De filosofische traditie is onverbiddelijk: het goede leven speelt zich af in de realiteit. Al sinds Plato’s allegorie van de grot hebben filosofen gewezen op de gevaren van schijn en illusie. De populaire cultuur gaat daarin mee. Wanneer hoofdpersoon Neo in de film The Matrix (1999) twee pillen krijgt aangeboden – een blauwe pil waarmee hij zijn leven in een simulatie zal slijten en een rode pil die hem naar de ongemakkelijke werkelijkheid voert – is de keuze snel gemaakt: hij slikt de rode pil. Maar is die keuze wel zo vanzelfsprekend?
Met de opkomst van virtual reality (VR) en de grote beloften waarmee het metaversum wordt omgeven, komt de vraag of ‘realiteit’ altijd de voorkeur verdient boven ‘virtualiteit’ opnieuw aan de orde. We bewegen naar een toekomst waarin een steeds groter deel van ons leven plaatsvindt in een gesimuleerde realiteit. Zijn ervaringen, contacten en vriendschappen in die virtuele wereld minder betekenisvol dan ‘in het echt’? Is een leven in de werkelijkheid waardevoller dan een virtueel bestaan?
JA
De Amerikaanse filosoof Robert Nozick introduceerde in 1974 het idee van een ‘ervaringsmachine’ – een zeer geavanceerde en realistische VR-simulator die elke gewenste ervaring kan genereren. Eenmaal aangesloten op de machine kun je al je fantasieën en dromen beleven en alle zorgen van het echte leven achter je laten. Je zult in een constante toestand van gelukzaligheid verkeren. De keerzijde: je leeft niet langer in de echte wereld, maar in een geprogrammeerde simulatie. Als je de keuze had, zou je je dan aansluiten op deze machine?
Nozicks antwoord luidde negatief. Menselijk welzijn, betoogde hij, bestaat niet louter uit plezierige ervaringen. In de machine ben je geen autonoom wezen, terwijl autonomie een essentieel onderdeel is van het goede leven. We willen werkelijk dingen doen en niet alleen de beleving hebben ze te doen. We willen ons als authentiek persoon ontwikkelen, terwijl we in deze machine slechts passieve ontvangers van ervaringen zijn. Kortom, de ervaringsmachine is een tweederangs realiteit.
Nozick gebruikte deze argumenten als kritiek op het hedonisme: de opvatting dat alles van waarde een afgeleide is van ervaringen van tevredenheid en plezier, een opvatting die onder andere verdedigd werd door Epicurus. Maar Nozicks argumenten kunnen ook worden gelezen als kritiek op een leven dat zich volledig in het metaversum afspeelt. Zo’n leven is minder betekenisvol dan een leven in de fysieke realiteit.
Mensen leven altijd in meerdere werelden
NEE
De ervaringsmachine van Nozick wijkt af van de manier waarop VR in de eenentwintigste eeuw vorm krijgt. Het idee dat we in de virtuele realiteit slechts passief ervaringen opdoen en geen autonomie hebben strookt niet met de huidige praktijk. Wie in VR videospelletjes speelt, beschikt nog steeds over handelingsvermogen. Online vriendschappen zijn aan de orde van de dag en de virtuele wereld biedt tal van mogelijkheden om je karakter te ontwikkelen.
De filosofische tijdgeest lijkt dan ook te kantelen. Zo stelt de Australische filosoof David Chalmers in zijn recente boek Reality+ (2022) dat simulaties geen illusies zijn. Virtuele werelden zijn net zo ‘echt’ als elke andere wereld. VR is simpelweg een extensie van de ons bekende realiteit en onze ervaringen in VR zijn net zo waardevol als alle andere. Ook de Israëlische denker Yuval Noah Harari, bekend van zijn boeken over de geschiedenis en toekomst van de mensheid, erkent geen scherp onderscheid tussen de fysieke en virtuele realiteit.
Even tussendoor… Meer lezen over mens en techniek? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
In zekere zin leeft de mensheid altijd al in een half-virtuele wereld. Mensen kunnen fantasierijk en symbolisch denken. We hebben tal van collectieve ficties gecreëerd, zoals geld en religie, waar volledige samenlevingen zich naar voegen. Mensen hebben altijd in meerdere werelden geleefd; in een ‘basisrealiteit’ en in een symbolische betekeniswereld. VR-technologie zal het verschil tussen die werelden verder vervagen, maar waarde en betekenis worden er niet minder om. Integendeel: die vindt de mensheid bij uitstek in haar zelfgeschapen wereld.