Op 29 oktober 1945 vocht een Ākleine, bebrilde filosoof zich een weg naar het podium van de afgeladen Salle des Centraux, niet ver van de Champs ĆlysĆ©es, om een lezing te houden over existentialisme. Parijs was ruim een jaar eerder bevrijd en de spreker van dienst, Jean-Paul Sartre, was in deze roerige naoorlogse dagen een rijzende ster. Hij had al romans, verhalen en toneelstukken op zijn naam staan, evenals enkele filosofische studies, waaronder het imponerende LāĆŖtre et le nĆ©ant (1943), dat pas in 2003 in het ĀNederlands verscheen als Het zijn en het niet. Proeve van een fenomenologische Āontologie. De lezing die Sartre ging geven was aangekondigd met de titel ĀLāexistentialisme est un humanisme, Āexistentialisme is humanisme ā niet bepaald een prikkelende keuze, zou je denken. Toch bleek het dat wel te zijn.
Wat je bent blijkt pas uit wie je gekozen hebt te zijn
Humanisme had bij veel geƫngageerde jongeren na alles wat er gebeurd was een slappe reputatie gekregen. Ook Sartre had zich niet onbetuigd gelaten en er onder andere in zijn roman La nausƩe (1938) flink op afgegeven. Hadden de communisten niet bewezen met een beter alternatief te kunnen komen, namelijk dat van agitatie en klassenstrijd? En had het snel om zich heen grijpende existentialisme niet een diepe minachting voor christelijke idealen en de ideologie van de bourgeoisie? Dus hoezo, humanisme? Sartre stak van wal, naar verluidt uit het hoofd, handen in zijn zakken, en legde uit hoe zijn denken zich met het humanisme liet verenigen. Enkele dagen later deed hij dat nog eens, onder minder hectische omstandigheden, zodat aansluitend een discussie kon plaatsvinden, met een hoofdrol voor de marxist Pierre Naville. De neerslag van die lezing en het gesprek achteraf werd een jaar later gepubliceerd als Existentialisme is humanisme, Sartres meest succesvolle inleiding op het existentialisme. Het is nu opnieuw beschikbaar in het Nederlands, in een nieuwe vertaling van filosoof Ger Groot.
Betekenisloos
Het vertrekpunt in de tekst is de radicale onbepaaldheid van de mens. GeĆÆnspireerd door de Duitse filosofen Husserl en Heidegger, meende Sartre dat alles begon met het bewustzijn van onszelf tegenover een volkomen betekenisloze wereld. Als menselijk subject zijn wij daarom in die totale zinloosheid vrij om te kiezen wie wij zijn. Deze vrijheid brengt wel een enorme verantwoordelijkheid met zich mee. We kunnen ons niet meer verschuilen achter waar we vandaan komen of achter andere omstandigheden. Met andere woorden: we zijn tot onze eigen vrijheid veroordeeld.
Of je nu wilt of niet, je kiest wie je bent. Want de keuze ontkennen of achterwege laten is net zo goed een keuze, een die tot karakterloosheid en opportunisme leidt. Je kunt niet zeggen dat je nu eenmaal zo bent: de existentie, je gekozen manier van bestaan, gaat vooraf aan je essentie, wat je eigenlijk bent. Wat je bent blijkt pas uit wie je gekozen hebt te zijn ā en of je daar gevolg aan kunt geven. Dit subjectieve moment verschaft de mens tegelijkertijd zijn waardigheid. Wij ervaren onszelf als meer dan louter een betekenisloos iets in een objectieve werkelijkheid, meer dan āeen soort schuim, schimmel of een bloemkoolā.
Wie zich aan de verantwoordelijkheid onttrekt om te kiezen is āte kwader trouwā. Sartre is niet zachtzinnig in zijn woordgebruik; mensen uit de bourgeoisie die weigeren om zich met de wereld te Āengageren en dat met allerlei smoesjes en clichĆ©s rechtvaardigen, noemt hij zonder aarzeling hufters of smeerlappen (salauds).
Mao
Zoals Ger Groot in zijn heldere inleiding met recht betoogt, is de eigenlijke gesprekspartner in deze tekst het communisme, dat in intellectuele kringen na de oorlog toonaangevend was. De discussie met het marxisme en de filosofische traditie is niet altijd even goed te volgen en dan bieden de noten van Groot goede steun. Al is het de vraag of je daarin ook moet uitleggen wie Diderot en Voltaire waren, en Marcel Proust (āvooral bekend door zijn romanreeks Op zoek naar de verloren tijdā).
Even tussendoor… Meer lezen over Sartre en andere grote denkers? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
Heeft Sartres existentialisme ons nog iets te zeggen, nadat het idee van een vrij, Āautonoom subject decennialang met de grond gelijk is gemaakt? Wie weet is zijn besef van persoonlijke verantwoordelijkheid van enige betekenis in een publiek discours waarin het perspectief van het slachtoffer dominant is geworden. Temeer omdat de verantwoordelijkheid voor een eigen authentiek leven bij Sartre altijd gepaard gaat met verantwoordelijkheid voor de hele mensheid. Dat dit bij hem ontspoorde in steun aan de toenmalige Sovjet-Unie en het China van Mao heeft veel vragen opgeroepen. Daar geeft deze inleidende tekst in elk geval het antwoord niet op.
Existentialisme is humanisme
Jean-Paul Sartre
vert. Ger Groot
Noordboek
112 blz.
ā¬ 17,90