‘We worden steeds gevoeliger,’ zegt de Duitse filosoof Svenja Flasspöhler. In haar boek Sensibel. Over de grenzen van de menselijke gevoeligheid laat ze zien dat onze beschaving in de loop van de geschiedenis steeds verfijnder is geworden. Dat illustreert ze aan de hand van twee figuren: Johan en Jan.
Johan, schrijft ze, is ridder in de Middeleeuwen en leeft voor de strijd. Hij weet niet anders dan dat geweld deel uitmaakt van zijn leven; rekening houden met anderen en zorgzaamheid komen in zijn wereld nauwelijks voor. Hij kent weinig tafelmanieren en de vrouwen in zijn leven – zijn werksters en zijn echtgenote – zijn er om hem te dienen. Vergelijk dat met Jan, een moderne man uit de middenklasse. Hij is getrouwd en heeft twee kinderen. Hij houdt zich veel bezig met de opvoeding, knuffelt zijn kinderen elke dag en verdeelt de huishoudelijke taken eerlijk met zijn vrouw. Hij houdt in zijn taalgebruik rekening met transpersonen en toont zich solidair met de MeToo-beweging.
Svenja Flasspöhler (1975) is hoofdredacteur van het Duitse Philosophie Magazin. Ze schreef meerdere boeken, onder meer over ouderschap, vrouwelijkheid en de zelfgekozen dood. In Nederlandse vertaling verschenen van haar hand Vergeven. Omgaan met onrecht (2017) en Sensibel. Over de grenzen van de menselijke gevoeligheid (2022).
In vergelijking met het dagelijks leven uit de Middeleeuwen is er tegenwoordig aanzienlijk meer sprake van onderlinge gelijkheid en meer begrip voor onderlinge verschillen. Toch ziet Flasspöhler dat die verfijning soms ook leidt tot verruwing en onverdraagzaamheid, tot cancelen en de uitsluiting van andersdenkenden.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Het is positief dat de samenleving steeds gevoeliger is geworden, schrijft u. Tegelijkertijd laat u ook de schaduwkanten van deze ontwikkeling zien.
‘Toenemende gevoeligheid in de samenleving leidt tot meer begrip, maar kan ook tot agressie leiden. Mensen komen voor zichzelf op als ze in hun sensitiviteit zijn gekwetst. Dat kan er soms fel aan toe gaan. Die wisselwerking tussen gevoeligheid en geweld noem ik de dialectiek van de sensitiviteit. We denken vaak dat gevoeligheid en geweld tegengestelden zijn; maar geweld ligt vaak aan de basis van gevoeligheid, en andersom.
Een opvallende ontwikkeling is dat slachtofferschap de laatste jaren een andere betekenis heeft gekregen; het is aantrekkelijker geworden. Als slachtoffer sta je aan de goede kant, anderen voelen zich solidair met je. Mensen vragen vaker aandacht voor hun positie als slachtoffer.’
Vroeger associeerden we slachtofferschap vooral met zwakte en kwetsbaarheid, tegenwoordig ook met macht. Is dat een goede ontwikkeling?
‘Het is een teken van vooruitgang dat meer mensen een stem hebben, dat ze zich uitspreken en dat ze beschrijven hoe ze zich lange tijd hebben gevoeld. Toen ik klein was werd de discriminerende lading van bepaalde woorden amper gezien, evenmin werd er gesproken over het slavernijverleden. Het is natuurlijk heel goed dat we ons bewust worden van ongelijkheden waar we lang blind voor zijn geweest.
‘Geweld ligt vaak aan de basis van gevoeligheid, en andersom’
Wat we tegenwoordig beleven is wat de Franse filosoof Alexis de Tocqueville beschrijft als de paradox van de toenemende gelijkwaardigheid. Grotere gelijkheid gaat samen met een groeiende gevoeligheid voor overgebleven ongelijkheden. De strijd die voortkomt uit deze paradox is een teken van vooruitgang: we zien dat mensen allemaal min of meer gelijk zijn, maar daardoor zien we ineens ook dat die gelijkheid voor bepaalde groepen toch net iets beter is geregeld, en dat deze groepen daar lang voordeel van hebben gehad, zoals dat bijvoorbeeld voor witte mensen geldt. Het is belangrijk dat we het positieve van deze ontwikkeling inzien, zodat we gemakkelijker aan polarisatie ontsnappen.’
