Home Vrijheid De verleiding van de vrije wil
Filosofie en literatuur Psyche Schuld Vrijheid

De verleiding van de vrije wil

Er is vaak gepoogd om te bewijzen dat de vrije wil niet bestaat, toch blijft de gedachte dat we vrije keuzes kunnen maken ons aantrekken. Waarom?

Door Thomas Velvis op 20 oktober 2023

gevangenen gevangenis cel cellen Estrella Jail Phoenix Arizona Gevangenen keren terug naar hun cellen in Estrella Jail in Phoenix, Arizona. Beeld: Alamy

Er is vaak gepoogd om te bewijzen dat de vrije wil niet bestaat, toch blijft de gedachte dat we vrije keuzes kunnen maken ons aantrekken. Waarom?

Filosofie Magazine FM11 vrije wil
11-2023 Filosofie magazine Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Op een dag slaat Rodion Raskolnikov een pandhoudster dood met een bijl, en niet zonder reden. Raskolnikov, de hoofdpersoon van Dostojevski’s roman Misdaad en straf, zit aan de grond. Met zijn laatste kostbaarheden als onderpand heeft hij geld van de pandhoudster geleend tegen een woekerrente. Hij zit vrijwel zonder eten, kan de huur van zijn kamer niet meer betalen en gaat in lompen gekleed. Daar komt nog de vernedering bij dat zijn zus heeft ingestemd met een huwelijk enkel om hem geld te kunnen sturen. Ondertussen zit de pandhoudster – een weerzinwekkende oude vrouw – op een berg geld waar ze niets mee doet.

Raskolnikov kon niet anders handelen dan hij deed; de omstandigheden dwongen hem ertoe. Dat is tenminste wat we in zo’n situatie geneigd zijn te denken. Dat komt, stelt de Zwitserse filosoof Peter Bieri in Het handwerk van de vrijheid. Over de ontdekking van de eigen wil (2006), doordat we zijn daad achteraf proberen te verklaren. In een terugblik lijkt iemands handeling altijd de onvermijdelijke uitkomst van zijn beweegredenen. Maar als je je in Raskolnikov verplaatst, je voorstelt dat je in zijn versleten schoenen staat op het moment van kiezen, dan blijken er wel degelijk verschillende handelingen mogelijk. ‘Dit is het interne perspectief, waarmee we ons niet naar het verleden maar naar het heden en de toekomst keren,’ schrijft Bieri. In dit perspectief ‘blijkt er een speelruimte van verschillende mogelijkheden te zijn, waaruit we kunnen kiezen’.

Deze ervaring van wilsvrijheid is een wezenlijk onderdeel van het innerlijke perspectief, meent Bieri. We kunnen ons in het leven van alledag niet aan de indruk onttrekken dat we handelen uit vrije wil, dat we kunnen kiezen om een boek te lezen of een wandeling door het park te maken. Alle pogingen om te bewijzen dat de vrije wil een illusie is, zoals in de bestseller Wij zijn ons brein (2010) van hersenwetenschapper Dick Swaab of recenter Waarom schurken pech hebben en helden geluk (2021) van filosoof ­Jurriën Hamer, hebben daar niets aan veranderd. Hoe kan dat? Wat is de aantrekkingskracht van de vrije wil?

Zelf handelen

Vaak valt de waarde van de vrije wil pas op als deze wordt beperkt. Volgens Gerben Meynen, hoogleraar forensische psychiatrie aan de Universiteit Utrecht en hoogleraar ethiek aan de Vrije Universiteit Amsterdam, is dit het geval bij een psychische stoornis, die kan leiden tot een ‘verlies aan vrijheid’. ‘Zo stond het in de vorige editie van de DSM, het handboek voor psychische aandoeningen. Maar wat houdt dat vrijheidsverlies precies in? En gesteld dat het om vrijheid van de wil gaat, hoe moet je die dan definiëren?’

