Home Liefde Waarom is seks nooit gewoon seks?
Liefde

Waarom is seks nooit gewoon seks?

Door Alexandra van Ditmars op 6 augustus 2025

seks lippen grapefruit hand vinger
beeld Van Santen & Bolleurs
Filosofie Magazine kun je leven zonder genot
08-2025 Filosofie Magazine Lees het magazine
Seks is altijd een mislukte poging om met elkaar te versmelten. Waarom genieten we er dan zo van, vraagt Alexandra van Ditmars zich af.

Dit artikel krijg je van ons cadeau

Wil je onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? Je bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en je hebt direct toegang.

Waarom hebben mensen eigenlijk seks? Dat lijkt misschien een flauwe vraag, maar zo makkelijk te beantwoorden is die niet. Ja, biologisch gezien om ons voort te planten, maar alleen het scala aan anticonceptieproducten laat al zien dat die verklaring niet opgaat. Het orgasme dan? Dat kan toch niet het enige doel zijn; veel seksuologen benadrukken dat het bij seks niet alleen om de climax gaat, maar om het geheel van lichamelijke en emotionele ervaringen. Zo zei seksuoloog Ellen Laan: ‘Seks is pas goed als beide partners ervan genieten, en dat genieten is meer dan klaarkomen.’ Maar wat is dat genieten dan precies? Waarin zit het genot bij seksueel genot? En hoe hangt dat genot samen met verlangen – waar verlangen we precies naar als we verlangen naar seks?

Plato (ca. 427-347 v.Chr.) was een van de eerste westerse filosofen die zich uitliet over seksueel verlangen. In zijn Symposium introduceert hij een ladder van liefde, waarbij seksueel verlangen slechts een opstapje is naar iets hogers. Liefde, vertelt het personage van Socrates in deze tekst, begint bij de liefde voor een mooi lichaam. In het gunstigste geval groeit die liefde voor een mooi lichaam uit tot een liefde voor vele mooie lichamen, en van daaruit tot liefde voor respectievelijk mooie zielen, mooie gebruiken en wetten, verschillende soorten kennis, om uiteindelijk te belanden bij een waardering voor het Schone. Dit is een soort eeuwige, zuivere schoonheid die niet te aanschouwen is in onze imperfecte mensenwereld, maar die we wel met ons verstand kunnen waarnemen. Op deze ladder is het seksuele verlangen slechts de onderste sport, waar je niet wil blijven hangen.

Eenheid

Het genot zit volgens Plato dus niet zozeer in het lichamelijke van seks, maar in het verlangen dat seks losmaakt – een verlangen dat ons optilt en ons naar wijsheid en waarheid leidt. Het lichaam is een noodzakelijk vertrekpunt, dat uiteindelijk overstegen moet worden om het ware genot te bereiken. Dat klinkt misschien mooi, maar zal voor weinigen herkenbaar zijn. Zelf houd ik zowel van seks als van wijsheid, maar ik ben nog nooit verliefd geworden op een wet. En seks ervaar ik niet als poort naar wijsheid. Toch zit er wel iets in Plato’s denken over seksueel verlangen wat me aanspreekt. Hij ziet seksueel verlangen namelijk ook als een verlangen naar eenheid. Lichamelijk ervaren we die eenheid maar tijdelijk, omdat het gevoel van eenheid volgens Plato buiten het lichaam ligt, in het eeuwige en het Schone. Wat zegt dit idee van eenheid over seks?

Het verlangen naar eenheid speelt ook een rol bij Søren Kierkegaard (1813-1855) en Jean-Paul Sartre (1905-1980). Sartre beschrijft in Het zijn en het niet hoe de blik van de ander ons tot object maakt. Als je alleen bent ervaar je jezelf als vrij. Je bént bewustzijn, maakt keuzes, interpreteert de wereld. Maar zodra iemand je aanschouwt, gebeurt er iets ingrijpends: je wordt je ervan bewust dat je bekeken wordt, en dus beoordeeld, vastgelegd, gedefinieerd. Vanaf dat moment ben je niet langer alleen maar vrij. Je wordt ook object, in de wereld van die ander. Sartre noemt dit le regard, de blik. Tijdens seks is de blik van de ander altijd aanwezig. Dat maakt seks tot een paradoxale onderneming: je probeert te versmelten met de ander, maar doordat je verlangende blik de ander voortdurend als object blijft zien zal dat nooit helemaal lukken.