Toch stelt u dat de verdediging van bepaalde gevoeligheden ook tot verdeeldheid kan leiden.
‘Als iemand zijn eigen gevoeligheid verdedigt kan dat door anderen als gewelddadig worden ervaren. Mensen trekken zich terug in groepen die hun bepaalde sensitiviteit begrijpen en weigeren omgang met groepen die op een andere wijze in het leven staan. Hierdoor leidt sensitiviteit niet tot grotere saamhorigheid, maar tot polarisatie.
Een ander aspect is dat ons begrip van geweld in de loop der tijd is veranderd. Dit is enerzijds een goede ontwikkeling, omdat we bijvoorbeeld hebben geleerd dat bepaalde woorden pijn kunnen doen. Maar anderzijds krijgen gevoeligheden ook een steeds groter gewicht – en dat kan behoorlijk ingewikkeld worden. Gevoelens zijn namelijk subjectief. Iets wat ik als gewelddadig ervaar, ervaar jij misschien amper als kwetsend.
Verkrachting is gewelddadig, daar zijn we het over eens. Maar is het ook een daad van geweld als iemand een hand op je schouder legt? Zo’n aanraking kan als grensoverschrijdend ervaren worden. Degene die de hand op de schouder legt heeft het misschien niet zo bedoeld, maar leert in deze tijden toch om bewust te worden van de gevoeligheid van de ander.’
Met het begrip “dialectiek van de sensitiviteit” wilt u laten zien dat onze gevoeligheid vele dimensies heeft.
‘Ik vind het belangrijk om de verschillende perspectieven in beeld te krijgen. Neem het begrip trauma. Vroeger werd trauma geassocieerd met intens oorlogsleed, het verlies van naaste familieleden of gruwelijk geweld. Tegenwoordig kan alles wat jouw psychologische integriteit schendt traumatisch zijn. Dit maakt ons gevoeliger voor de grenzen van de ander, wat positief is. Maar tegelijkertijd rijst de vraag: wanneer wordt de psychologische integriteit precies geschonden? Dat is zeer subjectief; die grenzen verschillen per persoon.’
U wijst erop dat grensoverschrijdend gedrag kan gaan over een ongewenste aanraking van je schouder, maar ook over een verkrachting. Zouden we helderder onderscheid moeten maken tussen verschillende gradaties van grensoverschrijdend gedrag?
‘Als we te veel dingen als gewelddadig gaan beschrijven, trivialiseren we de werkelijk harde gewelddadigheden. Het lastige hierbij is dat we hier geen regels voor kunnen opstellen. Je kunt niet zeggen: je mag wel iemands schouder aanraken, maar niet iemands knie. Zodra we regels gaan opstellen over wat wel en wat niet mag, wordt het te dogmatisch.
Sommige instituten leggen tegenwoordig vast wat gezegd mag worden en wat niet; er zijn woorden die eenvoudig niet meer uitgesproken mogen worden, zoals het n-woord. Dit woord is absoluut kwetsend. Maar er is een verschil tussen iemand het woord naroepen op straat en een historische tekst bespreken waarin het woord voorkomt. Ik vind dat je zo’n historische tekst zou moeten kunnen bespreken: je kunt niet doen alsof dat woord nooit heeft bestaan en nooit is gebruikt. Maar sommige universiteiten staan nu niet meer toe dat zulke teksten besproken of gelezen worden.
‘Slachtofferschap is aantrekkelijker geworden’
Universiteiten gaan zo mee in een destructieve ontwikkeling: ze ontnemen mensen de mogelijkheid tot spreken of publiceren door lezingen af te gelassen, publicaties terug te nemen of docenten te ontslaan. Dat is een groot gevaar. Een instituut zoals de universiteit zou moeten waarborgen dat iedereen zich kan uitspreken, ook degenen met wie de meesten het radicaal oneens zijn.’