De Duitse psychiater, neuroloog en filosoof Henrik Walter onderscheidt drie elementen van de vrije wil: dat je alternatieven hebt om uit te kiezen, dat je zelf de oorsprong bent van je acties, en dat je in staat bent om redenen te geven voor de dingen die je doet. Om te begrijpen hoe psychische stoornissen de wilsvrijheid kunnen beperken hoef je niet tussen de verschillende betekenissen te kiezen, zegt Meynen. ‘Het is interessanter om ze naast elkaar te hanteren. Zo bestaan er stoornissen die gepaard gaan met een enorme drang om iets te doen. Denk aan het zeldzame fenomeen van de bevelshallucinatie, waarbij mensen een stem horen die hun opdrachten geeft. In sommige gevallen kunnen ze zo’n opdracht niet weigeren. Dan mist iemand alternatieven voor zijn handelen.’

Een ander element van de vrije wil speelt een rol bij een manische episode. Meynen: ‘Iemand in een manische episode gaat zich heel anders gedragen dan normaal. Hij verspreidt bijvoorbeeld nieuwe ideeën, slaapt weinig en krijgt makkelijk ruzie. Als cliënten op deze periode terugkijken, kunnen ze zeggen: “Ik was mezelf niet.” Daarmee drukken ze uit dat hun gedrag niet bij henzelf vandaan kwam, dat zij niet de auteur waren van hun handelen.’

‘De vrije wil is niet een of ander mechanisme in ons brein’

Ook redenen geven voor het eigen handelen kan bij sommige psychische stoornissen problematisch zijn, zegt Meynen. ‘Sommige mensen die last hebben van psychosen krijgen te maken met incoherentie: ze kunnen niet uitleggen waarom ze doen wat ze doen, en als ze dat wel kunnen valt te betwijfelen of de genoemde redenen echt de oorzaak van hun handelingen zijn. Hun gedrag is “verward”. Moeite hebben met redenen geven treedt overigens soms ook op bij mensen met dementie. Als je telkens je gedachtegang vergeet, wordt het moeilijk om te argumenteren.’

Of het iemand nu ontbreekt aan alternatieven, auteurschap of argumenten, telkens gaat er iets zeer waardevols verloren volgens Meynen: de mogelijkheid om zelf richting aan je leven te geven. ‘In de psychiatrie zijn veel behandelingen erop gericht dat mensen weer meer hun eigen beslissingen kunnen nemen en daar verantwoordelijkheid voor kunnen dragen. In het strafrecht gaat het dan over toerekeningsvatbaarheid: weet je wat je doet en heb je controle over je handeling? Zo niet, dan is een dader niet strafbaar.’

Maar we moeten waken voor een stigma, benadrukt Meynen. ‘Ontoe­rekeningsvatbaarheid komt zelden voor. In beginsel dragen mensen met een psychische stoornis net als ieder ander verantwoordelijkheid voor hun daden. Natuurlijk kunnen psychische stoornissen grote impact hebben op de wilsvrijheid, maar je mag mensen hun vrijheid en verantwoordelijkheid nooit zomaar ontzeggen.’

Per ongeluk

Tegenwoordig zie je een verregaande mate van psychologisering van andermans gedrag, zegt Maureen Sie, hoogleraar filosofie aan Tilburg University. ‘Daarbij maken we vaak excuses waarom mensen handelen zoals ze handelen. Denkers die sceptisch zijn over de vrije wil, zoals Gregg Caruso en Derk Pereboom, maken zich hard voor hervormingen van het strafrecht: als we bepaald worden door onze hersenprocessen of door onze opvoeding kunnen we niet zomaar gestraft worden voor onze fouten, redeneren zij.’

Even tussendoor… Meer lezen over filosofie en vrije wil? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Hun kritiek is terecht als het gaat om het strafrecht, stelt Sie. ‘Mensen gebruiken de vrije wil om strenge straffen te rechtvaardigen, terwijl bij criminelen vaak sociale omstandigheden en aangeboren eigenschappen een belangrijke rol spelen.’ Maar het wordt volgens Sie problematisch als we deze houding overnemen in onze alledaagse omgang met elkaar. ‘Dan zetten we de ander buitenspel door ervan uit te gaan dat zijn gedrag veroorzaakt is door een soort kortsluiting in zijn brein, in plaats van te veronderstellen dat mensen iets doen omdat ze denken dat het juist is om te doen.’

