Home Aandacht De mens is een zorgend wezen
Aandacht Liefde Opvoeding

De mens is een zorgend wezen

Zorg is fundamenteel voor wie we zijn: door te zorgen voelen we ons betrokken bij de wereld. Maar wat is zorg eigenlijk?

Door Femke van Hout op 17 april 2024

zorg zorgen goudvis vis plastic zak water jongen kind

Zorg is fundamenteel voor wie we zijn: door te zorgen voelen we ons betrokken bij de wereld. Maar wat is zorg eigenlijk?

Filosofie Magazine 5 FM5 cover Is het leven nog leuk zonder zorgen?
05-2024 Filosofie magazine Lees het magazine

De mens werd volgens een Romeinse mythe door de zorg geschapen. Deze mythe vertelt hoe Cura, de godin van de zorg, op een dag met wat klei een mens maakt. Wanneer ze klaar is, vraagt ze oppergod Jupiter om die leven in te blazen. Jupiter willigt haar verzoek in, maar stelt dat de mens hem nu toebehoort. Terwijl Cura en Jupiter ruziën, mengt Terra, de godin van de aarde, zich in de discussie. Zij vindt dat de mens van haar is, aangezien die uit haar klei is gemaakt. Uiteindelijk vragen de drie goden aan Saturnus, de god van de tijd, wie er gelijk heeft. Saturnus besluit dat Jupiter na het overlijden van de mens diens geest zal krijgen en dat Terra het gestorven lichaam mag hebben. Maar, zegt Saturnus, omdat de Zorg de mens als eerste gevormd heeft, mag zij de mens hebben zolang hij leeft.

Het is opmerkelijk dat in deze mythe de oorsprong van de mens wordt gelegd in de zorg, zegt Inge van Nistelrooij, hoofddocent zorgethiek aan de Universiteit voor Humanistiek. ‘Een zorgend wezen staat in verbinding met anderen en is afhankelijk van anderen. Maar in de geschiedenis van de filosofie wordt de mens juist vooral beschouwd als een autonoom, redelijk individu dat van een afstand over de wereld kan nadenken.’ Die nadruk op de ratio zie je ook terug in de ethiek: die wordt veelal gezien als een verstandelijke bezigheid, waarbij we al denkend tot universeel geldende morele regels komen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

‘Zorgen zorgt voor zingeving in een wereld zonder vaste grond’

Maar volgens de zorgethiek, die opkwam in de jaren tachtig, is de bron van ethiek het gegeven dat mensen zorgbehoevende en zorgende wezens zijn, vervolgt Van Nistelrooij. ‘We zorgen voor anderen en hebben zelf ook zorg nodig. Dat blijkt al uit de manier waarop we ter wereld komen. We komen allemaal voort uit de baarmoeder, een zorgende omgeving waarvoor we niet zelf hebben gekozen.’ In plaats van universele regels op te stellen, onderzoekt de zorgethiek concrete situaties waarin zorgvragen ontstaan. Maar wat is zorg eigenlijk?

Windvlaag

Al voor de opkomst van de zorgethiek onderzocht de Duitse filosoof Martin Heidegger (1889-1976) wat zorg betekent voor ons bestaan. Bij zorg denken we algauw aan zorgen voor je kinderen of voor je partner, aan de gezondheidszorg of aan de thuiszorg. Maar volgens Gert-Jan van der Heiden, hoogleraar metafysica aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, is zorg voor Heidegger veel abstracter en fundamenteler. De mens heeft ‘de oorsprong van z’n zijn in de zorg’, schreef Heidegger. Van der ­Heiden: ‘Volgens Heidegger duidt zorg op de wijze waarop we in de wereld zijn. We zijn altijd al betrokken bij de dingen om ons heen.’

