Home Waarheid Goede leugens, slechte leugens
Waarheid

Goede leugens, slechte leugens

Volgens Immanuel Kant mogen we nooit liegen, maar niet alle leugens zijn schadelijk. Een genealogie van de leugen.

Door Stine Jensen op 20 maart 2006

leugen leugens pinocchio beeld Bas van der Schot

Volgens Immanuel Kant mogen we nooit liegen, maar niet alle leugens zijn schadelijk. Een genealogie van de leugen.

03-2006 Filosofie magazine Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Hoezeer de leugen regeert of, vriendelijker gezegd, men het betere verhaal prefereert, besefte ik toen ik voor het eerst George Michael ontmoette, in 2004. In het schemerdonker fietste ik langs het Amstel Hotel, toen ik daar een clubje mensen zag blauwbekken met wat camera’s. Ik vroeg aan een wat oudere man met een gigantische telelens op zijn buik wat er aan de hand was. ‘We wachten op George Michael,’ fluisterde hij op samenzweerderige toon. ‘Hij krijgt volgende week een Edison Oeuvre Award, maar hij is nu al in Amsterdam.’

Alle fotografen grepen plotseling naar hun toestel. Klik, klik, klik! De koffers van George Michael! Het kon niet lang meer duren, of een wereldster kwam naar buiten!

‘Waar zijn de fans?,’ vroeg ik hem. ‘Geen idee, jij bent de enige. Het zou wel leuk zijn voor de pers als jij straks als fan een handtekening haalt.’ Als fan? Ik heb als tiener geslowd op Careless Whisper en gehuild toen mijn verkering uitging bij Last Christmas, maar de laatste vijftien jaar was ik George toch uit het oog verloren. Zijn carrière zat inmiddels een beetje in een dip, had ik ergens gelezen.

‘Tuurlijk! Ik doe mee!’ hoorde ik mezelf zeggen. Ik weet niet meer goed waarom, maar ik graaide in mijn tas naar mijn mooiste Parker-pen, met mijn naam erin gegraveerd. ‘Wacht even,’ zei de fotograaf, ‘dan pak ik ook wat uit mijn auto.’ Buiten adem kwam hij terug met het cd-boekje van Patience.

Toen gebeurde het. Binnen enkele seconden reden twee zwarte limousines voor en zwaaide de deur van het Amstel Hotel open. wham! bam! ‘George, George,’ hoorde ik mezelf roepen, ‘can I get your autograph, please!’ Ik rende naar voren en gaf hem mijn pen en het cd-boekje. ‘Just one,’ glimlachte hij. Hij krabbelde wat en stapte zijn limo in. Weg was-ie. Wat zag hij er goed uit! Zwart leren jack. Zwarte zijden blouse. Sexy oorbelletje. Stoppelbaard. i am! a man!

Plots was ik omringd door camera’s en fotografen. Iemand duwde een microfoon voor mijn mond: Wat ging er door je heen? Is dit de mooiste dag in je leven? ‘Ja, mijn geluk kan niet op,’ hoorde ik mezelf zeggen. Die avond zag ik mezelf springend in beeld, bij sbs6 Shownieuws: ‘Te midden van de fans had dit meisje de dag van haar leven.’ ‘Thank you, George, thank you!’ hoorde ik mezelf roepen. ‘Mooie man hoor!’ voegde ik er nog aan toe. De camera zoomde in op het cd-boekje. ‘Hij heeft mijn pen meegenomen, maar hij mag hem houden,’ zei ik met een gelukzalige glimlach.

Ik speelde mijn rol als fan met oprechte verve. Ook de journalisten hadden gekozen voor het betere verhaal; met een gevoel voor showbizzromantiek hadden ze mij de hoofdrol laten spelen.

Mag De Telegraaf de werkelijkheid op zijn minst een beetje mooi inkleuren, om zo het betere verhaal te krijgen? Welke leugens kunnen wel, en welke leugens kunnen niet?

De psychiater Charles V. Ford geeft in Lies! Lies! Lies! (1996) een verfijnde lijst van type leugens. Naast de love intoxication lie noemt hij ook allerlei andere vormen van liegen, met daarbij ook meteen het motief om te liegen. De motivatie om te liegen is over het algemeen tweeledig: men liegt óf om het eigen belang te dienen, óf om dat van een ander te dienen. De meest voorkomende leugen is de sociale, alledaagse leugen, die bedoeld is om sociale verhoudingen makkelijker te maken en die dus in feite beide partijen bedient. ‘Het eten was heerlijk!’ ‘Wat staat dat pak je goed!’ Mensen die niet in staat zijn om dit soort leugens te vertellen, functioneren doorgaans slecht in de samenleving.

