Home Praktische filosofie ‘In de rechtszaal draait het niet om de waarheid’
Denkfouten Praktische filosofie Schuld Waarheid

‘In de rechtszaal draait het niet om de waarheid’

Ton Derksen krijgt mensen uit de gevangenis met wetenschapsfilosofie. ‘Dat iets logisch lijkt, betekent nog niet dat het waar is.’

Door Marc van Dijk op 21 oktober 2022

Ton Derksen, filosoof, rechtszaak Beeld Merlijn Doomernik

Ton Derksen krijgt mensen uit de gevangenis met wetenschapsfilosofie. ‘Dat iets logisch lijkt, betekent nog niet dat het waar is.’

FM11 Filosofie Magazine november
11-2022 Filosofie magazine Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

De voor moord veroordeelde butler uit zijn nieuwe boek De butlermoord is inmiddels overleden, maar dat weerhield wetenschapsfilosoof Ton Derksen er niet van over diens zaak te schrijven. Hij wil laten zien hoe de rechters en daarna de Hoge Raad zich vergisten.

Dat Derksen de hoofdpersoon geen vragen meer kon stellen, maakt binnen zijn methode niet uit. Toen hij nog aan zijn eerste zaak werkte, die van Lucia de Berk, heeft hij haar ook nooit ontmoet. Als filosoof wil hij zich zuiver met waarheidsvinding en argumentatie bezighouden. Derksen, aan zijn keukentafel in Nijmegen: ‘Als je iemand persoonlijk leert kennen, wordt het moeilijk om nog objectief te blijven.’

Iedereen meende te weten dat Lucia de Berk zeven baby’s had vergiftigd in het Juliana Kinderziekenhuis. Ze was veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. De Berk was altijd blijven ontkennen, maar al die stervende baby’s tijdens haar diensturen, dat kon toch geen toeval zijn?

Dat Derksen er als wetenschapsfilosoof bij betrokken raakte, was in elk geval zuiver toeval. Zijn schoonzus was chef de clinique in het ziekenhuis waar De Berk werkte. Tijdens een familiebijeenkomst vertelde ze Metta de Noo, een zus van Ton Derksen, over de vermeende moorden. Zij geloofde er van meet af aan niets van. Ze zocht De Berk op in de gevangenis en vroeg haar broer of hij niet eens naar dit dossier kon kijken. Derksen: ‘Ik zei: dat is goed, als ik met pensioen ben. Dat heb ik geweten. Een jaar later, op de dag dat mijn pensioen inging, stond mijn zus hier op de stoep met twee plastic tassen – stukken uit het dossier van Lucia.’

Derksen groef zich in en een jaar later was er een boek, waarmee een herzieningsverzoek werd ingediend. Het verzoek werd toegekend, de zaak werd opnieuw behandeld en Lucia de Berk werd in 2010 vrijgesproken. Het is een van de grootste gerechtelijke dwalingen in de Nederlandse rechtspraak. De Berk heeft zesenhalf jaar vastgezeten voor moorden die nooit gepleegd zijn.

Denkinstincten

‘Mijn zus dacht niet aan mij omdat ik filosoof ben, maar omdat ik gepromoveerd ben op waarschijnlijkheidstheorie,’ zegt Derksen. ‘Lucia de Berk werd verdachte door een berekening die de ziekenhuisdirecteur met een kennis zelf had gemaakt. Hij concludeerde dat de kans dat Lucia bij al die sterfgevallen was en er desondanks niks mee te maken had 1 op 5 biljoen was. Ze móést het dus ­gedaan hebben, en hij stapte naar de politie. Daarna kwam er een statisticus. Die zei: nee, niet 1 op 5 biljoen, maar 1 op 342 miljoen. Belangrijk verschil, maar nog steeds een heel kleine kans dat Lucia geen moordenares was. Ik maakte een nieuwe berekening. Ik heb erbij gezegd: eigenlijk zijn er te veel onzekerheidsfactoren om hiervoor een berekening te gebruiken. Maar omdat jullie dat gedaan hebben, doe ik het ook, maar dan met de juiste gegevens. Waar ik op uitkwam: 1 op 43.’

