Home Economie De naïveteit van het ‘Kapitalistisch manifest’
Economie

De naïveteit van het ‘Kapitalistisch manifest’

Hans Achterhuis ontdekte het boek dat dient als Bijbel voor de neoliberalen. ‘Ook ik heb de utopische kracht van het neoliberalisme onderschat.’

Door Maarten Meester op 26 mei 2010

Hans Achterhuis filosoof de utopie van de vrije markt neoliberalisme beeld Vysotsky (Wikimedia)

Hans Achterhuis ontdekte het boek dat dient als Bijbel voor de neoliberalen. ‘Ook ik heb de utopische kracht van het neoliberalisme onderschat.’

05-2010 Filosofie magazine Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Frits Bolkestein heeft afgezegd voor een debat met hem in het programma Buitenhof, krijgt Hans Achterhuis een paar minuten voor aanvang van het interview te horen. De filosoof reageert teleurgesteld: ‘Na de val van de Muur wees Bolkestein iedereen terecht die linkse sympathieën had gekoesterd. Ik had het willen omdraaien. Veel rechtse mensen koesterden sympathie voor neoliberale denkers als Friedrich von Hayek en Milton Friedman, die niet alleen medeverantwoordelijk zijn voor de kredietcrisis, maar ook sympathiseerden met Pinochet. Moeten zij nu ook verantwoording afleggen? Bolkestein houdt toch zo van het debat? Dan moet hij het aangaan.’

Nu had Achterhuis tijdens dat debat niet op zijn eigen gelijk willen gaan tamboereren. Zeker omdat er van dat eigen gelijk volgens hem geen sprake is. De auteur van De erfenis van de utopie (1998) en Utopie (2006) trekt in zijn nieuwe boek De utopie van de vrije markt het boetekleed aan – een constante in het oeuvre van de filosoof, voor wie kritiek altijd ook zelfkritiek is. ‘Ook ik heb in het verleden, net als veel andere mensen die utopieën bestuderen, de utopische kracht van het neoliberalisme onderschat.’

Meer filosofische analyses van het neoliberalisme lezen? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief

Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Terwijl dat utopische karakter onmiskenbaar is – achteraf gezien. Neem de al genoemde Hayek (1919-1992). Die ‘wilde alle obstakels voor vrije groei wegvagen’, zodat de ‘zelfregulerende krachten van de markt’ konden zorgen voor een nieuwe en betere maatschappij. In die paar woorden van de Oostenrijkse econoom en politiek filosoof komen al twee belangrijke utopische onderwerpen naar voren. Ten eerste uiteraard het vooruitwijzen naar een nieuwe en betere maatschappij. Ten tweede de gedachte dat er om die prachtige nieuwe wereld te bereiken best wat geofferd mag worden (‘wegvagen’). Hayek en zijn medeneoliberaal Friedman sympathiseerden dan ook met Pinochet, die in 1973 het bewind van Allende omverwierp om van Chili een neoliberaal paradijs te maken.

Kapitalistisch manifest

Hans Achterhuis heeft zelfs het ‘Kapitalistisch manifest’ weten op te duikelen. Te weten Atlas Shrugged, van de Russisch-Amerikaanse schrijfster en filosofe Ayn Rand (1905-1982). In dit boek is selfishness, eigenbelang, het centrale begrip. Ook komt er een neoliberale Robin Hood in voor die regeringsschepen berooft om kapitalisten te kunnen compenseren voor de belasting die zij hebben betaald. Nu zal dit alles de meeste Europanen weinig zeggen en hun hoogstens wat kinderlijk voorkomen. Waarschijnlijk gaat het meer leven als we zeggen dat Amerikanen Atlas Shrugged het op een na belangrijkste boek van de vorige eeuw vonden, na de Bijbel. En dat Rands bekendste leerling Alan Greenspan heet en tot 2006 president van de Amerikaanse federale bank was. Greenspan stelde herhaaldelijk dat Rand met haar boek ‘het morele fundament onder het kapitalisme had gelegd’. Achterhuis vertelt dat hij eerst zelf ook moeite had om Atlas Shrugged serieus te nemen. ‘De gedachte erachter is zo naïef: als je de markt maar zijn gang laat gaan, komt alles goed. Maar Greenspan geloofde erin.’

Economie

Hoe kan het nu dat zo lang vrijwel niemand gezien heeft dat de vrije markt een utopie is? ‘Zelf was ik te onzeker’, antwoordt Achterhuis. ‘Toen ik twintig jaar geleden nog wel durfde te discussiëren met economen, ben ik plat gezegd te vaak op mijn bek gegaan. Op een gegeven moment heb ik gezegd: economie is een eigen wetenschap, met moeilijke getallen en modellen. Die economen zullen wel gelijk hebben, want de meerderheid gaat dezelfde kant op. Daarbij leek er geen alternatief voor de vrije markt voorhanden, noch het communisme, noch de traditionele verzorgingsstaat. Pas sinds de kredietcrisis durf ik weer voorzichtig op de economie in te gaan, te zeggen: zitten daar niet die en die filosofische vooronderstellingen achter? Moeten we daar geen vragen over stellen?’

Achterhuis zegt dat hij schroom had om als filosoof over economie te schrijven. Maar uit De utopie van de vrije markt blijkt juist dat filosofen altijd al over economie hebben geschreven. Ayn Rand was filosofe – misschien niet het gelukkigste voorbeeld. Maar Achterhuis gaat ook uitgebreid in op Aristoteles, John Locke, Adam Smith en Jeremy Bentham.

‘De filosofie begint volgens velen met Plato, de economie met Aristoteles’, schrijft hij zelfs. Nu dreigt daar wel een zekere begripsverwarring. De Griekse denker sprak van oikonomia, ‘het huishouden beheren’, ‘zorgen voor de eigen omgeving’. Wat we nu vaak onder economie verstaan, noemde hij chresmatike, ‘goederen verwerven via ruil en koop’. Achterhuis meent dat juist dat oikonomia-begrip ons veel kan leren omdat daarin de oikos centraal staat, de kleinere gemeenschap. ‘Ik ben helemaal niet tegen globalisering of marktwerking. Maar van Aristoteles kunnen we wel leren dat een wereldmarkt niet automatisch beter is voor iedereen op de hele wereld. Hij kan ons ook weer leren dat geld een nuttig iets is – dat zegt hij nadrukkelijk –, maar dat het een volstrekt eigen leven kan gaan leiden. Daar waarschuwt hij voor, en dat waarvoor hij heeft gewaarschuwd is gebeurd.’

De utopie van de vrije markt

De utopie van de vrije markt
Hans Achterhuis
Lemniscaat
319 blz.
€ 19,95