Home Martha Nussbaum: ‘We hebben een wereld vol woede geschapen’
Politiek

Martha Nussbaum: ‘We hebben een wereld vol woede geschapen’

Martha Nussbaum kan nogal eens boos worden. Haar recept tegen boosheid: nadenken, soms rouwen en vrienden die om haar lachen.

Door Florentijn van Rootselaar op 31 januari 2017

Martha Nussbaum filosoof woede beeld Merlijn Doomernik

Martha Nussbaum kan nogal eens boos worden. Haar recept tegen boosheid: nadenken, soms rouwen en vrienden die om haar lachen.

Cover van 02-2017
02-2017 Filosofie magazine Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Woedend kan Martha Nussbaum worden. In het vliegtuig bijvoorbeeld. Als mannen – met een lichte vorm van overgewicht, merkt ze op – aanbieden om haar bagage in het rek boven haar hoofd te plaatsen. Ze vindt het beledigend, voor haar als vrouw, en ook ziet Nussbaum (69) het als leeftijdsdiscriminatie.

Of ze hier in Nederland ook zo boos is geworden? Ze vertelt een verhaal. Maar schrijf dat maar niet op, zegt Nussbaum, want de vrouw bedoelde het goed. Daarover later meer. We hebben ons na een fotosessie comfortabel geïnstalleerd op een grote bank in een van Amsterdams nieuwe sterrenhotels. De filosoof is hier vanwege de verschijning van Woede en vergeving. Wrok, ruimhartigheid, gerechtigheid in het Nederlands. Als ‘internationaal topfilosoof’ maakt ze een korte tournee door de Lage Landen.

Het verhaal dat niet verteld moet worden komt hierop neer: Nussbaum werd boos toen een jongere vrouw haar wilde begeleiden bij het traplopen. Terwijl Nussbaum – ze loopt halve marathons – die vrouw er toch makkelijk uit had kunnen lopen!

Nussbaum praat met veel dynamiek – hard, zacht, hoog, laag. Het is… dramatisch – in haar theoretische verhaal over woede verbeeldt ze af en toe woedende types, zoals de bedrogen echtgenote en de boze man. We praten over Nussbaums woede, de woede na de verbroken relatie, de woede van de boze blanke man (en ook die van de boze vrouw), Trump-stemmers, maar ook over de woede van Geert Wilders’ aanhang – en over humor als wapen tegen woede.

Elke week aan het denken worden gezet door de grootste levende denkers van de filosofie? Schrijf u in voor de gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Waar Nussbaum aanvankelijk dacht dat woede een positieve rol kon spelen, vond ze later dat we er helemaal vanaf moeten. En dat kan ook, want woede is niet zomaar een emotie die ons overvalt. Het is ook iets wat we in onze samenleving cultiveren en bewonderen – en dat zou ook anders kunnen. ‘Van mannen werd altijd al een zekere agressiviteit verwacht’, zegt ze. ‘Dat geldt tegenwoordig soms ook voor de vrouw. Niet alleen zijn mensen na een scheiding zomaar boos, de omgeving verwacht ook dat de bedrogen echtgenote woedend is op haar voormalige echtgenoot. Woede is dan een manier om je zelfrespect te bewaren.’ Volgens Nussbaum is het een recept voor verdriet, voor vast blijven zitten in het verleden, ‘waardoor je al je creativiteit en levenslust in het heden verliest’.

Waar hebben we het over als we het over woede hebben?
‘Je ziet bij Aristoteles al een goede definitie waar bijna alle westerse en ook Indiase filosofen het mee eens zijn. Het is een pijnlijke emotie als gevolg van belangrijke schade die is toegebracht aan iets of iemand waar je werkelijk om geeft. Je bent ervan overtuigd dat die schade ten onrechte is toegebracht. Aristoteles voegt er nog aan toe dat die emotie dan wel pijnlijk is, maar dat je wel de aangename hoop koestert op vergelding…

En dan kom ik precies bij het punt waarom ik zo kritisch over woede ben. Vroeger dacht ik dat woede productief was; de emotie stelt je in staat om in te zien dat dingen niet goed gaan, dat je ertegen in opstand moet komen. Maar als je alle elementen van woede bekijkt, zie je dat er ook altijd die wens is om te vergelden. Dat deel is nonsens, een soort magisch denken – alsof het iets helpt om de kerel die mijn kind wat heeft aangedaan te laten lijden. Toch is het een manier van denken die universeel is: een misdaad moet met gelijke munt terug worden betaald, alsof dan alles weer in balans is.

