Home Waarheid Spoedcursus: intuïtie
Kunst Tijd Waarheid

Spoedcursus: intuïtie

Vier filosofen over de rol van intuïtie bij kennis, moraliteit en kunst.

Door Femke van Hout en Thomas Velvis op 18 augustus 2023

Spoedcursus: intuïtie

Vier filosofen over de rol van intuïtie bij kennis, moraliteit en kunst.

FM9 FM 9 Filosofie Magazine intuïtie
09-2023 Filosofie magazine Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Kijk met de ogen van je ziel

Plato (ca. 427-347 v.Chr.)

intuïtie

Alle mensen hebben een direct lijntje met de waarheid, dacht Plato. Zelfs een ‘ongeschoolde slaaf’ kent de stelling van Pythagoras, als je hem maar de juiste vragen stelt. Hij bewijst dat in zijn dialoog Meno, waarin Socrates een bediende vragenderwijs tot dit wiskundige inzicht brengt. Om iemand dingen te leren, verklaart Plato bij monde van Socrates, hoef je diegene niets te vertellen. Je moet alleen helpen om de reeds aanwezige kennis te onthullen, zoals een vroedvrouw een geboorte begeleidt. De intuïtie moet ter wereld komen.

Intuïtie is voor Plato de zuiverste vorm van kennis. Alle informatie die via de zintuigen binnenkomt is onbetrouwbaar en imperfect. We kunnen met onze ogen weliswaar mooie dingen zien, maar die dingen hebben altijd hun gebreken. ‘Het Schone’ kunnen we enkel met ‘de ogen van de ziel’ aanschouwen. Met onze intuïtie komen we bij de kennis van ‘de Ideeën’, een diepere werkelijkheid dan de fenomenen, die enkel met het verstand waarneembaar is.

De kennis van de Ideeën hebben we volgens Plato door onze onsterfelijke ziel, die voor de geboorte in de Ideeënwereld is geweest en daar de Ideeën heeft aanschouwd. We hebben de Ideeën dus ooit gezien, maar door de schok van het ter wereld komen zijn we ze vergeten. Door de juiste vragen te stellen kan deze kennis weer worden bovengehaald. Dat is precies wat Socrates in het gesprek met de slaaf doet: hij haalt de wiskundige intuïties die diep in hem verborgen zitten tevoorschijn.

Intuïtie is dus een vorm van herinnering. Zo verklaart Plato waarom we vaak niet begrijpen waar onze intuïties vandaan komen, terwijl we tegelijkertijd zeker zijn van wat we intuïtief weten. En waarom intuïtie gelijk is voor meester en slaaf. Onze intuïtie grijpt terug op eeuwige waarheden.

Laat je meevoeren door de tijd

Henri Bergson (1859-1941)

intuïtie

Als je iets grappigs meemaakt en dat later met iemand probeert te delen, kan het moeilijk zijn om over te brengen wat er nu zo leuk aan was. Misschien verzucht je na een tijdje: ‘Je had erbij moeten zijn.’ Volgens de Franse filosoof Henri Bergson komt dit doordat er twee verschillende manieren zijn om de wereld te begrijpen: een intuïtieve en een analytische. De rake grap die we met onze intuïtie in één keer vatten, laat zich achteraf moeilijk analyseren. Zodra we ons buiten de situatie plaatsen en er een representatie van maken, verdwijnt er iets wezenlijks.

Hoewel analyse met name voor de wetenschap belangrijk is, dringt ze niet door tot het wezen van de dingen. Als je een stad vanuit alle mogelijke hoeken fotografeert en met die foto’s een reconstructie maakt, laat die je nog steeds niet voelen hoe het is om daadwerkelijk door die stad te lopen en de sfeer te proeven. En al lees je honderden psychologische onderzoeken, ze vertellen je niet hoe het is om een mens te zijn. Wie analyseert, meent Bergson, beziet de dingen van buitenaf en zet daarmee de tijd stil, terwijl alles constant verandert en in beweging is.

Voor Bergson is intuïtie een ervaring waarbij je je ín de dingen verplaatst en wordt opgenomen in la durée (de duur): de veranderlijkheid of ‘flow’ van de wereld. We zijn geneigd intuïtie te zien als een soort gedachteloos voelen en niet als een weg naar ware kennis. Maar volgens Bergson is intuïtie de enige juiste filosofische methode, omdat die ons toestaat om door te dringen tot de werkelijkheid in haar ‘volmaaktheid’. Pas als je je in de dingen inleeft, ervaar je wat er ‘uniek en onuitsprekelijk’ aan is.