Tragische seks

De erotische houding is fundamenteel ambigu, schrijft Sartre: je wil het lichaam van de ander als tastbaar, vleselijk object en tegelijk als levend, voelend subject; je wil de ander beheersen, maar ook door hem of haar erkend worden. Seksueel genot is doordrenkt van deze spanning: je verlangt naar erkenning, maar wordt gereduceerd tot wat de ander in je ziet; je wil de ander tot lichaam reduceren, maar verlangt er ook naar om als vrij subject begeerd te worden. Oftewel: in de intieme ontmoeting willen we gezien worden; niet slechts als lichaam, maar als iemand. Tegelijk brengen we de ander terug tot zijn lichamelijkheid. Zo ontstaat een wederzijdse strijd.

Seks laat zien dat we genieten van overgave en zelfverlies

Dit alles maakt seks voor Sartre een tragische ervaring: het belichaamt ons verlangen naar eenheid, maar maakt pijnlijk duidelijk dat die onmogelijk is. De seksuele daad is een poging tot versmelting die altijd mislukt. Het seksueel genot ligt in die poging. In het jargon van Sartre: de erotische ervaring is een poging om de ontologische kloof tussen twee bewustzijnen te dichten.

Sartre legt bloot dat seksueel genot niet puur lichamelijk is, maar raakt aan onze verhouding tot onszelf en de ander.

Tekst loopt door onder afbeelding

Aardse lust

Ook Kierkegaards werk laat zien dat seks niet enkel lichamelijk is. Het erotische verlangen kan – in zijn termen – gezien worden als een sprong in de subjectiviteit. Dat klinkt groots, en dat is het ook. Kierkegaard staat bekend als de filosoof van de innerlijke ervaring en van de keuze. Over seks laat hij zich niet expliciet uit – hij was streng christelijk opgevoed en schreef in de negentiende-eeuwse context – maar wel impliciet, in zijn teksten over liefde, erotiek en begeerte. Als hij over die zaken schrijft, bijvoorbeeld in Of/Of en Stadia op de levensweg, dan ziet hij die niet als puur biologisch of cultureel, maar als zaken die ons confronteren met onze innerlijke toestand als mens. Een sprong in de subjectiviteit betekent hier: ons erotische verlangen onthult hoe we onszelf ervaren en waar we voor kiezen.

Net als bij Sartre is er sprake van een innerlijke verscheurdheid die ook naar voren komt in de liefde en erotiek. Ditmaal niet tussen vrij voelen en voorwerp van verlangen zijn, maar tussen aardse lust en geestelijke toewijding. Kierkegaard ziet het menselijk bestaan als fundamenteel gespleten: we zijn lichamelijk en eindig (we lijden, verlangen, sterven), maar zijn tegelijk geestelijk en oneindig (we denken na over betekenis, willen eeuwige liefde en zoeken God). Daarop doordenkend is erotisch verlangen nooit ‘gewoon seks’. Het laat onze verscheurdheid zien tussen het aardse en het eeuwige. Enerzijds willen we lichamelijkheid, nabijheid, aanraking; anderzijds trouw, onvoorwaardelijke liefde, iets hogers. In een erotisch moment raak je aan de grens van het menselijke, en je moet kiezen hoe je dat moment beleeft: als oppervlakkig genot of als confrontatie met jezelf en je verhouding tot het hogere. Seksualiteit dwingt je tot een houding tegenover het leven. Ze is een spiegel van hoe je jezelf en het leven ziet.

Waarin zit dan het seksuele genot? In de spanning tussen overgave en zelfverlies. Voor Kierkegaard is het menselijk bestaan voortdurend balanceren tussen twee uitersten. We hebben de wens om onszelf te geven aan iets buiten onszelf (de ander, God, de liefde). Maar we ervaren ook de noodzaak om onszelf trouw te blijven, om onze eigen integriteit en vrijheid te bewaren. In de erotische overgave stel je jezelf volledig open voor de ander, wat een gevoel van diepe verbondenheid en extase kan oproepen. Als dat lukt, overstijg je jezelf, wat een intens genot kan veroorzaken.