Dat is schadelijk en nutteloos. In plaats daarvan kunnen we ons beter richten op de toekomst; dat is toch het enige wat we kunnen veranderen. Dat heeft ook gevolgen voor het strafrecht. Begrijp me goed: ik ben zeker niet tegen straf bij criminaliteit, maar niet als retributie. Straf is prima om misdadigers af te schrikken. Maar alleen maar straffen als vergelding is het recept voor een sociale ramp. Ik ben bang dat de VS het belangrijkste voorbeeld daarvan zijn. Alle misdaadbeleid is alleen maar gericht op langdurige opsluiting, terwijl er niets gedaan wordt aan zaken die misdaad werkelijk tegen kunnen gaan: voeding, onderwijs, werkgelegenheid – de dingen die de kinderen van de straat halen en ze de mogelijkheid geven van een betere toekomst.’

Ik heb een klein onderzoekje gehouden onder vrienden en collega’s. Bijna niemand vond dat woede noodzakelijk leidt tot de wens om te vergelden. 
‘Toch is er naast de ideeën van filosofen veel empirisch onderzoek dat deze gedachte ondersteunt. Misschien denken mensen dat vergelding niet bij woede hoort omdat ze er op een te beperkte manier over denken. Het is belangrijk om te benadrukken dat je niet zelf die wraak hoeft te nemen, zoals Orestes Klytaimnestra doodt. Je kunt ook willen dat de wet de wraak voltrekt, of anders de goddelijke wet. Of je wilt iemand niet noodzakelijk pijn doen, maar je wenst haar wel veel verdriet toe.’

Dramatisch, met lage stem: ‘“Ik hoop werkelijk dat het tweede huwelijk van mijn bedriegende echtgenoot een afschuwelijke mislukking wordt!”

Dat is toch wraak, je hebt het idee dat het alles weer goed maakt. Mensen besteden daar zoveel tijd aan! Na scheidingen, vooral als je de benadeelde partij bent, zijn ze niet op de toekomst gericht, maar laten ze hun leven verslinden door processen om de ander te straffen, door voogdijzaken. Ik ken veel mensen die daardoor worden vergiftigd en verteerd. Als je je zo verdiept in woede, zie je dat ook de wens om vergelding erbij hoort.’

Mannelijkheid

Woede is niet zomaar een natuurlijke emotie, het is iets wat we aanmoedigen, zeker bij jongens. ‘Woede en geweld zijn sterk verbonden met mannelijkheid. De samenleving verwacht agressie van de man, beloont die zelfs. Zelfs de allerjongsten benaderen we met die verwachting, zo blijkt uit onderzoek. Neem de baby’s die mensen in een experiment in hun handen kregen gedrukt. De onderzoekers gaven daarbij met opzet het verkeerde geslacht op: ze noemden de meisjes jongens en omgekeerd. De reacties op huilen waren heel anders. Als de mensen hadden gehoord dat het een meisje was, dan drukten ze het kindje troostend tegen zich aan. Arm ding, zeiden ze, ze is zo bang. Als mensen dachten dat het een jongetje was, gooiden ze het speels in de lucht. Hij is boos, zeiden ze dan, hij wil iets. Een echte jongen. Zo kweek je wel een wereld vol boze mannen.

