Philip Zimbardo werd wereldberoemd met zijn Stanford-gevangenisexperiment, waaruit bleek dat mensen door groepsdruk tot het ergste in staat zijn. Tegenwoordig laat de inmiddels 83-jarige hoogleraar zien hoe we die druk kunnen weerstaan.
Vrijdagvond 1 april 2016, 19.30 uur. Het gebouw ‘De Vereniging’ in Nijmegen stroomt vol. Veertienhonderd bezoekers drommen samen om hoogleraar Philip Zimbardo – de bedenker van het Stanford-gevangenisexperiment – aan het woord te horen. Deze keer vertelt hij geen verhaal over waarom mensen het kwade doen, maar vertelt hij geanimeerd waarom ze zich soms heldhaftig gedragen. ‘Een held worden kun je leren’, luidt zijn stelling.
Twee uur later is Zimbardo in de overvolle lobby druk bezig met een signeersessie. Opvallender is dat hij iedereen kort te woord staat, voor een minuut of nog langer. Op die manier zal lang niet iedereen aan de beurt komen voor zijn handtekening, gezien de lange rij die voor de schrijftafel staat. ‘Ik weet het, ik weet het’, verzucht hij. ‘Toch wil ik het zo persoonlijk doen, en de mensen weten dat ook. Mijn hele werkzame leven ben ik bezig geweest met wat ontmenselijking teweegbrengt, in gevangenissen, in de politiek en in internationale conflicten, maar nu wil ik mijn aandacht verleggen naar wat individuen, die mevrouw en die meneer, van hun leven vinden. Zo te zien stellen ze dat op prijs.’ Voor degenen die niet aan de beurt kwamen, ligt er een vooraf gesigneerde foto klaar, die vergezeld gaat van een warme handdruk.
In de twee dagen daarna staat de opleiding tot held, het Heroic Imagination Project, centraal bij de rechtenfaculteit van de Radboud Universiteit Nijmegen. Tijdens een pauze spreek ik met Zimbardo op het zonovergoten terras van het Grotius-gebouw. ‘Mensen worden niet zomaar een held’, zegt hij achter een sapje. ‘Ze kunnen wel leren om weerstand te bieden aan een ziek systeem of de omstandigheden.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees