Toen ik twee jaar geleden aan dit stuk begon, had ik geen idee dat het zo actueel zou worden,’ zegt hij, ‘maar vandaag de dag zijn vrijheid en identiteit – de twee grote thema’s van het existentialisme – niet meer weg te denken uit het maatschappelijk debat.’ Aan het woord is de Vlaamse theatermaker en filosoof Stefaan Van Brabandt, die in januari bij Het Zuidelijk Toneel met een dialoog komt tussen filosofenstel Simone de Beauvoir en Jean-Paul Sartre, gespeeld door Sien Eggers en Frank Focketyn.
Het is een voorstelling die in de reeks past waarin eerder Socrates, Marx en Spinoza de revue passeerden – toneelstukken die op een lichtvoetige en bevattelijke manier een beeld geven van de filosofen in kwestie, de belangrijkste gebeurtenissen uit hun leven aanhalen en de relevantie van hun denken voor de huidige tijd blootleggen.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
‘Ik wil vooral tonen dat filosofen net mensen zijn, en dus geen heiligen,’ lacht Van Brabandt. ‘En dat geldt zeker voor Sartre en De Beauvoir, het bekendste, maar misschien ook wel het beruchtste filosofenkoppel van de twintigste eeuw.’
Van Brabandts eerdere stukken over filosofen waren steevast monologen, maar deze keer heeft hij voor een dialoog gekozen. Geen Sartre óf De Beauvoir dus, maar Sartre én De Beauvoir. Dat is geen toeval, vertelt hij: ‘Ze waren elkaars inspirator en filosofeerden al dialogerend. Het zijn en het niet van Sartre is duidelijk beïnvloed door De Beauvoir. En zonder Sartre had De Beauvoirs De tweede sekse er wellicht heel anders uitgezien, of had ze het misschien wel nooit geschreven.’
‘We vallen nooit samen met het beeld dat we van onszelf hebben’
Ze hielden ervan om hun leven te dramatiseren, of zoals Sartre schreef: ‘Je kunt je leven leven, maar je kunt het ook vertellen. Ik verkies het tweede.’ Het idee dat je zelf vorm moet geven aan je leven is cruciaal in het existentialisme, de stroming waartoe hij en De Beauvoir behoren. Je moet je niet laten insnoeren door traditie, cultuur of opvoeding. Daarin ben je weliswaar ‘geworpen’, maar je kunt jezelf er ook altijd aan onttrekken. Vrijheid is wat je doet met wat je is aangedaan, vonden ze.
Van Brabandt: ‘Je bent weliswaar deels bepaald door je omgeving, maar nooit helemaal. Je kunt je altijd verhouden tot je situatie, en daardoor ben je ook altijd vrij om jezelf te bepalen; je kunt spelen met de gegevenheden. En dat deden Sartre en De Beauvoir. Ze namen de regie van hun leven in handen en maakten er een eigen verhaal van. Als acteurs zonder opgelegde tekst improviseerden ze spelenderwijs een leven bij elkaar.’
Doordat we vrij zijn, zijn we genoodzaakt om ‘acteurs’ te worden?
‘Precies. Een steen verhoudt zich niet tot zichzelf, een mens wel. Omdat we ons kunnen verhouden tot onszelf vallen we nooit met onszelf samen. Er is volgens existentialisten niet zoiets als de menselijke natuur of een God die een plan met ons heeft.
“Existentie gaat vooraf aan essentie,” schreef Sartre. Dat we bestaan gaat vooraf aan wat we met dat bestaan aanvangen. De mens is daarom wat hij van zichzelf maakt. Mens-zijn gaat daardoor altijd hand in hand met openheid en mogelijkheid. Als mens zijn we tot die vrijheid veroordeeld, al willen we er ook vaak aan ontsnappen, omdat ze gepaard gaat met een verpletterende verantwoordelijkheid. Sartre zag in dat het voor ieder van ons in zekere mate onvermijdelijk is om je tijdelijk te identificeren met bepaalde rollen.
