Home Existentialisme Ellendigheid is onze grootste kracht, zag Blaise Pascal
Existentialisme Liefde Psyche

Ellendigheid is onze grootste kracht, zag Blaise Pascal

Onze misère is tegelijkertijd onze grandeur, meende Blaise Pascal. Klaas Bom schreef een nieuwe inleiding in het denken van de Franse filosoof.

Door Anne-Sophie van Berkestijn op 28 juli 2023

Blaise Pascal portret wiskundige theoloog filosoof Klaas Bom

Onze misère is tegelijkertijd onze grandeur, meende Blaise Pascal. Klaas Bom schreef een nieuwe inleiding in het denken van de Franse filosoof.

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Een wezen dat blind en ellendig door het leven doolt – dat is hoe de zeventiende-eeuwse Franse denker Blaise Pascal de mens zag. De dood zit ons op de hielen, en op de weg naar ons einde worden we voortdurend geplaagd door misère, schreef hij. Pascal (1623-1662) hield er een somber mensbeeld op na, zou je denken. Maar dat klopt niet helemaal: in alle kommer en kwel ligt volgens hem juist onze grootste kracht verscholen. Onze misère is tegelijkertijd onze grandeur.

Dergelijke tegenstellingen kom je vaker tegen in het werk van Pascal, laat filosoof en theoloog Klaas Bom (1967) zien in zijn onlangs verschenen boek Een andere moderniteit. Blaise Pascal over voelen, denken en liefhebben. ‘Zo laat Pascal zich in zijn Pensées bewonderend uit over ons denkvermogen, maar maakt hij ook duidelijk dat hij geen hoge pet op heeft van het rationalisme.’ 

Emotieloos

Bom, docent dogmatiek aan de Protestantse Theologische Universiteit, voorzag Pascals oeuvre van een grondige nieuwe inleiding. Daarin laat hij zien dat twee uitersten niet tegenstrijdig hoeven te zijn. Zittend in zijn kantoor in Amsterdam geeft Bom een voorbeeld: ‘Als iemand een moeilijk besluit moet nemen, vragen we vaak “wat zegt je hoofd?”, gevolgd door “en wat zegt je hart?” Dat we ons hart als raadgever zien zou Pascal toejuichen, maar dat we dat tegenover ons hoofd plaatsen niet. Voor hem is het hart de kern van de mens, en daarmee de bron van onze kennis.’ 

Pascal voorzag gevaar in het omarmen van een dergelijk dualistisch gedachtegoed. Bom: ‘Hij verzette zich tegen het idee dat passies en emoties bij het hart horen, en kennis – en dus ook bewijzen – bij het hoofd. In onze moderne tijd is dat een gangbaar idee, maar in zijn tijd kwam het net op, onder andere door het rationele godsbewijs van René Descartes.’

Dit klinkt wellicht verrassend, aangezien Pascal niet alleen bekendstaat om zijn filosofische, theologische en politieke ideeën, maar ook om zijn wetenschappelijke vondsten. Zo is hij de uitvinder van de rekenmachine en heeft hij de beginselen van de kansberekening op zijn naam staan. Bom: ‘Pascals holistische mensbeeld laat zien dat alles voor hem verbonden was. In zijn tijd waren disciplines sowieso veel minder afgebakend; wat we nu onder natuurwetenschappen verstaan was toen op geen enkele manier contradictoir met het geloof of theologie, bijvoorbeeld. Als je proeven deed was je op zoek naar waarheid, maar als je met God bezig was evengoed, want God werd gezien als de waarheid. Dat was allemaal één geheel.’

Onverzadigbaar verlangen

Pascal sloeg ten tijde van de ontwikkeling van het moderne rationalistische denken een andere weg in. Hij zette zich af tegen het rationalisme door uit te gaan van een mensbeeld waarin onze rede, verlangens, emoties en ons hart onlosmakelijk verbonden zijn. Bom: ‘Volgens Pascal heeft de mens van nature een verlangen naar liefde. We voelen een leegte die we willen opvullen. Die leegte is alleen dusdanig groot dat aardse liefdes dat verlangen nooit kunnen verzadigen.’ Vandaar dat Pascal de mens, die volgens hem gebukt gaat onder dit noodlot, beschrijft als ‘blind en ellendig’.

Even tussendoor… Meer lezen over Blaise Pascal en andere grote denkers? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

We vechten op allerlei manieren tegen die leegte, vervolgt Bom. ‘Onder andere door te ontkennen dat we die leegte überhaupt voelen. We willen niet nadenken over de dood en andere belangrijke levensvragen die ons lege gevoel bevestigen. We vinden het eng om dat diepe, onverzadigbare verlangen te erkennen, omdat we er geen controle over hebben. Liever lopen we ervoor weg en leiden we onszelf af. Pascal noemt dat “verstrooiing”.’

Ikke, ikke, ikke

De afleiding die we zoeken kan de vorm aannemen van neerploffen op de bank met een bak ijs en een romantische film. Maar ook de dagelijkse beslommeringen, werk, eten, sporten en winkelen zijn afleidingsmanoeuvres om zingeving te creëren. Die alledaagse afleidingen zijn geworteld in een fundamenteler niveau van verstrooiing. Bom: ‘Dag in, dag uit zijn we met onszelf bezig in de hoop daar die leegte mee te vullen. Alle dingen die je op een dag doet, doe je uit zelfbescherming, om te voorkomen dat je je misère onder ogen hoeft te komen. Ze zijn dus altijd op jezelf gericht, ook al lijkt dat niet zo wanneer je bijvoorbeeld de hele dag bezig bent geweest met het uitzoeken van een mooi cadeau voor iemand anders. Het “ik” is het middelpunt van het leven – en daarmee ook van de hele metafysica – geworden. In Descartes’ “ik denk, dus ik ben” wordt de kiem van dat mensbeeld gelegd.’

Pascal vindt Descartes’ manier van denken gevaarlijk. ‘Als al het denken en de kennis die daaruit voortkomt begint bij het ik, leg je de ander binnen de kortste keren jouw waarheid op, dacht Pascal. Hij sprak van een “tiranniek ik” waar de mens dan in ontaardt.’

Blinde vlek

Pascal zou niet gecharmeerd zijn van de individualistische westerse samenleving. ‘De hedendaagse postmoderne kritiek richt zich op hetgeen waar Pascal destijds al voor waarschuwde: een ik dat alles enkel op zichzelf betrekt. Daardoor ontwikkel je een blinde vlek voor alles wat buiten jou valt. Dat is een prima voedingsbodem voor kolonialisme en slavernij gebleken. En het verklaart misschien ook waarom veel witte mensen moeite hebben met excuses aanbieden voor die gruweldaden uit het verleden. Een blinde vlek is moeilijk weg te poetsen.’ 

Inzien dat we blinde vlekken hebben kan alleen als we ons van het wereldbeeld waarin het ik centraal staat distantiëren, meent Bom. En daarbij komt Pascals denken van pas. ‘Onze zelfingenomenheid, die we niet eens meer doorhebben, is een manier om ons niet over te hoeven geven aan de leegte. Maar juist in die erkenning van de misère ligt volgens Pascal de grootsheid – de grandeur – van de mens. Dan ontstaat er ruimte om liefde te ontvangen. Het draait dan niet allemaal meer om onszelf en om een uitleg van de wereld die het best in ons eigen verhaal past. Dat maakt ons ontvankelijk. Niet alleen voor liefde, maar ook voor andere perspectieven. Pas dan kun je je ontdoen van blinde vlekken.’

Een andere moderniteit