Sie: ‘Stel dat iemand me een kunstje flikt en voor de vijfde keer te laat komt op een afspraak. Dan zeg ik tegen die persoon: “Kun je niet op tijd komen? Ik zit alweer op je te wachten.” Die reactie veronderstelt het concept dat sommigen “vrije wil” noemen: ik ga ervan uit dat de ander controle heeft over diens gedrag, de vrije wil heeft om dat gedrag aan te passen aan onze gedeelde verwachtingen. Het zou een verlies zijn als we altijd zouden denken: die ander zal wel niet in staat zijn om op tijd te komen.’

‘Vanuit ons innerlijk perspectief ervaren we altijd een speelveld van mogelijkheden’

Zonder het concept van de vrije wil verdwijnt de kostbare praktijk van morele verantwoording afleggen, meent Sie. ‘Het aantrekkelijke van de vrije wil is dat je zaken zelf met elkaar kunt organiseren in het morele domein. Iemand die vaak te laat komt is geen patiënt die hulp nodig heeft, geen speelbal van de omstandigheden. Je kunt die persoon aanspreken en om redenen vragen, en hij of zij kan dan verontschuldigingen aanbieden en beterschap beloven. Bovendien valt er onderscheid te maken tussen degene die uit onachtzaamheid te laat komt en degene die te laat komt doordat hij vier kinderen naar school moet brengen, of mantelzorger is voor zijn partner.’

De vrije wil is voor Sie iets wat we in de praktijk bepalen terwijl we met elkaar omgaan, niet een of ander mechanisme in ons brein. ‘We leren kinderen hoe we het spel van vrije wil en verantwoordelijkheid spelen. Als een vierjarig kind zijn zusje knijpt, vragen we: “Waarom doe je dat?” We weten wel dat het knijpen niet volledig bewust en intentioneel is op die leeftijd, maar we leren het kind dat je dit soort dingen nooit “per ongeluk” kunt doen, en dat we redenen verwachten als het zich misdraagt. Als een kind een kopje omstoot reageren we heel anders, zodat duidelijk wordt dat sommige dingen buiten je controle, buiten je wil vallen. Langzamerhand worden kinderen zo volwaardige actoren in het morele domein.’

Snoeshaan

Meedoen aan het spel van vrije wil en verantwoordelijkheid draait ook om gelijkwaardigheid, zegt Sie. Het is moeilijk om de ander als gelijke te zien als je niet gelooft dat de ander kan kiezen hoe hij handelt en redenen kan geven voor zijn keuze. Maar volgens Bieri is dat eigenlijk pas het begin van wilsvrijheid. Vrije wil gaat voor hem niet alleen om beslissen uit vrije wil, maar belangrijker nog om het toe-eigenen van die wil. ‘Vrij zijn betekent eigenzinnig zijn,’ schrijft hij in Het handwerk van de vrijheid. ‘Het betekent dat je kunt onderscheiden tussen een wil die je door anderen is ingeprent en een wil waarin je eigen individualiteit en unieke karakter tot uitdrukking komen.’

De waarde van de vrije wil is dat we onszelf erin uitdrukken, stelt Bieri, en dat gaat niet vanzelf. In de boeken die hij schrijft onder het pseudoniem Pascal Mercier moeten de personages steevast hun vrije wil op zichzelf veroveren. Zo moet docent klassieke talen Raimund Gregorius uit Nachttrein naar Lissabon (2004) zijn hele leven in Bern achter zich laten en op een trein naar Lissabon stappen om werkelijk vrij te worden. En ook eenmaal in Lissabon moet Gregorius vechten tegen de neiging om het vliegtuig naar huis te pakken en zijn nieuw gevonden vrijheid terug in te ruilen.

Iemand die streeft naar een waarlijk vrije wil is als een man die, in de woorden van Bieri, ‘niets liever doet dan steeds opnieuw lezen in het uitgebreidste woordenboek in zijn taal en zich afvragen welke woorden en zinswendingen bij hem passen en welke niet’. Zo iemand zou voor de buitenwereld misschien ‘een vreemde snoeshaan lijken’. ‘Maar als we met hem spraken, zouden we algauw merken dat hij veel verstand had van vrijheid en speciaal van de vrijheid van de wil.’