Home Politiek ‘Een politicus moet zich laten leiden door de deugd’
Identiteit Leiderschap Politiek Vrijheid

‘Een politicus moet zich laten leiden door de deugd’

Volgens Tinneke Beeckman kunnen we van Niccolò Machiavelli leren dat vrijheid een gemeenschappelijke opdracht is.

Door Marnix Verplancke op 26 november 2020

Ferdinand Grapperhaus Ferd minister Justitie en Veiligheid Machiavelli's lef Ferdinand Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid, raakte in opspraak toen bleek dat hij op zijn eigen bruiloft de coronaregels niet in acht nam. Beeld: Sem van der Wal/ANP

Volgens Tinneke Beeckman kunnen we van Niccolò Machiavelli leren dat vrijheid een gemeenschappelijke opdracht is.

Cover van 12-2020
12-2020 Filosofie magazine Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

‘Ik moet bekennen,’ lacht de Vlaamse filosofe Tinneke Beeckman (44), ‘dat ik een drempel over moest om Machiavelli te lezen. Machiavelli, was dat niet de filosoof die uiteenzette hoe je kon manipuleren en bedriegen? Wilde ik dat wel weten? Waren er geen interessantere figuren om me in te verdiepen dan de filosoof die door Mussolini werd bewonderd?’

Uiteindelijk las Beeckman hem toch. Ze heeft nu zelfs een boek over hem geschreven: Machiavelli’s lef. Het was Spinoza die haar over de streep trok. ‘Hij schreef dat hij Machiavelli bewonderde omdat hij zoveel gedaan had voor de vrijheid,’ zegt Beeckman. ‘Hoezo, dacht ik – waarna ik me ging in­lezen. Ik ontdekte dat Machiavelli zijn slechte naam vooral te wijten had aan zijn mening dat de kerk geen politieke rol mocht spelen. In gelovige kringen werd hij daarom weggezet als een baarlijke duivel.’

Niccolò Machiavelli (1469-1527) was de zoon van een advocaat uit de Italiaanse stad Florence. In 1494 werd daar de familie De’ Medici van de macht verdreven en nam de christen-fundamentalistische dominicaan Fra Savonarola de scepter over – om drie jaar later zelf op de brandstapel te belanden. De stad werd een republiek en Machiavelli, 29 jaar oud, kwam aan het hoofd te staan van de Tweede Kanselarij, een politieke raad die het stadsbestuur adviseerde, en van de Raad van Tien, het voornaamste militaire orgaan van de stad. Hij werd een succesvol diplomaat en een man met aanzien, tot de De’ Medici’s er veertien jaar later in slaagden de republiek omver te werpen.

Als republikein moest Machiavelli, na een gevangenschap, zijn biezen pakken en vertrekken naar het platteland, maar hij bleef dromen van een politieke carrière. Hij schreef Il Principe (meestal vertaald als ‘de vorst’ of ‘de heerser’), dat hij opdroeg aan Lorenzo de’ Medici en waarin de beroemde zin voorkomt dat je als leider beter gevreesd dan geliefd kunt worden. Hij hoopte op rehabilitatie, maar tevergeefs. Ook schreef hij zijn Discorsi (‘Verhandelingen’), die pas na zijn dood werden gepubliceerd. Hierin deed hij zijn republikeinse ideeën uit de doeken.

‘Wat Machiavelli had ontdekt,’ aldus Beeckman, ‘is dat de grootste bedreiging voor de republikeinse vrijheid het wangedrag van de elite is. Die reserveert steeds meer middelen voor zichzelf, waardoor de inspraak van het volk te veel beperkt wordt. Terwijl een gezonde politiek juist steunt op een conflict tussen volk en elite.’

Wat is volgens Machiavelli het doel van de politiek? Gelijkheid? Rechtvaardigheid? Geluk?
‘Mensen zijn ongelukkig wanneer het slecht gaat en ontevreden wanneer het goed gaat, zegt Machiavelli. Voor hem is het geluk dus zeker niet het doel van politiek, want dat is een hopeloze zaak. Nee, het doel van politiek is vrijheid, wat betekent dat je niet onderworpen bent aan de willekeurige macht van een ander. Net als Hobbes en anderen uit de realistische traditie ziet hij dat de mens ijdel, jaloers en hebberig is, en dat hij over weinig zelfinzicht beschikt. Niet echt bemoedigend, maar in tegenstelling tot Hobbes, die vanuit die premissen tot de conclusie komt dat de mens een machthebber nodig heeft die iedereen in toom houdt, gelooft Machiavelli in de vernuftigheid van de mens en in zijn bereidheid om in een republiek samen te werken.’

