Cliënten van socratisch gesprekstrainer Kristof Van Rossem leggen hem vaak lastige situaties voor. ‘Een lerares uit Brussel vertelde me dat ze na de kerstvakantie de klas binnenliep en zei: “Gelukkig nieuwjaar allemaal.” Een van de leerlingen deed de sfeer meteen bevriezen met zijn reactie: “Gelukkig nieuwjaar is haram, mevrouw.”’
Velen zijn waarschijnlijk geneigd om inhoudelijk in te gaan op de vraag waarom deze leerling denkt dat zo’n wens haram – onrein – is. Maar volgens Van Rossem beland je dan in een discussie die niets oplevert. ‘Als je zelf een filosofische instelling hebt, kun je flexibel over ideeën argumenteren. Maar voor sommige mensen zijn ideeën en opvattingen identiteitsvormend. En je eigen identiteit is niet iets waarover je zomaar vrijuit van gedachten wisselt.’
Wat dan te doen? ‘Ik heb haar geadviseerd om in zo’n geval eerst te zeggen: “Dit raakt me wel, ik wilde je oprecht het goede toewensen.” En daarna te vragen: “Waarom zeg je dat nu hardop?” Dan ga je in op de gesprekshandeling, de keuze om dit nu ter sprake te brengen. De inhoud, de vraag wat “onzuiver” betekent voor moslims en niet-moslims, kun je later eens in een apart groepsgesprek behandelen, als de context daar passend voor is.’
Van Rossem wil beslist niet zeggen dat we lastige gesprekken uit de weg moeten gaan. Integendeel, zegt de Vlaamse filosoof. ‘Te vaak laten we elkaar ongemoeid, uit angst om op lange tenen te trappen. Ik denk dat wij als filosofen de taak hebben om dit te doorbreken. Als ik van een politieagent in mijn training hoor dat een kind van de moeder niet mag zingen en dansen op school omdat dit haram zou zijn, dan denk ik: daar moeten we het over hebben.’
Het socratisch gesprek is daar als filosofische methode uiterst geschikt voor, omdat je er gezamenlijk in leert denken, op een onderzoekende en open manier. Het is een moderne variant van de techniek die de Griekse wijsgeer Socrates gebruikte: elke onbewuste aanname blootleggen en zo tot inzicht komen.
Van Rossem: ‘In mijn benadering is een socratisch gesprek niet uitsluitend bedoeld om nieuwe vragen op te roepen, maar ook om meer gedeelde waarheid te vinden. Als je op zoek gaat naar gemeenschappelijke grond, is dat beter mogelijk dan je denkt. Het heeft wat mij betreft geen zin om enkel individuele meningsverschillen op een rijtje te zetten en dan te concluderen: ach, ieder zijn waarheid. Ik wil de woorden van de deelnemers als het ware uitvergroten, door heel precies te luisteren en samen te vatten. Om zo tot een opvatting te komen die beter is, juister en meer waar dan een andere opvatting. Het paradoxale is dat je op weg daarnaartoe in eerste instantie juist uitsluitend met de vorm bezig moet zijn.’
Boogschutter
Het gaat Van Rossem om een zekere afstandelijkheid, die uiteindelijk juist bijdraagt aan meer nabijheid en gedeeld perspectief. Bijvoorbeeld wanneer hij hulpverleners traint in bemiddeling – waarbij de bemiddelaar zich absoluut niet met de inhoud mag bemoeien. Of als hij de visie van een bedrijf in overeenstemming probeert te brengen met de beleving van het personeel. ‘Een mooi voorbeeld daarvan was een van oudsher rooms-katholieke zorginstelling die nog altijd “onvoorwaardelijke liefde” als devies had, terwijl een medewerker zei: “Mijn onvoorwaardelijke liefde stopt om vijf uur.”’
