelen de vragen zich volgens Nishitani op: ‘Waarom leefde ik? Waar kom ik vandaan en waar ga ik heen? Een leegte opent zich die niets ter wereld kan vullen; een gapende afgrond scheurt open onder de grond waarop je staat. Oog in oog met deze afgrond is niets waar je vroeger waarde aan hechtte nog van nut.’
Deze woorden vormen een indringende beschrijving van het tweede veld waarin de mens zich kan ophouden, dat van het niets. Nishitani verbindt deze term uitdrukkelijk met het nihilisme. Degene die het veld van het niets betreedt, ziet alles, of hij nu wil of niet, in het teken van sterfelijkheid. Ook als hij steenrijk is en een bezoekje brengt aan de peperdure wijk Ginza in Tokyo, die zich makkelijk kan meten met de elegantste winkelboulevards in Parijs: ‘Over honderd jaar is niemand die nu in Ginza loopt nog in leven, noch de ouderen, noch de jongeren, noch mannen, noch vrouwen.’
Daarop daagt Nishitani de lezer uit om deze honderd jaar als een bliksemschicht voor te stellen in je geest. Dit leidt tot een dubbele visie op alles om ons heen: ‘We kunnen naar de levenden kijken als zij, op en top gezond, in Ginza lopen en tegelijkertijd, als een soort verdubbeling, een beeld van de dood waarnemen. Deze dubbele blik is de correcte visie op de werkelijkheid. Het aspect van het leven en het aspect van de dood zijn allebei even echt; de werkelijkheid verschijnt nu eens als leven en dan weer als dood.’
Tekst loopt door onder afbeelding
Opgesloten in jezelf
Het veld van het niets is een werkelijk huiveringwekkende innerlijke toestand. Nishitani maakt dat duidelijk aan de hand van de veelheid aan mensen, dieren en dingen om ons heen. Waargenomen vanuit een nihilistische blik zitten al deze zaken namelijk hulpeloos opgesloten in zichzelf, van elkaar gescheiden als door een afgrond. Op het moment dat de mens deze fundamentele eenzaamheid van alles en iedereen inziet, is hij niet langer in staat om zichzelf of de buitenwereld te begrijpen. Is er een uitweg uit deze hel? Jawel, maar die is buitengewoon pijnlijk. Nishitani stelt dat degene die het veld van het niets doorleeft, dermate diep in de angst is gezonken dat er nog maar één ding op zit: nog dieper in de duisternis afdalen, totdat het licht zich plotseling aandient. Nishitani noemt dit even verontrustende als mystieke proces ‘het overwinnen van het nihilisme met behulp van het nihilisme’.
De werkelijkheid verschijnt nu eens als leven en dan weer als dood
Volgens de Japanse filosoof kent ieder mens het veld van het niets; hierin is geen verschil tussen bijvoorbeeld Oost en West. Wel benadrukt Nishitani dat juist de westerse cultuur in de huidige tijd bedreigd wordt door het nihilisme vanwege het consumentisme, materialisme en het verdwijnen van religieus geloof. Zijn oplossing is typisch oosters: door je intensief met zenmeditatie bezig te houden kun je midden in de afgrond van het niets ineens ‘het veld van de leegte’ ontdekken. Nishitani duidt dit mysterie het liefst aan met het begrip sunyata, uit het Sanskriet. Maar hij gebruikt soms ook de aan zijn leermeester Nishida ontleende term ‘absoluut niets’ (in het Japans: zettai mu).
Het ‘niets’ is iets heel anders dan het ‘absolute niets’. Het negatieve ‘niets’ boezemt ons existentiële angst in, terwijl het ‘absolute niets’ of ‘Niets’ ons juist fundamentele vrijheid verschaft. Wie namelijk tot in de diepste krochten van het nihilisme durft af te glijden, kan plotseling ontdekken dat hij geen vast ‘ik’ of ‘zelf’ heeft. Dit opgeven van het ego stort je niet in een nieuwe depressie, integendeel: je gaat er helemaal door open, voor alles en iedereen in de wereld.
Deze wonderlijke ontdekking, die in het zenboeddhisme ‘verlichting’ of satori heet, wordt door Nishitani aangeduid als het ‘betreden van het veld van de leegte’. ‘Leegte’ houdt hier in dat alles met alles verbonden is: alle dingen zijn ‘leeg’ van een vaste kern. Op die manier maken we een reis vanuit het nihilisme naar de totale openheid voor en geborgenheid in het hier-en-nu. Nishitani was er tot het eind van zijn leven van overtuigd dat alle mensen hun verbondenheid met elkaar kunnen ontdekken. De voorwaarde hiervoor is wel dat we de confrontatie met onze existentiële angst willen aangaan. Alleen zo kun je het niets overwinnen met het Niets.
Boeken
Religion and nothingness
Keiji Nishitani
vert. Jan van Bragt
University of California Press
366 blz.
€ 35,95
The self-overcoming of nihilism
Keiji Nishitani
vert. Graham Parkes en Setsuko Aihara
State University of New York Press
274 blz.
€ 33,50
The religious philosophy of Nishitani Keiji. Encounter with emptiness
Taitetsu Unno (red.)
Chisokudo Publications
366 blz.