Een liberaal dus?
‘Nee, dat niet. Voor liberalen gaat het bij vrijheid om iets anders. Liberale vrijheid eist dat burgers niet gehinderd mogen worden zolang ze zelf anderen geen schade berokkenen. Maar voor de republikein betekent vrijheid dat niemand macht over jou heeft en dat je medezeggenschap hebt over de wetten waaraan je moet gehoorzamen. Het is een vrijheid die veel meer betrokkenheid vraagt, van zowel politicus als burger. Belangrijk bij die betrokkenheid is de rol van de deugd. Voor Machiavelli vraagt politiek handelen om deugd, om virtù. Een politicus moet zich laten leiden door de deugd, zei hij.’

Wat houdt die deugd bij Machiavelli precies in?
‘Die staat bij hem in de traditie van Aristoteles, voor wie deugd betekende: ontplooiing van je potentieel, proberen voortreffelijk te zijn. Deugd heeft dus niets te maken met jezelf iets ontzeggen. Voor Machiavelli is de deugd een manier om de fortuin te temperen, een blinde kracht die al je plannen steeds overhoophaalt. Machiavelli zag het belang van de deugd op allerlei vlakken. Die houdt, schreef hij, in dat je empathisch naar je tegenstander luistert. Deugd betekent volharding en toewijding, maar ook dat je leert omgaan met schijn en bedrog, die onvermijdelijk deel uitmaken van het politieke spel.’

‘Je moet proberen verdienstelijk te zijn voor je gemeenschap, zei Machiavelli’

Die centrale rol van de deugd lijkt te botsen met het gangbare beeld van Machiavelli – dat van een denker voor wie politiek enkel om de verwerving en het behoud van macht gaat.
‘Het is een misverstand dat het bij Machiavelli in de politiek enkel om macht zou draaien. Zijn idee van deugd is fundamenteler voor zijn denken dan het geheel aan technieken om macht te verwerven dat hij in Il Principe beschrijft. Je moet beseffen dat je altijd een mogelijkheid tot handelen hebt, zei Machiavelli, en die verantwoordelijkheid moet je op je nemen. Deugd heeft bij hem niet alleen betrekking op je eigen machtspositie. “Ik hou meer van mijn stad dan van mijn ziel,” schreef Machiavelli toen hij verbannen was uit Florence. Je moet proberen verdienstelijk te zijn voor je gemeenschap, zei hij, het goede doen voor anderen, ook als je daar zelf nadeel van ondervindt. Tegenwoordig wordt die inzet voor anderen wat mee­warig bekeken, terwijl mensen die hun eigenbelang nastreven, die protserigheid, rijkdom en roem hooghouden en de deugd gewoon aan hun laars lappen, juist worden bewonderd. Machiavelli zou daar een eerste ontsporing van de vrije republiek in zien. Hij zei dat als politici niet langer omwille van hun deugd verkozen worden, maar om hun populariteit, het einde van de politiek nabij is. Vandaar dat burgers ook goed moeten beseffen wat die deugd precies inhoudt.’

Stel dat Machiavelli in onze tijd zou leven. Wat zou hij denken als hij in landen als Nederland of België zou rondlopen?
‘Hij zou ook nu opkomen voor vrijheid, en ons wijzen op indirecte manieren waarop die beperkt is. Neem nu zelfcensuur. Voor een liberaal ben je onvrij wanneer je ge­hinderd wordt, én je moet de bron van je onvrijheid kunnen aanduiden. De republikein zal erop wijzen dat het spel soms subtieler gespeeld wordt. Wie veel macht heeft, hoeft helemaal niet expliciet te zeggen wat anderen moeten doen. Iedereen die voor die persoon werkt, bijvoorbeeld, past zich aan. Wanneer je in een precaire positie zit, geen zekerheid of bescherming hebt en van de ene dag op de andere vervangen kunt worden, ga je op je woorden letten en je eisen temperen om niemand op de tenen te trappen. Dat is een inperking van je vrijheid. De superrijke eigenaar van de Franse krant Le Monde, Xavier Niel, liet zich ontvallen dat als journalisten hem lastigvallen hij gewoon aandelen koopt van hun krant en dat ze hem daarna met rust laten. Op die manier durven ze geen vragen naar zijn fortuin of politieke invloed meer te stellen. Liberaal gezien is hier niets aan de hand, maar eigenlijk zijn die mensen niet meer vrij.’

