Memorabele uitspraken zijn dikwijls apocrief. Zoals Voltaire nooit heeft gezegd: ‘Ik keur af wat u zegt, maar ik ben bereid te sterven voor uw recht om het te zeggen’, zo heeft Heraclitus zijn gedachten waarschijnlijk nooit verwoord als: ‘Alles stroomt’. Het citaat is echter zo treffend dat vertaler Paul Claes zijn verzameling aan Heraclitus toegekende fragmenten onder deze titel heeft gepubliceerd. Hij deed dat met des te meer reden omdat de authenticiteit van de meeste fragmenten twijfelachtig is: het manuscript van de filosoof ging verloren toen de tempel van Artemis afbrandde, en we kennen zijn werk uitsluitend door de citaten en parafrasen van latere commentatoren, die het allemaal verschillend formuleerden. Een tekst die door de papierversnipperaar van de geschiedenis is gegaan en vervolgens moeizaam aan elkaar is geplakt, wint niet noodzakelijkerwijs aan helderheid, en al helemaal niet als de auteur zich om te beginnen van orakeltaal heeft bediend. Zelfs de filosofen van de oudheid, die de Griekse taal en cultuur met hem deelden, noemden hem Heraclitus de Duistere.
Heraclitus werd omstreeks 540 voor Christus geboren in Efeze, de Ionische havenstad op de westkust van het huidige Turkije. Als oudste zoon van koninklijken huize was hij voorbestemd priester te worden, maar dat recht stond hij aan zijn broer af; waarschijnlijk had hij liever de vrijheid om over alles zijn mening te geven. Heraclitus is de geschiedenis ingegaan als een hooghartige intellectueel, om niet te zeggen een misantroop: ‘Mijn medemensen weten niet wat ze in wakende toestand doen, zoals ook slapers niet beseffen wat ze doen.’ En: ‘De meeste mensen bevatten niet wat ze ervaren en als het hun uitgelegd wordt, begrijpen ze het nog niet, al vinden ze zelf van wel.’ Hij was dan ook geen aanhanger van de vroege democratie: ‘Eén man is er voor mij duizenden waard, als hij de beste is.’ Toen de inwoners van Efeze de succesvolle bestuurder Hermodoros hadden verdreven op grond van de overweging dat hij met zijn kwaliteiten te veel boven de anderen uitstak, ried Heraclitus hun aan zich tot de laatste man te verhangen.
Even tussendoor… Meer lezen over Heraclitus en andere grote denkers? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
Ook van de intellectuele traditie had hij geen hoge dunk. Hij gaf harde kritiek op Homeros en Hesiodos – dichters die ook als grote denkers werden beschouwd – en noemde Pythagoras ronduit een bedrieger. Hij erkende geen leermeesters en snoefde: ‘Ik ging bij mezelf te rade.’ Opvallend is dat hij niet alleen voorgangers maar ook volgelingen versmaadde, heel anders dan Pythagoras, die voor zijn talrijke leerlingen een godheid was. Heraclitus had er geen enkele behoefte aan school te maken; het moet gezegd dat het risico daarop ook klein was, gezien zijn cryptische woordkeus.
De rivier
Wat was dan wel die wijsheid die Heraclitus in zichzelf vond? In de eerste plaats dat alles voortdurend in beweging is. Na ‘Alles stroomt’ is de bekendste van de aan Heraclitus toegeschreven citaten waarschijnlijk: ‘Men kan niet tweemaal in dezelfde rivier stappen.’ Het idee daarbij is dat de stroming steeds nieuw water aanvoert. In het geval van een rivier lijkt deze uitspraak niet overdreven scherpzinnig, maar interessant wordt het als je de eeuwigdurende verandering, zoals Heraclitus doet, op alles betrekt, de hele wereld en de mensen. Als je niet tweemaal in dezelfde rivier kunt stappen, kun je dan wel twee ochtenden achtereen hetzelfde hoofd in de scheerspiegel begroeten, waar vandaag andere gedachten in omgaan dan gisteren? Elders voert Heraclitus de paradox nog iets verder: ‘In dezelfde rivier stappen we en stappen we niet, we zijn en we zijn niet.’ Een uitspraak die aan duidelijkheid niets te wensen overlaat, wordt gewoonlijk vertaald als: ‘Alles verandert en niets blijft’. Paul Claes maakt ervan: ‘Alles wijkt en niets houdt stand’.
‘De weg naar boven en beneden zijn een en dezelfde’
Het tweede belangrijke punt in Heraclitus’ filosofie is dat de eeuwigdurende verandering het gevolg is van de spanning tussen tegendelen. Het derde punt is dat die tegendelen onverbrekelijk met elkaar verbonden zijn en voortdurend in elkaar overgaan. Dag en nacht, oorlog en vrede, goed en kwaad vormen een eenheid. Het beginsel van gelijkheid in verschil is de zogenaamde logos (wetmatigheid, theorie) van Heraclitus. ‘De weg naar boven en naar beneden zijn één en dezelfde.’ En: ‘In een cirkelomtrek zijn begin en einde gelijk.’ Volgens Heraclitus zouden we geen recht kennen als er geen onrecht bestond, en: ‘Gezondheid is alleen maar aangenaam en heerlijk door ziekte, verzadiging door honger, rust door vermoeidheid’. De volgende uitspraak vat het samen: ‘Het tegenstrijdige stemt overeen, uit verschillen ontstaat de mooiste samenhang, alles komt voort uit tweestrijd.’ (Aristoteles zal later ten aanzien van vriendschap opmerken dat ongelijke partners elkaar aantrekken.)
Heraclitus’ filosofie moedigt ons aan om tegenstellingen positief te waarderen: zonder het eeuwige conflict tussen tegendelen zou alles tot stilstand komen. Het idee dat er dankzij cyclische ordening een natuurlijke eenheid tussen tegenstellingen bestaat, vinden we ook in het Taoïsme, dat rond deze tijd in China opkomt. Een citaat als: ‘Een willekeurige warhoop is de mooiste wereldorde’ zou net zo goed van Lao Zi afkomstig kunnen zijn.
De vierde hoofdzaak die we in Heraclitus’ filosofie kunnen onderscheiden is dat vuur het hoofdelement van de materie is. Bij de Griekse natuurfilosofen – met wie de westerse filosofie begint – was het een goede gewoonte een oerstof aan te wijzen, waaruit de hele kosmos zou zijn opgebouwd. Je zou verwachten dat Heraclitus daarbij water op het oog had, maar dat had Thales van Milete al vóór hem bedacht. Het vuur is ook geen slechte keuze, omdat het een symbool van verandering is: het zet het ene om in het andere, bijvoorbeeld hout in as. Sterker, vuur is eigenlijk geen materie, maar een proces. Als we Heraclitus’ vuur beschouwen als ‘energie’, dan geeft de moderne natuurkunde de antieke filosoof gelijk wanneer hij zegt: ‘Deze wereldorde, dezelfde voor allen, is niet door een god of een mens gemaakt, maar was, is en zal altijd zijn: een eeuwig levend Vuur dat in dezelfde mate ontvlamt als uitdooft.’ In zijn beknopte, maar uitstekende commentaar merkt Paul Claes op dat Heraclitus hier vooruitloopt op de thermodynamische wet van het behoud van energie!
Vruchtbare tegenstand
De filosofen die direct na Heraclitus kwamen, waren over het algemeen niet van hem gecharmeerd. Socrates vond uitlatingen als ‘de Zon is een mensenvoet groot’ wat al te ondoorgrondelijk, en Aristoteles verwierp zijn dialectiek, want als het tegenstrijdige overeenstemt, zoals Heraclitus meent, is de logica ver te zoeken; dan kun je alles wel beweren. Voor Plato bleken pogingen de duistere filosoof te weerleggen bijzonder vruchtbaar. Tegelijk met Heraclitus leefde namelijk Parmenides, die al even zelfbewust het volstrekte tegendeel beweerde, namelijk dat er nooit iets verandert. Plato’s filosofie biedt een oplossing voor de tweestrijd tussen het dynamische en het statische wereldbeeld: in de zintuiglijke wereld verandert alles voortdurend, terwijl in de wereld van de Ideeën alles onwrikbaar vastligt.
Volgens de overlevering trok de zwaarmoedige filosoof, die niemand ooit zag lachen, zich terug uit de stad en leefde een tijd als kluizenaar. Toen hij door ziekte gedwongen terugkeerde om artsen te raadplegen, werd de communicatie niet vergemakkelijkt doordat hij nog uitsluitend in raadselen kon spreken; hij overleed rond zijn zestigste. Je mag het een ironische speling van het lot noemen dat zijn manuscript, dat hij uit voorzorg in de tempel van Artemis in bewaring had gegeven, na anderhalve eeuw verloren ging in het vuur, het door hem verheerlijkte element. Een van zijn overgeleverde citaten: ‘Het Vuur is verstandig.’
Alles stroomt
Herakleitos
vert. Paul Claes
Athenaeum-Polak & Van Gennep
208 blz.
€ 20,99