De leden van mijn familie functioneerden over het algemeen uitstekend, als ik zo vrij mag zijn dit zo onbescheiden te zeggen. We waren behoorlijk bedreven in het sociale liegen, wat neerkomt op het hebben van goede manieren. Niet dat complimenten en liefdevolle volzinnen voortdurend over tafel rolden, integendeel: we spraken ons als politici in de ontkennende vorm uit over elkaars kwaliteiten (‘Dat is geen slechte prestatie’), waardoor positieve zinnen een zeer grote lading kregen (‘Ik hou van je’). We wisten de correcte formules op de juiste momenten toe te passen, en waren daar ook een beetje trots op, want niet iedereen heeft manieren.

De leugenachtigheid zat ’m bij ons vooral in het zwijgen. Vaak spraken we gevoelens en gedachten niet uit – meestal om de boel niet uit de hand te laten lopen. We logen met zoetigheid en fleurige anekdotes over gevoelens en compenseerden gevoelens met geld. Er waren er die dat oppervlakkig, verwend en problematisch vonden (‘Over gevoelens moet je praten!’ ‘Schuldgevoelens kun je niet afkopen!’), maar zo erg was het nu ook weer niet. Waarom ruim baan geven aan beerputten van genetische Scandinavische somberheid of dat zelfs cultiveren? Onzin! Erger waren mensen die een dag gingen vasten om mee te leven met de hongerlijders in de derde wereld, of die zich zelfs ‘heldhaftig’ opsloten in een glazen huis om zo geld in te zamelen voor arme mensen, zodat iedereen hen daar kon komen bewonderen, in plaats van direct geld over te maken naar een rekening van een hulporganisatie.

Ik ben grootgebracht met een benthamiaanse moraal, en deze impliceert een afwijzing van de strenge scheidslijn tussen waarheid en leugen. De benthamiaan – geïnspireerd door de utilitaristische filosofie van Jeremy Bentham – denkt aan de gevolgen van zijn handelen, probeert het geluk te verhogen en de schade zoveel mogelijk te beperken. Hij doet nooit het goede omwille van het goede, de plicht omwille van de plicht, en spreekt niet de waarheid omwille van de waarheid. ‘Waarheid’ en ‘het goede’ zijn woorden met weinig relevantie zonder context. Niet de vraag ‘Is dit het goede om te doen?’ telt als je twijfelt over een handeling, maar ‘Knappen jij en je omgeving ervan op als je zo handelt?’.

Tegenover de benthamianen staan de kantianen, kun je zeggen, die een rigide scheiding aanhangen tussen waarheid en leugen. Immanuel Kant stelde categorisch vast dat je nooit een handeling mocht doen als die niet tot algemene regel kon worden verheven. En aangezien we nooit zouden willen dat liegen een algemene regel is, mogen we dus ook nooit liegen.

Ford benoemt een aantal leugens waarvan we niet zouden willen dat ze worden verpletterd onder de ijzeren logica van Kant. Behalve de bedwelmende liefdesleugen, is er bijvoorbeeld de humoristische leugen, bedoeld om de luisteraar te amuseren. Deze leugen maakt de wereld vrolijker, en valt onder de opbeurende leugens. Humoristische leugens, zo meldt Ford, zijn gebaseerd op overdrijving. Hij geeft het voorbeeld van een vrouw die op een barbecuefeestje bij de buren is en tegen de buurvrouw zegt: ‘Oh, schat! We zijn zo blij om op je feest te zijn! Toen we jouw uitnodiging kregen, onderbraken we ogenblikkelijk onze vakantie in Monte Carlo.’ Altruïstische leugens zijn ook ‘goede’ leugens in de classificatie van Ford. Ze zijn erop gericht om te voorkomen dat een ander in de problemen komt. Een bekend voorbeeld is het helpen van onderduikers en het liegen daarover om de onderduiker in kwestie te beschermen.

Cum fraude

Sommige leugens maken het leven dus leuker, maar zijn er ook leugens die écht niet door de beugel kunnen? Neem de defensieve leugen, die ontstaat wanneer men een moeilijke situatie of straf wil ontlopen (‘I did not have a sexual relationship with that woman.’). Of denk aan de agressieve leugen, die als doel heeft een andere persoon op een beledigende manier neer te zetten (‘Hij was ook nog eens waardeloos in bed!’, aldus een vrouw die afgewezen werd na een tweede afspraak.) en de kwaadwillende leugen, die is gericht op persoonlijk gewin. Dan zijn er compensatieleugens om een andere persoon te imponeren. Hier kan men denken aan het zich valselijk toe-eigenen van diploma’s om jezelf en je eigenwaarde op te krikken, zoals de oud-secretaris van Defensie van de VVD Charles Swietert zich ten onrechte luitenant en doctorandus noemde en in 1982 na vier dagen ontheven werd uit zijn functie vanwege ‘cv-fraude’ (diploma’s: cum fraude). Dezelfde Swietert runt tegenwoordig overigens een imagobureau. Bij geïmpliceerde leugens worden halve waarheden verteld, bijvoorbeeld om macht of geld te verwerven. In veel reclames worden bijvoorbeeld de positieve kanten van een product benadrukt (‘heerlijk fris’), en de slechte verzwegen (‘dikmakend’).