Gevoeligheid leidt dus tot rigide verboden?
‘Ja. Zelf geloof ik niet in zulke harde gedragsregels. In mijn boek bespreek ik de Duitse filosoof Helmuth Plessner, die een pleidooi houdt voor tact. Tact is een specifieke vaardigheid, die niet gaat om regels naleven, maar die draait om het aanvoelen van de sociale situatie. Tact houdt in dat je aftast wat een ander nodig heeft of wat die als kwetsend ervaart. Volgens Plessner kun je door je enkel te beroepen op strikte normen geen oog hebben voor de specifieke situatie en de specifieke persoon die je voor je hebt. Hij schetst hiermee een richting die we kunnen inslaan. Zo’n richting is veel interessanter dan teruggaan naar de victoriaanse tijd, waarin werd voorgeschreven wat wel en wat niet mocht. Op die tijd begint het tegenwoordig wel te lijken.’
U maakt een onderscheid tussen actieve en passieve gevoeligheid. Als je passief gevoelig bent, ben je vooral bezig met je eigen gevoeligheden. Als je actief gevoelig bent, ben je gevoelig voor wat de ander ervaart. Is wat Plessner tact noemt een vorm van actieve sensitiviteit?
‘Actieve sensitiviteit heeft te maken met inlevingsvermogen, terwijl passieve sensitiviteit gaat over de prikkeling van het persoonlijke zenuwstelsel. Actieve sensitiviteit heeft raakvlakken met tact, maar het is niet hetzelfde. De vorm van tact die Plessner in gedachten had, houdt niet alleen in dat je je inleeft in de ander, maar ook dat je weet wat je zelf wilt: het gaat om de interactie. Tact betekent niet dat je altijd moet meeleven met de ander, maar dat je op diens gevoelens kunt inspelen, rekening houdend met je eigen gevoelens en verlangens.’
Een keerzijde van de steeds gevoeliger wordende samenleving is dat het er hard aan toe kan gaan als iemand publiekelijk wordt beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag. Diegene wordt vaak op sociale media aan de schandpaal genageld en heeft weinig mogelijkheden om zich te verdedigen.
‘Dat is een van de redenen waarom ik dit boek heb geschreven. Eerder heb ik een mild kritisch werk geschreven over de MeToo-beweging. Het is uiteraard belangrijk dat daders zoals Harvey Weinstein ter verantwoording zijn geroepen. Maar er waren ook gevallen waarbij je je kon afvragen waarom vrouwen zo weinig autonoom hadden gehandeld en tegelijkertijd de mannen de schuld gaven. Mijn stelling was: als vrouwen zich verder willen emanciperen, is het niet voldoende om met de vinger naar mannen te wijzen. We moeten veeleer nadenken over onze eigen wording en uitzoeken waarom vrouwen zich soms passief gedragen en weinig toegang hebben tot hun eigen verlangens.
Ik ben heel fel aangevallen vanwege dit boek; ik werd ervan beschuldigd rechts en onfeministisch te zijn. Daar ben ik enorm van geschrokken. Om die reden ben ik de gevoeligheid gaan onderzoeken die ik kennelijk had geraakt. Wat had ik destijds over het hoofd gezien?’
U bent toen de verschillende gevoeligheden van onze tijd in kaart gaan brengen?
‘Ja, en ik wilde ook mijn eigen standpunt verduidelijken. Al pleit ik voor meer veerkracht, het is niet mijn bedoeling alle verantwoordelijkheid af te schuiven op het individu. Ik bedoel met veerkracht ook geen kille ongevoeligheid. Volgens mij valt op dit gebied veel te leren van Nietzsche, die zelf extreem gevoelig was. Volgens hem kunnen kwetsuren ons juist sterker maken als we deze in ons leven weten te incorporeren. Veerkracht en gevoeligheid zijn volgens mij geen tegenpolen. Alleen wie gevoelig is, kan veerkrachtig zijn.’
Lees ook de recensie van Sensibel: Een wereld vol hoogsensitieve zielen
Sensibel. Over de grenzen van de menselijke gevoeligheid
Svenja Flasspöhler
Ten Have
224 blz.
€ 21,99