Wat is het?
De linguistic turn laat zien hoe onze manier van spreken de werkelijkheid bepaalt.
Wat doet het?
Maakt ons gevoelig voor de werking van taal.
Wat is zinvol taalgebruik? Hoe voorkomen we vergissingen? In de filosofie gold taal heel lang als een middel om de waarheid uit te drukken. Maar sinds Wittgenstein weten we dat onderzoek naar waarheid begint bij het kijken naar taalgebruik. Taal is geen middel, maar creëert betekenis, ‘maakt’ een werkelijkheid – een belangrijk inzicht om dagelijkse vergissingen te voorkomen, maar ook om propaganda of subtiele mechanismen van onderdrukking bloot te leggen.
Zijn filosofie
Volgens de jonge Wittgenstein is taal een afbeelding van de werkelijkheid. Zo heeft een zin als ‘iemand leest de krant’ betekenis omdat we kunnen nagaan of dat ook werkelijk het geval is. Dat gaat bij uitspraken over God of ethiek een stuk lastiger; reden waarom Wittgenstein dergelijk taalgebruik als betekenisloos beschouwt (we kunnen in plaats daarvan beter zwijgen). Wittgenstein meent dat filosofische problemen in feite taalproblemen zijn. Als we precies weten wanneer taal betekenis heeft, dan verdwijnen die problemen vanzelf. Ook voor de latere Wittgenstein is taal van groot belang, maar hij stelt zijn visie bij. Taal is niet langer slechts een afbeelding van de werkelijkheid, maar vindt zijn betekenis in gebruik. Dat kan verschillen per praktijk, of ‘taalspel’. Een roos heeft voor geliefden een andere betekenis dan voor biologen. Sterker nog: het gebruik van woorden ‘maakt’ die werkelijkheid. Iemand een roosje noemen, bevestigt de liefde.
Even tussendoor… Meer lezen over taalfilosofie? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
Historische achtergrond
Van oudsher is taal in de filosofie een ondergeschoven kindje. De filosoof denkt na over waarheid, taal is slechts een middel om die uit te drukken. Ook voor de jonge Wittgenstein is taal niet meer dan een afbeelding, maar hij laat wel zien hoe cruciaal taalanalyse is. Sindsdien onderkennen filosofen het belang van taal. Die omwenteling noemen we de linguistic turn. De notie van ‘taalspel’ van de latere Wittgenstein heeft vele filosofen beïnvloed. Bijvoorbeeld Michel Foucault en Judith Butler laten zien hoe taalgebruik – bijvoorbeeld over vrouwen of seksualiteit – machtsrelaties kan bevestigen.
Het probleem
Taal is niet zo vanzelfsprekend of onschuldig als we denken. Veel problemen ontstaan door foutief of manipulatief taalgebruik.
De oplossing
Een grondige analyse van taal en taalgebruik. Hoe onschuldig is het, om een voorbeeld van Judith Butler te gebruiken, als iemand op straat wordt uitgemaakt voor ‘homo’? Een veel gehoord argument is dan: ‘Je bent toch ook homo?’ Maar er is meer aan de hand: de manier waarop het woord wordt gebruikt, bevestigt dat homoseksualiteit niet normaal is, afwijkend. De wending naar de taal die filosofie heeft doorgemaakt, heeft ons gevoelig gemaakt voor de manipulerende kracht van woorden.