In Zijn en tijd (1927) werkt Heidegger uit wat hij met deze betrokkenheid bedoelt. De mens ziet hij als een dubbelzinnig wezen. Van der Heiden: ‘Aan de ene kant word je als mens geboren in een wereld vol betekenissen die er al waren voordat jij bestond. Huizen, fietsen, computers, maar ook landsgrenzen, wetten, economische klassen, vooroordelen, sociale omgangvormen – al deze dingen hadden al een betekenis. Heidegger noemt dat onze “geworpenheid”.’ Het doet denken aan wat Van Nistelrooij zegt over de baarmoeder: al vanaf het allereerste begin wordt de mens omgeven door een wereld die hij niet zelf heeft voortgebracht.

Aan de andere kant kan de mens zelf nieuwe betekenissen scheppen. Dat noemt Heidegger ons vermogen te ‘ontwerpen’, zegt Van der Heiden. ‘Stel dat je aan een bureau naast een open raam werkt en door een harde windvlaag een stapel papieren van je bureau dreigt te waaien. Je pakt snel het zware boek dat naast je ligt en legt het op de stapel. Dan heb je, waarschijnlijk niet eens bewust, een nieuwe betekenis geschapen. Het boek, dat gemaakt was om te lezen, heb je nu de betekenis van presse-papier toebedeeld. Zorgen duidt volgens Heidegger op ons vermogen nieuwe betekenissen te maken, hoe klein die ook zijn.’

Ook Heidegger grijpt terug op de ­mythe van Cura om de betekenis van zorg te begrijpen. Het is volgens hem niet voor niets dat uitgerekend Saturnus, de god van de tijd, beslist dat de mens tijdens zijn leven aan de zorg toebehoort. Dankzij onze zorgende omgang met de dingen worden we niet geheel bepaald door ons verleden, en hebben we altijd deels een open toekomst. Vaak zijn we ons nauwelijks van die openheid bewust, vertelt Van der Heiden, maar soms opeens wel. Bijvoorbeeld als we overvallen worden door angst als we beseffen dat ons leven eindig is. Van der Heiden: ‘Dan richt onze zorg zich niet langer op de dingen om ons heen. We raken bezorgd om onszelf, om ons eigen bestaan. Je ervaart: waartoe ben ik eigenlijk hier?’

De dood begrijpen we vaak als de afwezigheid van alle zin. Denken over de dood kan ons daardoor volgens Heidegger doen beseffen dat we tijdens ons leven zijn opgenomen in een zinvolle wereld. ‘Vaak beseffen we dan ook dat die wereld contingent is: de wereld had net zo goed anders in elkaar kunnen zitten,’ vervolgt Van der Heiden. ‘Er hadden net zo goed andere spullen, wetten, ideeën en vooroordelen kunnen bestaan.’ We dragen dus zorg voor een bestaan dat bestaat uit allerlei toevalligheden en dat nergens een vaste grond vindt. En tot dat bestaan moeten we ons volgens Heidegger zien te verhouden.

Prothese

Via de zorg om je eigen bestaan kun je beseffen dat je een wereld deelt met anderen die net zo’n open bestaan hebben. De vraag is: hoe kun je zorg dragen voor die anderen? Volgens Heidegger doe je dat door te vragen: hoe kan ik de ander helpen om open te staan voor de wereld? Hoe kan ik hem helpen zijn mens-zijn recht te doen? En wat heb ik zelf van anderen nodig?

Dat klinkt nogal abstract, maar volgens Van der Heiden zijn het vaak concrete dingen die iemand kunnen helpen om meer open te staan voor de wereld. ‘Zoals een uitkering, een prothese, hulp bij het aankleden of een luisterend oor.’ Concrete zorgpraktijken kunnen mensen helpen om op een dieper niveau zorg te dragen voor hun eigen bestaan. ‘Die praktijken geven mensen het gevoel dat ze er niet alleen voor staan. En dat ze regie hebben over hun leven – en dus ook in staat zijn om zelf nieuwe betekenissen te scheppen.’