Even tussendoor… Meer lezen over Machiavelli en andere grote denkers? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Veel kwesties in de huidige politiek gaan om identiteit, van allerlei groepen en minderheden. Identiteitspolitiek is in de mode. Hoe zou Machiavelli daarmee omgaan?
‘Voor hem is een onderscheid tussen burgers geen goede zaak. In die zin zou hij identiteitspolitiek zien als een voorbeeld van een slecht conflict. Conflict is voor hem de essentie van het politieke: de strijd tussen elite en volk bevordert de vrijheid. Er zijn dus groepen met verschillende belangen en visies, en dat is goed. Belangrijk is wel dat de legitimiteit van de andere groep niet ter discussie wordt gesteld. Een traditioneel voorbeeld van zo’n goed conflict is dat tussen politiek progressief en con­servatief. Een voorbeeld van een slecht conflict maakte Machiavelli van dichtbij mee: Fra Savonarola die de bevolking van Florence opdeelde in goeden en slechten. De gelovigen die in hem een goddelijke leider zagen waren de goeden, de anderen de slechten, volgers van de duivel. De hedendaagse identiteitspolitiek maakt een gelijkaardige indeling. Onafhankelijk van wat je doet, in positieve of in negatieve zin, word je gerekend tot een bepaalde groep. Sommige groepen kunnen niets slechts meer doen en andere niets goeds. Zo’n indeling is niet wenselijk.’

Bovendien wordt uitgegaan van persoonlijk leed: ‘Ik vind dat jij geen recht van spreken hebt omdat ik leed voel bij wat jij zegt.’
‘Er wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen het private en het publieke. In Il Principe schrijft Machiavelli dat een politiek leider een publieke en een private functie heeft en dat dit twee verschillende zaken zijn. Je hebt een rol te spelen, die anders is dan je rol in het private leven. Hetzelfde geldt voor de burger. Vandaag de dag zie je dat mensen vanuit private ervaringen een recht opeisen om publiek geloofwaardiger te worden gevonden. “Ik als vrouw, als moeder,” zeggen ze bijvoorbeeld. Ze vallen in de openbare sfeer terug op het private. Terwijl de essentie van de politiek juist is dat het publieke niet persoonlijk is. Politieke tegenstellingen zijn geen intieme kwesties. Iemand kan een ander politiek standpunt hebben dan ik, maar dat is geen persoonlijke aanval op mij. Wanneer iemand een andere mening heeft, is dat zijn recht. Ik hoef me daar niet gekwetst door te voelen. Dat onderscheid moet je kunnen maken, zelfs al is het onaangenaam.’

‘Hij vond dat je dingen nooit op hun beloop mag laten’

Maar het private wordt toch soms publiek? Twee homo’s die op straat aangevallen worden omdat ze elkaars hand vasthouden, kunnen uit dat voorval toch politieke consequenties trekken?
‘Natuurlijk kunnen persoonlijke ervaringen een motivatie zijn om je politiek te engageren. Maar ook dan moet je het persoonlijke voorval overstijgen, het op een politiek plan brengen en gemeenschappelijke visies zoeken. Je moet het zo vertalen dat het gaat over iedereen als burger. Anders bewandel je een heilloze weg.’

We leven in een tijd van crisis – medisch, economisch en politiek. Wat zou Machiavelli onze politiek leiders hebben geadviseerd?
‘Zijn voornaamste stelling was dat je de dingen nooit op hun beloop mag laten. Machiavelli zag zichzelf graag als een politiek geneesheer. In het begin zijn er nog veel opties voor mogelijke remedies, stelde hij, maar als je niet ingrijpt, verergert de ziekte en zie je je opties slinken, tot het moment dat je ingreep het leven van de patiënt in gevaar brengt. Zomaar de boel de boel laten vond hij verschrikkelijk. Zodra je iets ziet wat je verontrust, moet je ingrijpen.

Neem bijvoorbeeld de eurocrisis. De Europese Commissie wist dat Griekenland al jaren een vervalste begroting indiende, maar dat werd met de mantel der liefde bedekt. Ten onrechte, zo bleek tijdens de financiële crisis van 2008, toen de euro dreigde om te vallen. Vind jij dat niet ongelooflijk – dat men dacht dat het wel vanzelf in orde zou komen? Men had Griekenland al jaren eerder op de vingers moeten tikken, maar dat gevoel van verantwoordelijkheid en deugd ontbrak blijkbaar. De gevolgen daarvan zijn nog altijd voelbaar.’

no-image

Machiavelli’s lef
Tinneke Beeckbam
Boom
288 blz.
€ 24,90