De technieken die Van Rossem gebruikt heeft hij op een rij gezet in zijn onlangs verschenen boek Vraag raak. De methode is hoofdzakelijk afgeleid van zijn groepstrainingen met professionals, maar is ook bruikbaar aan de keukentafel. In het boek laat hij schematisch zien hoe je in een gesprek als een boogschutter te werk kunt gaan door op het juiste moment en met de juiste houding een vraag te stellen die doel treft, als een pijl in de roos. Van Rossem schrijft zoals hij spreekt: grondig, maar ook lichtvoetig.
‘Verwarring zorgt ervoor dat we kunnen gaan denken’
‘Het begint allemaal bij het verzorgen van de context,’ zegt Van Rossem. ‘De lerares die in het defensief gedwongen wordt over haar nieuwjaarswens kan op een later moment de juiste omstandigheden creëren voor een oprecht filosofisch groepsgesprek. Daarin moet wel aan bepaalde randvoorwaarden worden voldaan: er moet een veilige sfeer zijn, er moet naar elkaar geluisterd worden en er moet een gespreksleider zijn die mensen het woord geeft. Ik begin altijd met luisteren naar wat er aan de oppervlakte voorbijkomt. Ik blijf zo dicht mogelijk bij de spontaan gebruikte taal, de letterlijke woordkeuze. Daar ga ik mee werken. Dat betekent dat ik zo min mogelijk interpreteer wat mensen bedoelen, wat er achter de woorden zit. Ik luister enkel oppervlakkig – ik noem het ook wel “onbenullig luisteren”.’
U doet zich onbenulliger voor dan u bent.
‘Nee hoor. De diepere betekenis van dingen ontgaat mij dan geheel. Dat is niet gespeeld, dat is een oprecht socratische, niet-wetende houding. Ik had een keer een logopedist als cliënt. Zij zei: “Ik werk vanuit deep sensing.” Dan is mijn vraag: “Wat is dat dan? Wat is er diep aan? Is die diepte te meten?”’
Is dat niet flauw?
‘Het is verwarrend. En dat is goed; dan kunnen we beginnen met denken. Ik put sterk uit de aristotelische retorica. In mijn interpretatie daarvan zijn er drie registers waarbinnen je vragen kunt stellen: denken, voelen en doen. Binnen die registers kun je naar beneden en naar boven vragen.’
Hoe werkt dat?
‘Naar beneden vragen betekent vragen naar de ervaring en naar de feiten, om de gesprekspartner bewust te maken van zijn of haar eigen interpretatie van de feiten. In de hulpverlening wordt een verhaal bijvoorbeeld makkelijk gedramatiseerd. Als filosoof blijf ik nuchter. Als een deelnemer zegt: “Ik ben mishandeld”, zal ik eerst “naar beneden vragen”: wat is er precies gebeurd? Bijna zoals een politieagent die een proces-verbaal maakt – eerst de feiten op een rij. Daarna zou ik dan vragen: waarom noem je dit “mishandeld”? En waarom keur je wat er gebeurd is af?’
En wat is naar boven vragen?
‘Naar boven vragen betekent zoeken naar de achterliggende argumenten, principes en waarden. Naar boven vragen is nodig als iemand alleen spreekt vanuit de vanzelfsprekende alledaagsheid, waarin veel ideeën en opvattingen onuitgesproken blijven. Als iemand zegt: “Ik moet snel naar huis, ik moet nog koken voor de kinderen”, dan kun je vragen: waarom moet het snel gebeuren, waarom ben jij degene die de kinderen van school moet halen, waarom moet er gekookt worden? Dan verschijnt er een wereld aan opvattingen. Allemaal evidenties die uitgelegd moeten worden. Dat is met name fascinerend als je in gesprek bent met mensen die heel anders denken dan jij.’
Zijn de verschillen weleens te groot voor zo’n gesprek?
‘Dat maak ik zelden mee. Ik werk met hulpverleners en politieagenten in Amsterdam, Den Haag, Tilburg en andere steden. Zij hebben baat bij socratische vaardigheden bij het tegengaan van radicalisering, of het nou gaat om extreem-rechts, extreem-links, anti-overheidscomplotdenken of jihadisme. Met al die mensen die verzanden in denkwijzen die voor een samenleving verdelend en bedreigend zijn, willen ze contact krijgen en van daaruit verder werken.’
