Home Levenskunst Vrolijkheid is een ernstige zaak | recensie
Levenskunst

Vrolijkheid is een ernstige zaak | recensie

Door Désanne van Brederode op 24 oktober 2024

vrolijkheid emoties
beeld Andrea Piacquadio/Pexels
FM11 Filosofie Magazine 11 echt nep fake Hans Schnitzler
11-2024 Filosofie Magazine Lees het magazine
Bittere ernst is vaak het gevolg van een eenzijdige blik, laat de Duitse schrijver Axel Hacke zien. En vrolijkheid is hard werken.

Geen woord over de waarde van de cliniclown en de rouwclown, in het boek Over vrolijkheid in donkere tijden van de in Duitsland beroemde schrijver en columnist Axel Hacke. Ja, er komen grappen in voor en grappenmakers, de auteur beschrijft zijn deelname aan een cursus lachyoga op humoristische wijze, maar de beschouwing is vooral een uitnodiging aan de lezer om zelf wat vrolijker in het leven te staan. Niet om verdriet, doodsbesef, haat, domheid en verschrikkingen te ontvluchten, te bagatelliseren of te overschreeuwen, maar om jezelf en je verharde, eenzijdige blik te relativeren: ‘Alles zou ook anders kunnen (zijn).’ Dat is geen gemakkelijk pleidooi voor het optimistisch omdenken van trauma’s en tragedies vanwege de kansen die ze zouden bieden en de veerkracht die je erdoor kunt ontwikkelen. Gelukkig niet. Aan het woord is een goud­eerlijke tobber, geen jolige blijdschapsgoeroe. Toch ontvouwde zich gedurende diens leven het besef dat bittere ernst niet per se een teken van diepgang is, van bezorgdheid om maatschappelijke en politieke ontwikkelingen. Sterker nog, diezelfde bittere ernst kan onbedoeld bijdragen aan meer donkerte en aan wederzijds onbegrip.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.
Geen abonnee? Bekijk de abonnementen Log in als abonnee

Vrolijkheid blijkt een ernstige zaak: Plato en Aristoteles, Montaigne, Goethe en Schiller, Freud, Thomas Mann en Adorno komen aan bod, net zoals Lachen van Henri Bergson. Dat alleen al is geestig, want nergens presenteert Hacke zijn boek als filosofie. Waar het naar zelfhulp neigt, is die niet gericht op het verkrijgen van (meer) geluk, maar op een lichtere omgang met de wereld, de tijd en medemensen. Vrolijkheid vraagt zelfopvoeding, laat Hacke zien. Het is een kunst: die van het ‘doorvrolijken’ van alles wat zwaar, pijnlijk en ronduit inktzwart is. Hard werken dus, met nog veel harder materiaal, zonder schuddebuiken en dijenkletsen, maar met realisme, verbeelding en esthetische vormkracht. Er valt slechts iets te doorvrolijken waar we de ellende en onze eigen melancholie aanzien voor wat ze zijn. De speelruimte erin ontdekken, en onszelf weer als spelers durven zien. Met dezelfde geloofwaardige, nieuwsgierige onbevangenheid die Hacke in zijn prachtige, verfijnde stijl impliciet al toont.