Ook bij veel Amerikaanse schrijvers, zoals Melville, zie je dat je als man tough moet zijn. Michael Warner, de geweldige queertheoreticus, analyseert die tendens in zijn essay ‘Manning up’. Een van de geweldige dingen die de gay community manifesteert in de VS is dat het bevrijdend is om daarvan bevrijd te worden. Zij laat zien dat je mannelijkheid op een andere manier kunt uitdrukken… Bijvoorbeeld door geweldige kleuren. Michael Warner – hij is erg lang en slank – draagt een lavendelkleurig Jill Sander-pak. Wat een indruk maakt hij! Sinds de achttiende of zeventiende eeuw zijn mannen niet meer in staat geweest om zo mooi te zijn. Ik zeg altijd tegen mijn mannelijke collega’s dat die mannenkleren zo saai zijn – waarom dragen ze geen pak zoals Michael Warner? Ook in de reactie op de schietpartij in de homonachtclub in Orlando zag je een andere vorm van mannelijkheid. Het was een geweldige manifestatie van de superioriteit van liefde over haat.

En de sport, die sport…’

Met lage stem: ‘Football bepaalt de norm van territoriale agressie, de hele sportmentaliteit is er een van vergelding. Als iemand je beledigt, dan moet je hem vernederen. Zo worden mensen opgevoed. En politici kunnen evenmin iets zachts uitdrukken. Obama zat daardoor in een onmogelijke positie: aan de ene kant moest hij voldoen aan de stereotypen van mannelijkheid, maar aan de andere kant werd hij als zwarte man gezien als een seksueel roofdier. De agressie van de zwarte man is iets waar een grote vrees voor bestaat – de hele burgerrechtenbeweging ging om de strijd tegen die angst.

Een double bind dus: Obama mocht als zwarte geen woede vertonen, maar soft mocht hij evenmin zijn. Wat kan hij dan nog? Hij liet zich zien als een kalme man, wat sowieso past bij zijn persoonlijkheid. Zo kende ik hem ook als collega. Maar het komt over als wat afstandelijk, niet helemaal verantwoordelijk. Maar het is waarschijnlijke de enige mogelijke houding voor hem.’

Boze Witte Man

Wat vindt Nussbaum van de Boze Witte Man? Kanaliseert Trump een woede die nog nooit eerder zo groot was in de Amerikaanse politiek? Nussbaum nuanceert die woede van de Trump-stemmer. ‘Bij de Democraten zag je ook veel woede, of neem de Black Lives Matter-beweging. Ook bij de volgelingen van Bernie Sanders – bij hemzelf niet – zag je die. Sanders zelf is eigenlijk een volgeling van King; hij is principieel niet-gewelddadig.’

Is er nu meer woede dan vroeger?
‘Vroeger was het vreselijk. Vaak ging het ook in de politiek om eer en status: als iemand met een lagere rang je had beledigd, ranselde je hem af met een stok. Dat gebeurde ook in het Huis van Afgevaardigden, wat op veel bijval van het publiek kon rekenen. Terwijl de slachtoffers als gevolg daarvan soms levenslang kreupel waren. Dat zie ik nu nog niet gebeuren. Thank goodness, de dingen waren veel gewelddadiger in de Burgeroorlog. Of neem het geweld van de burgerrechtenbeweging. En ik sprak na de verkiezing van Trump met iemand die ooit deel uitmaakte van een theatergroep die zich inzette voor de vrijheid van zwarten. In haar huidige gezelschap waren haar acteurs ontdaan door de verkiezing; ze wisten niet hoe ze als minderheid behandeld zouden worden. Die vrouw vertelde hoe mensen in het Zuiden vroeger werden gelyncht. We leven nog steeds in een enorm racistisch land, maar er is veel minder raciaal gemotiveerde moord en doodslag. Er is veel gedoe over racistisch geweld bij de politie. En inderdaad, dat geweld zal soms raciaal gemotiveerd zijn. Maar het is soms ook het gevolg van een slechte training. En het komt ook door het feit dat de politie niet in staat is de beste mensen te rekruteren. Het is niet bepaald een baan die veel bewondering afdwingt. Als je goede resultaten haalt op de high school ga je naar de staatspolitie, niet naar die van Chicago. Een collega van mij onderzoekt hoe de training eruit moet zien van mensen die toch hun leven op het spel zetten. Cruciaal zijn niet hun misschien racistische intenties, maar een goede training. En die ontbreekt.