‘Vragen stellen doen we doorgaans te gedachteloos’
Hoe begin je daaraan?
‘Opnieuw is de kunst om vooral niet direct inhoudelijk in discussie te gaan. Als een strenggelovige zegt dat de wereld in zeven dagen geschapen is, zijn velen geneigd om daar meteen Darwin tegenover te stellen. Maar daarmee eindigt de mogelijkheid tot een uitwisseling en het vinden van gemeenschappelijke grond. Je zou ook de vraag kunnen stellen: “Hoe helpt dat besef jou om een goed christen te zijn?” Dan ontstaat er een gesprek.
Dergelijke religieuze opvattingen zijn orthopraktisch van aard: het gedachtegoed is gericht op de juiste ethische manier van handelen. Dat geldt voor heel veel stromingen, van religies tot seculiere ideologieën als het communisme. De ideologie doorademt alle aspecten van het dagelijks leven – de levensstijl, de partnerkeuze, het dieet. Je kunt dus ook vanuit die praktische kant beginnen, door vragen te stellen vanuit het register “doen” – ethos heet dat bij Aristoteles. Uiteindelijk kun je dan belanden bij de vraag naar de redelijkheid van bepaalde opvattingen.’
Empathie
Vragen stellen aan anderen doen we volgens Van Rossem doorgaans gedachteloos – te gedachteloos voor effectieve communicatie. ‘De formulering verdient aandacht. Als je bijvoorbeeld vraagt: “Wat roept dit bij je op?”, gaan mensen vanuit de buik, vanuit emotie vertellen. Als je vraagt: “Wat vind je hiervan?”, krijg je een opvatting over iets. Dus je moet weten: waar wil ik naartoe met dit gesprek? Wil ik iemand ondersteunen, inspireren, beter leren denken? Dat zijn heel verschillende dingen.’
Kun je nog wel empathisch zijn als je enkel vanuit het effect denkt?
‘Zeker, alleen maar meer. Vaak reageren mensen op elkaar door meteen een vergelijkbare ervaring uit hun eigen leven op te dissen. Iemand deelt een ervaring en de ander zegt: “Ja, dat ken ik, ik heb ook zoiets meegemaakt!” Dat lijkt misschien empathisch, maar het is een vorm van selectief luisteren. Want die ervaring van jou is zelden echt hetzelfde. Dus je gaat direct voorbij aan de specifieke ervaring van je gesprekspartner en je wilt het over je eigen leven hebben.
Even tussendoor… Meer lezen over het socratisch gesprek? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
In socratische trainingen probeer ik mensen aan te leren om leeg te luisteren. Dat is luisteren zonder waardeoordeel, en dus ook zonder herkenning. Je kunt dit trainen, net als cognitieve empathie, dat is een vorm van verbeeldingskracht – je inleven in iets wat je juist níét zelf hebt meegemaakt. Volgens Martha Nussbaum is dit iets waar we als samenleving veel baat bij kunnen hebben.’
Hoe train je dat?
‘Leeg luisteren kun je elke dag zelf oefenen. Het betekent dat je beseft dat wat de ander vertelt uit een volstrekt andere ervaring komt dan die van jou. Dit vergt ook dat je bijvoorbeeld stiltes durft te laten vallen. Stilte aanvaarden betekent de eenzaamheid accepteren. Mensen praten vaak om niet alleen te zijn, om de ruimte te vullen, meestal met eigen preoccupaties. Als je daarmee ophoudt, zit daar een enorme potentie in. Volgens mij is deze beschikbaarheid niet alleen essentieel voor professionals. Als je leeg kunt luisteren, kan een ander zich bij jou werkelijk uitdrukken. Het is de basisvoorwaarde voor vriendschap en liefde.’
Vraag raak. Bewust vragen stellen in communicatie
Kristof Van Rossem
Lannoo Campus
200 blz.
€ 25,99