Geef je over aan het onbewuste

Julia Kristeva (1941)

Als je praat, praat je onderbewuste mee, meent de Bulgaars-Franse filosoof en psychoanalyticus Julia Kristeva. Volgens haar bevinden zich onder elk uitgesproken woord onuitgesproken, onbewuste betekenissen. Onze intuïtie kan ons helpen om die betekenissen naar boven te brengen.

Kristeva maakt onderscheid tussen twee soorten betekenis: het semiotische en het symbolische. Het semiotische betreft het pre-talige, waarmee we al in contact komen wanneer we in de baarmoeder zijn. Er bestaat dan nog geen duidelijk onderscheid tussen het zelf en de ander. We bevinden ons in of – zodra we geboren zijn – bij het lichaam van onze moeder. Alle betekenis openbaart zich in dit stadium aan ons op het niveau van het lichaam, in de vorm van geluiden, kleuren, sensaties, aanrakingen en geuren.

Wanneer we taal leren en onszelf leren begrijpen als individu betreden we volgens Kristeva de symbolische wereld. Deze wereld van cultureel gedeelde betekenissen wordt in de psychoanalyse geassocieerd met orde, wetmatigheden en mannelijkheid. We leren dat we onze lichamelijke ervaringen en passies moeten onderdrukken. En toch, zegt Kristeva, dringen lichamelijke en onbewuste betekenissen zich voortdurend aan ons op. Als we praten, praat het semiotische mee in de vorm van het tempo, het ritme, de timbres, plotselinge stiltes, verhaspelingen.

Even tussendoor… Meer lezen over Plato, Bergson, Kristeva en andere grote denkers? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Onze intuïtie kan ons in contact brengen met die onbewuste, semiotische betekenissen. Kristeva ziet de psychoanalyse als een intuïtieve overgave, waarbij de therapeut en de behandelde niet alleen letten op wat er wordt gezegd, maar ook op de ritmes, stiltes en versprekingen.

Intuïtieve overgave stimuleert creativiteit, denkt Kristeva. We denken vaak dat een kunstenaar controle heeft over wat hij maakt. Maar als je intuïtief schildert, schrijft of danst, geef je je over aan betekenissen waarvan je misschien niet wist dat ze er waren. Zo kun je je losmaken van de opgelegde symbolische orde. Door je mee te laten voeren door je intu­ïtie, door iets wat buiten je controle is, ben je in staat vrijere keuzes te maken.

Oefen je morele intuïtie

Martha Nussbaum (1947)

intuïtie

Je zou makkelijk kunnen vergeten dat mensen het over de meeste morele kwesties eens zijn. Zo hoeven we niet te discussiëren over de vraag of het goed of slecht is om trouw te zijn aan je vrienden of om onschuldige mensen te martelen. Volgens de Amerikaanse filosoof Martha Nussbaum delen mensen bepaalde diepe overtuigingen over wat moreel juist is en wat niet. Deze morele intuïties zijn opvattingen waarvan we zeker zijn. Ze vormen de toetssteen voor onze ethische theorieën. Een theorie die indruist tegen onze fundamentele overtuiging dat het goed is om trouw te zijn aan je vrienden kan onmogelijk waar zijn.

Een ethische theorie moet dus volgens Nussbaum overeenstemmen met onze intuïties. De theorie die dat het best doet, zo meent ze, is haar capabilities approach. Deze theorie gaat uit van een lijst met mogelijkheden waarover alle mensen beschikking zouden moeten hebben, waaronder de soevereiniteit over het eigen lichaam, de kans om te leven in verbondenheid met anderen en de gelegenheid om te lachen en te spelen. De lijst is nauw verbonden met Nussbaums centrale intuïtie dat mensen voor een goed leven de mogelijkheid moeten hebben om samen met anderen hun eigen opvatting van het goede na te streven.

Dat intuïtie een belangrijke rol moet spelen in morele kwesties, betekent volgens Nussbaum niet dat je maar moet doen wat goed voelt. Intuïties kunnen onvoldoende ontwikkeld of simpelweg verkeerd zijn. Om van je intuïtie op aan te kunnen, moet die getest en aangescherpt worden door de discussie aan te gaan met mensen met andere overtuigingen. Ook de ervaring is een belangrijke manier om je intuïtie te verrijken. Wat in een concrete situatie goed handelen is valt niet uit te denken, maar moet worden beleefd. Morele intuïtie moet je oefenen.