‘De mens is wat hij van zichzelf maakt, stelden Sartre en De Beauvoir’
Het bekendste voorbeeld dat hij hiervan geeft, is dat van de ober. Sartre beschrijft hoe een ober zich volledig identificeert met het “ober-zijn”; hij beseft niet meer dat hij enkel de rol van ober aan het spelen is en ook altijd méér is dan ober. Want wie hij is, ligt nooit vast. Dat is wat de mens is: het niet-vastgelegde dier. Onszelf fixeren, ons voordoen alsof we wél iets vaststaands zijn, is onszelf bedriegen en onze vrijheid verraden. Vrijheid is beseffen dat we nooit samenvallen met het beeld dat we van onszelf hebben of dat anderen van ons hebben.’
We krijgen ook rollen opgedrongen door anderen?
‘Ja, daar wees De Beauvoir op in De tweede sekse. Vrouwen krijgen een bepaalde maatschappelijke positie opgedrongen, stelde ze, en ze internaliseren die ook. De Beauvoir vond dat vrouwen én mannen zich samen moesten verzetten tegen de heersende voorstellingen van hoe mannen en vrouwen moeten zijn. Die mythes hebben we zelf geschapen, wat betekent dat we ook iets anders kunnen bedenken. Maar dat kan pas als je beseft dat je niet als vrouw wordt geboren, maar tot vrouw wordt gemaakt. Het doet denken aan Marx, die zei dat een klasse zich er eerst van bewust moet worden dát ze een klasse is. Pas dan kan ze de strijd aangaan en zichzelf emanciperen. Hetzelfde had De Beauvoir voor ogen, maar dan met vrouwen.’
Wat zouden Sartre en De Beauvoir van de huidige identiteitspolitiek vinden, waarbij mensen de nadruk leggen op bijvoorbeeld hun seksuele geaardheid of huidskleur?
‘Ik vermoed dat hun houding dubbel zou zijn. Enerzijds zouden ze wellicht opmerken dat je jezelf gevangenzet door je al te zeer te identificeren met een bepaald kenmerk of een specifieke voorkeur. Maar anderzijds moet je die identiteit soms ook aannemen om je te organiseren als groep en om medestanders te mobiliseren in de strijd voor gelijkwaardigheid.’
Vrijheid is een begrip waar nu veel over gesproken wordt, onder anderen door mensen die stellen dat ze de vrijheid hebben om het coronavaccin te weigeren. Hoe zouden Sartre en De Beauvoir daar denkt u tegen aankijken?
‘Vrijheid is het tegenovergestelde van egoïstische willekeur, die anderen schade kan toebrengen. Ze zouden zich daarom mijns inziens fel kanten tegen de vrijheid van de jungle, waarin iedereen doet waar hij zin in heeft, en tegen de egocentrische weigering van elke verantwoordelijkheid. Vrijheid stond bij Sartre en De Beauvoir voor engagement: je inzetten en zorg dragen voor anderen, en voor het recht op dezelfde vrijheden voor iedereen. Want zolang niet iedereen vrij is, aldus Sartre, is niemand vrij.’
In uw stuk laat u De Beauvoir opmerken dat er over alle meisjes die ze samen veroverden niet meer gesproken moet worden. ‘Die zaak is verjaard,’ zegt ze. Hadden ze het zelf ook moeilijk met de grenzen van hun vrijheid?
‘Frans de Haan schetst in zijn boek over Sartre en De Beauvoir een duister portret van hen. Toen De Beauvoir lesgaf op een middelbare meisjesschool had ze intieme relaties met enkele leerlingen, die soms ook werden doorgespeeld aan Sartre. Op het einde van haar leven schreef ze dat ze van niets spijt had, behalve van hoe zij en Sartre sommige erg jonge en kwetsbare meisjes hadden behandeld.
Net zoals de andere filosofen die ik in mijn stukken opvoer, waren ook Sartre en De Beauvoir complex, ambivalent en zeker niet altijd consequent. Net mensen dus.’
De voorstelling ‘Sartre & De Beauvoir’ is momenteel te zien op verschillende plekken in Nederland en België.
Stefaan van Brabandt (1979) is een Belgische filosoof en theatermaker. In 2015 bracht hij SOCRATES op het toneel. De voorstelling was de eerste in een reeks filosofenmonologen van zijn hand. Naast zijn werk als theatermaker maakt Van Brabandt tv-programma’s, heeft hij muziek uitgebracht en schrijft hij.