Wanneer kwam naast de kansrekening de filosofie erbij?
‘Onmiddellijk. Zodra ik begon te lezen, merkte ik dat er in die zaak fouten waren gemaakt waarover ik college had gegeven. Die colleges gingen over denkinstincten. Voor mijn studenten waren die zeer onthullend. “Ik begrijp nu hoe mensen denken,” zei een van hen. Hij heeft op basis van die kennis een weddenschap afgesloten en daarmee een kratje bier gewonnen. Dat was ook in mijn eigen ogen zo ongeveer de praktische relevantie van wetenschapsfilosofie: je kunt er kratten bier mee winnen. Maar na de zaak van Lucia de Berk dacht ik: verdomd, je kunt er mensen mee uit de gevangenis krijgen.’

Noem eens zo’n denkfout uit uw colleges die u in deze zaak aantrof?
‘Mensen zijn van nature geneigd om belastend materiaal belangrijker te vinden dan ontlastend materiaal. We neigen ernaar om een verhaal te construeren, liefst een spannend verhaal. Als je een duur horloge kwijt bent net nadat de loodgieter is geweest, denk je al snel: de loodgieter heeft het gestolen. Totdat je het horloge even later op een rare plek terugvindt. Een ander scenario, namelijk je eigen slordigheid – ontlastend bewijs in het scenario van de jattende loodgieter – kwam eerder niet meer bij je op.

‘Justitiële dwalingen zijn het gevolg van doodgewone alledaagse denkfouten’

Het lastige is dat dit soort alledaagse denkfouten in de rechtszaal verstrekkende consequenties heeft. Je hebt veel meer bewijsmateriaal nodig om vrijgesproken te worden dan om veroordeeld te worden. Pleit er iets tegen je? Dan zien we allemaal meteen dat je het gedaan hebt. Als iemand zegt: “Ik heb hem gezien”, noteert de politie: “Hij is gezien.” Maar als iemand zegt: “Nee, ik heb hem niet gezien”, dan wordt de agent ineens heel kritisch: “Weet je het zeker? Was er genoeg licht? Kon je het wel zien?”’

Is dit soort kennis van denkpatronen niet eerder psychologie dan filosofie?
‘Voor mij liggen cognitiepsychologie en filosofie dicht bij elkaar. Het werk van onder anderen Nobelprijswinnaar en psycholoog Daniel Kahneman werkt inspirerend: we hebben denkinstincten die ons diepgaand beïnvloeden, en die we moeten leren doorzien om de waarheid niet uit het oog te verliezen. In de evolutie is de waarheid niet het belangrijkste. Als er misschien een tijger aankomt, moet je wegwezen. Of er nou uiteindelijk een tijger kwam of een ongevaarlijke grazer, dat doet er niet toe.’

Better safe than sorry.
‘Exact. We zijn geneigd om op eerste indrukken af te gaan, en dus heel snel te oordelen. Als er op tv iemand opschept over zijn paranormale gaven, dan weet ik dat ik niet meer hoef te luisteren – zonde van mijn tijd. Maar als je dat in de rechtbank doet, is dat tunnelvisie. Ik luister niet verder, omdat ik allang op grond van mijn ervaring meen te weten hoe het zit. Een denkinstinct dat prima werkt in het dagelijks leven, maar dat in de rechtbank tot catastrofes leidt.’

Filosofische Sherlock

Sinds zijn eerste zaak die zo succesvol verliep, heeft Derksen zich verdiept in talloze strafzaken. Het kost hem naar eigen zeggen ‘zestig uur per week’. Advocaten schakelen hem in als een filosofische Sherlock, die niet de dader aanwijst, maar laat zien dat de zaak anders in elkaar zit dan vermoed. ‘Ik ben alleen geïnteresseerd in zaken waarin de veroordeelde echt onschuldig is.’

En helpt het?
‘Soms. Wat maar niet wil veranderen is het griezelig kleine aantal toegekende herzieningen. De recente herziening in de Rosmalense flatmoord doet daar niets aan af. Hoewel ik in kleinere zaken wel successen heb geboekt, blijft een aantal grote zaken schijnbaar eeuwig hangen bij de Hoge Raad. Daarom heb ik De butlermoord geschreven – over een zaak die begon in 1985 en die maar liefst zeven keer bekeken is door de Hoge Raad. Steeds bleef een herziening uit. Terwijl hier op grond van medische gegevens een moord uitgesloten kan worden.’