Misogynie hebben we veel, maar boy, veel minder dan we hadden. En ik denk dat het in de volgende generatie minder en minder zal worden. Geweld en agressie naar mensen met een handicap zijn ook sterk afgenomen. Mijn nieuwe senator Tammy Duckworth – de nieuwe Obama, je zult nog van haar horen – is haar beide benen kwijtgeraakt tijdens de oorlog in Irak, maar toch heeft ze – zonder haar benen – op haar 42ste haar eerste kind gekregen. Dat is een tough lady. Roosevelt moest zijn handicap nog verbergen, nu hoeft dat niet meer. Duckworth gebruikte – net als haar Republikeinse opponent – tijdens de verkiezingen een rolstoel. Daarmee finishte ze ook in de marathon van Chicago. Dat is een teken dat er een nieuw tijdperk is aangebroken voor mensen met een handicap.’

De hamvraag: met Trump maken we dus geen nieuwe ontwikkeling door in de woede?
‘Nee, kijk maar naar het geweld van de boze populistische beweging in de Amerikaanse geschiedenis. De Whiskey Rebellion, Shays’ Rebellion. Boze mensen namen de wapens op tegen de regering. Dat doen ze nu niet. Ik denk ook dat veel mensen die op Trump stemden helemaal niet zo boos waren, en ook niet dat ze een grote haat voelden naar migranten. Sommige mensen waren boos, maar anderen hadden gewoon genoeg van de elite en van de politics as usual, van de insiders van Washington. Wel was er een ongebruikelijke haat jegens Clinton, deels door misogynie, deels door fake-nieuws. Mensen dachten echt dat Clinton een pedofielennetwerk leidt.’

In zover er woede is, wat moeten we daar dan mee?
‘De bron is onzekerheid en hulpeloosheid, de levensstandaard van de witte man is slechter dan hiervoor. Banen verdwijnen naar de andere kant van de oceaan, we gaan van een economie van arbeiders naar een informatie-economie, onderwijs kost ongelooflijk veel. Daar moeten we iets aan doen; Bernie Sanders had groot gelijk om dat te benadrukken. Mensen kunnen niet verwachten dat hun kinderen het beter krijgen als ze zich de universiteit niet kunnen veroorloven.

We moeten de problemen oplossen, maar dat zal niet eenvoudig zijn. We hebben zoiets nodig als Roosevelts New Deal. Maar dat was er niet bij de Democraten. Daarom zetten mensen hun gevoel van hulpeloosheid om in woede en verwijten. Het was allemaal de schuld van de Mexicanen. De echte remedie is om de toekomst onder ogen te zien, en dat zal niet eenvoudig zijn. We kunnen ook niet zomaar kiezen voor eigenbelang: er is geen reden waarom mensen in India geen baan zouden hebben. We kunnen niet meer de koning van de wereld zijn, we moeten onder ogen zien dat andere landen ook strijden om banen. We moeten een beschaafde politiek bedenken voor mensen wier levens niet meer vooruitgaan, volgens mij door de sociale zekerheid te versterken.’

En wat te doen met de woede in het meer persoonlijke domein? Wat me aansprak in uw boek was dat u wees op het belang van humor.
‘Humor is altijd goed. Het is goed om in te zien hoe belachelijk je bent als je je ergert aan medereizigers. En voor persoonlijke relaties geldt hetzelfde: als je interviews leest met mensen die 45 jaar getrouwd zijn, zie je dat humor vaak het succes bepaalt. Als je niet met humor kunt reageren op de slagen van het lot, als je niet kunt lachen om elkaars feilbaarheid en zwakte, dan blijf je waarschijnlijk niet samen.

En nog iets heel anders: naast lachen moet je soms kunnen rouwen. Zeker na een breuk in een relatie is rouw meer op z’n plaats dan woede, zelfs als de ander je verraden heeft. Zeker, je moet benoemen wat er mis was, maar dan moet er ruimte zijn om afscheid te nemen van het gedeelde leven. Het einde van de relatie is als de dood. Woede is vaak een verschuiving, die komt in plaats van rouw. Amerikanen houden niet van rouw. Als een familielid in het ziekenhuis sterft, klagen ze het liefst de dokter aan, en als hun relatie eindigt doen ze hetzelfde met hun ex. Dat is allemaal verschrikkelijk onproductief.