Maar deze ervaring van versmelting, en het verlangen ernaar, kan ook gevaarlijk zijn. Je kunt jezelf dusdanig overgeven aan de ander, dat je in die ander lijkt op te lossen: je verliest je subjectiviteit, je autonomie, je ‘zelf’. Dat is precies waar Kierkegaard voor vreest: een leven waarin je geen standpunt inneemt, maar waarin je je laat meevoeren, niet wetend wie je eigenlijk bent. Werkelijk versmelten met een ander is overigens niet mogelijk volgens hem: je kunt niet ontsnappen aan de opgave om een ‘zelf’ te zijn, maar je kunt het wel proberen, bijvoorbeeld onder het mom van liefde.

Het erotische moment is genotvol omdat je jezelf bijna verliest, maar niet helemaal. Je laat de controle los, maar niet je hele zelf. Je voelt je klein en groots tegelijk, verlangend en bevrijd, kwetsbaar en levend.

Ongrijpbaar

Wie nadenkt over seks, denkt na over wat het betekent om mens te zijn, zoveel is duidelijk. Seksueel genot confronteert ons met een tekort, laten Plato, Sartre en Kierkegaard zien. We verlangen naar eenheid, maar ervaren het onvermogen om werkelijk samen te vallen met de ander, of met onszelf. We voelen een innerlijke verscheurdheid of een onoverbrugbare afstand tot de ander – je zou je bijna gaan afvragen waarom we nog seks hebben voor ons plezier, want het klinkt niet bepaald als genieten.

Seksueel verlangen draait om iets wat per definitie onbereikbaar is

Het denken van de Franse psychoanalyticus Jacques Lacan (1901-1981) geeft antwoord op die vraag. Ook hij zag dat seksueel verlangen per definitie draait om iets wat onbereikbaar is. Seksueel genot is daarmee niet eenduidig plezierig, meende hij. Een van de kernbegrippen in zijn denken is jouissance, wat lastig te vertalen is. Letterlijk betekent het woord in het Frans ‘genot’, maar volgens Lacan moeten we dit niet opvatten als gewoon plezier, of tevredenheid en al helemaal niet als ontspanning. Hij maakt een onderscheid tussen jouissance en plaisir (plezier).

En bij seks ervaren we niet altijd plaisir, maar kunnen we ook het gebied van jouissance betreden. Seksueel genot kan ambivalent zijn: intens en grensoverschrijdend, en daardoor ook pijnlijk, verwarrend en overweldigend. Met grensoverschrijdend bedoelt Lacan: niet meer netjes binnen de lijntjes van wat we gewend zijn; de grens tussen zelf en ander, plezier en pijn vervaagt even; de taal stokt, het lichaam trilt.

Wat we verlangen tijdens seks, zegt Lacan, is niet zozeer de ander, maar iets wat die ander vertegenwoordigt: iets wat ons ontbreekt, wat Lacan objet petit a noemt. Het is datgene wat ons verlangen op gang houdt, maar zich nooit laat grijpen. Hetgeen we denken nodig te hebben om volledig te zijn, een soort verloren stuk van jezelf. Dat is waardoor we denken in de liefde en bij seks: als ik jou heb, zal ik compleet zijn. Of: jouw verlangen naar mij maakt mij echt. Of: jouw lichaam bezit iets wat mij ontbreekt. Maar het zal altijd een fantasma blijken. Als je de ander hebt, begeert of neemt, zal het objet petit a verdwijnen of zich verplaatsen. Toch is dit tekort de motor van ons verlangen en van ons genot. Juist het feit dat we verlangen naar iets wat we nooit zullen krijgen, houdt ons gaande.

Even tussendoor …

Meer lezen over filosofie en seks? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

Ontvang wekelijks de beste artikelen van Filosofie Magazine en af en toe een aanbieding.

Seksueel genot is niet het gevolg van een bepaalde vervulling, maar juist de confrontatie met iets wat onbereikbaar blijft. En daar, in die onmogelijkheid, schuilt het genot. Niet in het bereiken, maar in het blijven verlangen. Het genot zit in de spanning, de herhaling, het mislukken. We verlangen niet zozeer naar de bevrediging, we verlangen het verlangen zelf. We genieten niet ondanks dat ons verlangen nooit gestild wordt, maar dóórdat het nooit gestild wordt.

Loginmenu afsluiten