Tot slot zijn er de pathologische of hysterische leugens, wat mij betreft de meest tragische onder de leugens. Pathologische leugens zijn op zelfdestructie gericht. De leugenaar heeft er geen duidelijk belang bij om ze te vertellen, noch heeft een ander er baat bij. Sommigen worden beroemd om hun leugenachtige levenshouding. De schrijver Boudewijn Büch en de politica Tara Singh Varma zijn de bekendste pathologische leugenaars van Nederland, aan wie het predicaat pseudologia fantastica werd toegekend.

Er zijn dus, zo lijkt het, kwade leugens en goede leugens. Daar hebben we geen Kant voor nodig. Maar zijn goede en kwade leugens wel zo eenvoudig van elkaar te onderscheiden? Zie de altruïstische leugen: écht altruïsme is zeldzaam. De meeste altruïstische leugens zijn erop gericht om iemands zelfvertrouwen op te krikken, en van dat type leugen ben ik minder gecharmeerd. ‘Natuurlijk ben je aantrekkelijk, er is heus wel iemand die ooit met jou wil trouwen’ of ‘Natuurlijk ben je briljant, het is slechts een kwestie van tijd voordat je ontdekt wordt’ zijn voorbeelden van zulke leugens. Je voelt aan je water dat de persoon tegen wie dit gezegd wordt, in feite onaantrekkelijk en talentloos is. Dat maakt de leugen schrijnend en tragisch in plaats van opbeurend: je houdt iemand voor de gek, terwijl je weet dat de omgeving niet in de leugen zal geloven. De Zweedse schrijver Per Olov Enquist, die als geen ander over bedriegen heeft geschreven, schrijft in zijn roman De vijfde winter van de magnetiseur (1964) – het verhaal van een magnetiseur die beweert mensen te kunnen helpen en genezen – dat mensen vaak lijken te denken dat er maar twee soorten leugens mogelijk zijn: schadelijke en onschadelijke. Maar er zijn ook leugens die opbouwend zijn én destructief: ze helpen mensen en maken ze kapot. Daaronder valt mijns inziens ook de schijnaltruïstische leugen. Bij dat type leugen is het moeilijk om grenzen aan te brengen tussen waarheid en bedrog, goed en kwaad, feit en fictie. In het oeuvre van Enquist vallen alle grote politieke ideologieën ook onder deze gevaarlijke, grote leugen.

Even tussendoor… Meer lezen over waarheid en leugen? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Moeten we dus, omdat de goede leugen kan ontaarden in destructie, dan toch de strenge moraalleer van Kant volgen? Het is wellicht vruchtbaar de theorie van Kant te blijven lezen, om het schadelijke van dergelijke leugens te blijven inzien, maar tegelijkertijd te accepteren dat het leven ons een andere weg op leidt. Als je geluk hebt, neemt dat leven soms leugenachtige showbizz-trekken aan, zoals de dag dat ik tegen George Michael tegen het lijf liep. Van alle leugens is de love intoxication lie, de bedwelmende liefdesleugen, mij het liefst. Hierbij worden zaken idealer voorgesteld dan ze in werkelijkheid zijn – soms doordat de spreker gedrogeerd is door de liefde, een ziekte die nu eenmaal als vanzelf tot liegen aanzet (‘Je bent de mooiste en de liefste vrouw op de wereld!’). Het lijkt een beetje op wishful thinking, waarbij de spreker zich hardop denkend laat meeslepen door zijn verlangen naar een mooiere, betere en volmaakte wereld vol liefde en geluk. De vrouw die best weet dat ze een slechte kerel aan de haak heeft geslagen, vertelt al haar vriendinnen hoe geweldig hij is (‘We vrijen de hele dag en gaan samen een huis kopen en meteen kindjes maken.’).

De journalisten kozen voor the best possible story. Georges carrière werd door hen even weer uit het slop gehaald, en ik was een nieuwsdag lang weer even het blije, bewonderende meisje van zestien, dat uit de massa wordt gelicht. De wereld was heel even volmaakter, beter en mooier. Mijn ontmoeting met George Michael, die van mond tot mond en van krant tot krant werd doorgegeven, ging zijn eigen leven leiden en groeide steeds verder in zijn fictionele mogelijkheden. Op een dag vroeg iemand mij hoe het was geweest om met Michael Jackson te dineren. Ik verschafte enkele details omtrent de haute cuisine-gerechten, het bleke gelaat van Jackson en de intense schoonheid van Neverland. Leve de love intoxication lie!

Dit is een bewerkte voorpublicatie van het boek Leugenaars uit de serie ‘De passie van…’. In het boek passeren onder meer latin lover Mo, alpinist Bart Vos en meestervervalser Geert Jan Jansen de revue.