Mijn ex en ik hebben geprobeerd het productiever aan te pakken. De wet verplicht je in sommige staten om een advocaat te hebben bij een scheiding. Wij besloten samen een advocaat te nemen; we wilden het zo simpel mogelijk doen, zonder gedoe. Uiteindelijk kun je beslissen dat je met je ex nog een bepaalde relatie kunt hebben, dat kan een productief en waardevol deel van je leven worden. Vooral als je samen kinderen hebt. Mijn ex is een goede vriend van me, deels ook omdat ik me tot het Jodendom bekeerde toen ik met hem trouwde. Hij is nog steeds de lijn naar mijn Joodse familie, naar de Joodse wereld en tradities. Als ik me had laten leiden door boosheid en had geprobeerd al z’n geld te krijgen, had ik nu niet die geweldig rijke en affectieve band met hem gehad. Mensen die tijdens hun relatie problemen hebben, kunnen als exen vaak genieten van elkaars goede kanten. De slechte kanten zijn dan minder overheersend. Mijn ex-echtgenoot is tegenwoordig een enorme aanhanger van Trump. Waarschijnlijk had ik dat moeilijk gevonden als ik met hem had moeten leven.’ Lachend: ‘Misschien was hij dan wel geen Trump-supporter geweest.

Hoe dan ook, het punt is dat je niet moet blijven hangen in de wens om vergelding. Dan richt je je alleen maar op het verleden. De rouw stelt je in staat verder te gaan. En daar gaat het om. Vooral voor vrouwen is het vaak moeilijk om de draad weer op te pakken, zeker vroeger. Als ze hun hele leven hadden ingericht rond hun man, als ze geen eigen vrienden en carrière hadden, verdween met de man meteen hun hele leven. Misschien raken ze in economische problemen, soms zijn ze niet in staat zelf dingen te doen. Hoe verleidelijk is het dan om voor woede te kiezen?

Oh boy, het is echt zo afschuwelijk om te blijven hangen in het verleden. Ik ken een academicus, met een vreselijke ex-echtgenoot, maar toch is het zó slecht om dan maar liefst vijftien jaar verwikkeld te zijn in een strijd om voogdij. Dat heeft haar carrière geruïneerd, haar creativiteit, haar productiviteit. Heel verdrietig om dat te zien.’

Lift

We moeten eigenlijk ophouden. Nussbaum moet nog een jas ophalen die ze net heeft gekocht, een dikke jas die haar moet beschermen tegen de strenge winters van Chicago. En dan wacht de auto om haar naar haar volgende optreden te brengen. In de lift praten we verder.

Het is de gelegenheid om haar nog even te vragen over háár woede, en hoe ze daarmee om zou moeten gaan. De woede naar een medepassagier, een kelner – dat soort woede. Die woede, geeft ze toe, vindt ze waarschijnlijk niet belangrijk genoeg om aan te werken. ‘En ja, wat te doen? Luisteren naar muziek, naar Mozart. En Mandela vond dat alleen al introspectie goed was: Hoe zit het met je eigen wensen om te vergelden, waarom heb je die? Is het bijvoorbeeld niet beter om te rouwen dan te straffen? Ik zie ook wel iets in de meditatie zoals de stoïcijnen die al bedreven. Je stelt je voor: als ik deze vaas breek zal dat me geen pijn doen. Ze dachten dat je dat vaak moest herhalen; dan zou je je ook kunnen bevrijden van je woede. Ik heb het zelf ook weer niet zo op louter herhaling. Eigenlijk voel ik meer voor psychoanalyse, maar dan wel een vorm die niet alleen gericht is op het verleden, maar die ook oog heeft voor het heden en de toekomst.’

Ondertussen staan we op straat, op een koude winterse dag. Nussbaum praat verder, zonder jas in haar fleurige jurkje. ‘Weet je, die psychoanalyse wil ik nu niet doen. Dan zou de nadruk wel erg sterk op mijzelf komen te liggen. Ik zou weggevoerd worden van mijn vrienden. Terwijl die vrienden, daar zou ik juist veel aan kunnen hebben, ook als het gaat om woede. Het helpt als ze me plagen: Martha, zeggen ze dan, je hebt je weer behoorlijk belachelijk gedragen.’