Heidegger gaat verder niet in op concrete zorgrelaties. De zorgethiek doet dat wel, zegt Van Nistelrooij. ‘In de jaren tachtig stelden feministische denkers dat ethische vraagstukken vooral gebaseerd waren op een mannelijk wereldbeeld.’ Ze wezen erop dat morele eigenschappen die zogenaamd mannelijk zouden zijn, zoals rechtvaardigheid en individualiteit, hoger gewaardeerd werden dan traditioneel vrouwelijke eigenschappen als zorg en verbinding. Van Nistelrooij: ‘Op basis van deze hiërarchie concludeerde de bekende Amerikaanse psycholoog Lawrence Kohlberg bijvoorbeeld dat vrouwen moreel minder ontwikkeld zijn dan mannen.’

‘We dragen zorg voor een bestaan dat bestaat uit toevalligheden’

De Amerikaanse politicoloog Joan Tronto betoogt in haar boek Moral boundaries (1993) dat we niet moeten denken in termen van mannelijke of vrouwelijke morele eigenschappen. ‘Volgens Tronto moeten we vooral oog hebben voor het feit dat onze samenleving niet alleen wordt opgebouwd door de economie, maar ook door zorg,’ zegt Van Nistelrooij. Zorg draait volgens Tronto om concrete noden die je niet zonder anderen kunt vervullen. Dat kan eten of medicatie zijn, maar ook opvoeding, liefde en aandacht. Dat zijn heel wezenlijke zaken. ‘Zonder relaties met anderen en zonder de zorg van en voor anderen kunnen we niet bestaan.’

Wat een ‘nood’ precies is kun je volgens Van Nistelrooij niet in algemene zin definiëren. ‘De Amerikaanse zorgethicus Margaret Urban Walker liet zien dat ieder mens andere noden heeft. Iemands noden zijn immers afhankelijk van diens situatie. Een rijk persoon komt bijvoorbeeld makkelijker aan eten dan iemand in een vluchtelingenkamp.’ Daarom is het belangrijk om per situatie verschillende mensen aan het woord te laten en hun perspectieven op wat nodig is te onderzoeken. ‘Welke zorg bieden we aan welke personen? Wie heeft de macht om te bepalen wat als goede zorg geldt?’

Door naar concrete situaties te kijken kun je volgens Van Nistelrooij beter je vinger leggen op misstanden. ‘Annie Ernaux beschrijft in haar boek Het voorval hoe ze in de jaren zestig een illegale abortus onderging. In diezelfde periode voerde de Franse staat in zijn koloniën gedwongen abortussen uit op niet-witte vrouwen.’ In beide gevallen is er sprake van een misstand in de zorg, zegt Van Nistelrooij. In het geval van Ernaux werd de nodige zorg niet geleverd, althans niet legaal. En in het geval van de koloniën wordt de zogenaamde zorg, de abortus, juist met geweld opgelegd.

Kleine ethiek

Hoe kunnen we zulke misstanden tegengaan? Van Nistelrooij vindt onder andere inspiratie bij de Franse filosoof Paul Ricoeur (1913-2005), die een ‘kleine ethiek’ ontwikkelde. ‘Volgens Ricoeur vraagt elke concrete situatie om een ander ethisch antwoord. We kunnen nooit een universeel geldend ethisch bouwwerk maken.’ Ricoeur zag dat we weliswaar soms een algemeen besluit moeten nemen, bijvoorbeeld als we een wet opstellen. Maar daarna moeten we altijd terug naar de concrete situatie. Wie worden er door dit besluit beïnvloed?

‘In onze samenleving is er vaak sprake van wat Tronto privileged irresponsibility noemt,’ zegt Van Nistelrooij. ‘Hoe meer privileges en macht iemand geniet, hoe minder zorgverantwoordelijkheden diegene vaak heeft.’ Mensen die in het dagelijks leven weinig hoeven te zorgen, zijn zich vaak niet bewust van hoeveel zorg en nood er eigenlijk is in de samenleving. ‘Daarom is het belangrijk om steeds opnieuw verschillende perspectieven toe te laten en ons samen af te vragen: hoe kan het anders?’