Wat weet u daar als filosoof van?
‘Niets, maar ik weet wel iets van argumentatie en denkfouten. Dit is een heel overzichtelijke zaak. De butler in kwestie, een homoseksuele jongeman die een oude rijke dame verzorgde, trouwde met haar. Een paar maanden later overleed ze en erfde hij een flink deel van haar geld. Ze stierf nadat ze in zijn bijzijn rum had gedronken.’

Een uitgemaakte zaak.
‘Ja, dat dacht de politie ook. Maar er is door iedereen – politie, OM, rechters – gelogen over het rumgehalte. Zeventien medisch hoogleraren hebben uitgelegd dat je aan een slok rum met dat lage alcoholgehalte niet dood kunt gaan. De medici zijn unaniem: de dame stierf aan een hartstilstand.’

En de Hoge Raad negeert zo’n rapport?
‘De Hoge Raad zegt doodleuk: het Hof heeft tien punten genoemd waarom de butler schuldig is, en dat medische rapport gaat maar op één punt in. Dan blijven er dus nog negen belastende argumenten over. Dat klinkt misschien best overtuigend, maar niet als je beseft dat het bij die negen punten gaat om een toerekeningsvraag – heeft de butler de moord gepleegd? –, terwijl het in die medische rapporten gaat over de vooronderstelling van die toerekening: was er überhaupt wel een vergiftiging, en dus een moord? De medici beantwoorden die empirische vraag unaniem negatief. Daarmee zijn al die andere negen punten volkomen irrelevant. Er is geen moord, er is dus niets toe te rekenen.’

‘Met wetenschapsfilosofie kun je mensen uit de gevangenis krijgen’

Hoe is het mogelijk dat deze elemen­taire logica zelfs op het hoogste rechterlijke niveau ontbreekt?
‘Juristen denken in juridische termen, maar ten aanzien van empirische vragen – zoals: wie is de moordenaar? – zijn ze ongetraind. Het vreemde is dus: we laten als samenleving juristen een antwoord geven op empirische vragen, we laten amateurs bepalen wie de moordenaar is.’

Wat valt daartegen te doen, zowel in de rechtbank als in het dagelijks leven?
‘Denken in meerdere scenario’s. Dat is misschien wel de kern van wat ik probeer te laten zien in al mijn boeken. Vraag je altijd af: is er naast het op het eerste gezicht plausibele schuldscenario ook een plausibel onschuldscenario? Dit is mijn praktijktoepassing van het idee van wetenschapsfilosoof Karl Popper dat de opsteller van een theorie altijd ook de mogelijke weerlegging van diezelfde theorie moet formuleren. In het geval van het strafrecht wordt dat: als een feit in je eigen scenario past, moet je meteen kijken of het ook in het andere scenario past. Alleen als iets in het ene scenario past en niet in het andere, is er discriminerend bewijs – bewijs dat een onderscheid aanbrengt tussen de twee scenario’s.’

Maar dat doe je toch vanzelf als je de dader zoekt?
‘Was het maar waar! Politie en OM geloven in de schuld van de verdachte en ze zoeken naar feiten die dat verhaal ondersteunen. Zoeken naar bewijs in een rechtszaak is geen onbevangen zoektocht naar de waarheid, het is theoriegeladen. Het onderzoek gaat er in feite van uit dat de dader al gevonden is. Nu alleen het bewijs nog.’

Kan het anders?
‘Zeker, maar het kost veel moeite. Want elk zoeken is per definitie theoriegeladen. Ook dat geldt zowel in het dagelijks leven als in de rechtspraak: wat je vindt is afhankelijk van hoe en waar je kijkt, en van wat je zoekt. Het komt er dus op neer dat je moet leren om de theoriegeladenheid van je eigen zoekvraag te blijven zien. Je mag alleen tevreden zijn met discriminerend bewijsmateriaal. Daar moet je je steeds bewust van blijven.’

De butlermoord 

De butlermoord
Ton Derksen
Noordboek
176 blz.
€ 24,90