Home Praktische filosofie Erik Pool: ‘Probeer vragen te stellen zonder te oordelen’
Politiek Praktische filosofie Rechtvaardigheid

Erik Pool: ‘Probeer vragen te stellen zonder te oordelen’

Erik Pool probeert bij bijna 140.000 ambtenaren het ethisch bewustzijn te versterken. ‘Een goed gesprek creëert ruimte voor reflectie.’

Door Marc van Dijk op 17 november 2023

Erik Pool Dialoog en ethiek beeld Tessa Posthuma de Boer

Erik Pool probeert bij bijna 140.000 ambtenaren het ethisch bewustzijn te versterken. ‘Een goed gesprek creëert ruimte voor reflectie.’

FM12 FM 12 Filosofie Magazine cover
12-2023 Filosofie magazine Lees het magazine

Topambtenaar Erik Pool geeft bijna nooit interviews. Toch is er genoeg aanleiding voor: geen bedrijf of universiteit in Nederland heeft een hoger budget voor een filosofisch project dan hij.

Pool heeft voor het interview een ruimte gereserveerd in de Haagse kunstenaarssociëteit Pulchri Studio, om de hoek bij het Binnenhof. Ergens halverwege de grote vergadertafel zit hij klaar, nog even wat berichten sturend. Na dit gesprek heeft hij op deze locatie een bespreking met zo’n dertig mensen ‘die in het politiek-bestuurlijke veld belangrijk zijn rondom het toeslagenschandaal’. Het onderwerp: maatschappelijk herstel.

Erik Pool (1961) was topambtenaar bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Na de toeslagenaffaire werd hij programmadirecteur Dialoog en Ethiek voor de hele rijksoverheid. Hij publiceerde in dit kader de boeken Macht en moed (2021) en Macht en moed praktijkboek (2023).

Pool heeft met zijn team de opdracht om in de hele breedte van de overheid praktische filosofie te verspreiden. Budget: 10 miljoen euro. ‘Dat moet je wel in de juiste verhoudingen zien,’ zegt hij. ‘Het geld is bedoeld voor vijf jaar. Ik heb tien medewerkers, en we werken met meer dan 170 gespreksleiders. Er moeten middelen zijn voor onderzoek, studiedagen en andere evenementen, en voor de cursussen die geselecteerde ambtenaren incompany volgen. Als je het zo bekijkt is het helemaal niet zoveel. Het gaat om een transformatie in denken en handelen van de complete rijksoverheid.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Geschonden grondrechten

Het begon nadat de gevolgen van het toeslagenschandaal in volle omvang naar buiten waren gekomen, in het rapport Ongekend onrecht van de commissie-Van Dam, eind 2020. Complete gezinnen waren vermalen in bureaucratische molens, grondrechten van burgers waren geschonden. Eén ding was duidelijk: het vertrouwen van de burger in de overheid was ernstig beschadigd. Het terugtreden van het kabinet-Rutte III en de aankondiging van een parlementaire enquête waren nog maar het begin: de overheid moest in de spiegel kijken en er moest een nieuwe bestuurscultuur komen. Dit was de fase waarin Erik Pool koortsig aantekeningen maakte en op een zeker moment zijn telefoon pakte.

‘Ik werkte toen nog voor Infrastructuur en Waterstaat, als directeur Participatie. Vandaar dat mijn medewerkers en ik veel kennis hadden van de relatie burger-overheid. Toen ik de kabinetsreactie op Ongekend onrecht las, heb ik Binnenlandse Zaken gebeld en onze kennis aangeboden. Kort daarna werd ik uitgenodigd om mee te denken.’

Pool werd directeur van een nieuw programma bij Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dat voor alle ministeries en andere overheidsorganisaties werkt: Dialoog en Ethiek. ‘Ons programma is niet hét antwoord op het toeslagenschandaal, zoals weleens gesuggereerd is. Het is een onderdeel van het antwoord. Een betekenisvol onderdeel.’

Wat maakt het van betekenis?
‘Natuurlijk moet de schade die mensen geleden hebben hersteld worden en moet het stelsel aangepast worden. Maar ons programma doet iets anders: een spiegel voor de hele overheid zetten, omdat we met dialoogtechnieken over ethische vragen spreken: wat is hier het goede, wat is als ambtenaar je rol en verantwoordelijkheid?

‘De helft van de ambtenaren kampt weleens met morele twijfels’

Het politieke debat is te oplosserig geworden. Maar er wordt niet altijd diep genoeg nagedacht bij het ontwerp van de maatregelen. Dat leidt dan tot houtje-touwtjebeleid, dat steeds voor nieuwe problemen blijft zorgen, zoals in het stikstofdossier. Wij ondersteunen ambtenaren om daar tegenwicht aan te bieden.

De urgentie blijkt ook uit onderzoek van I&O Research onder duizenden ambtenaren van gemeenten, provincies, waterschappen en het Rijk. De helft van de ambtenaren kampt weleens met morele twijfels of problemen. Dan gaat het vooral om besluiten en opdrachten die deze ambtenaren niet vinden stroken met de basiseisen van recht en rechtvaardigheid.’

Wat stelt uw programma daartegenover?
‘We hebben als doel om de bijna 140.000 rijksambtenaren in staat te stellen om een goed gesprek te voeren over ethische kwesties. Dat willen we bereiken door binnen de overheid mensen een filosofische gesprekstraining te geven, zodat geoefende gespreksleiders op hun eigen afdelingen het goede gesprek mogelijk kunnen maken.’

Wat is het goede gesprek?
‘Het gesprek dat ruimte creëert om te reflecteren op een ethisch vraagstuk, een dilemma of een spannend moment. Een gesprek dat helpt om de morele kwesties en ethiek op tafel te krijgen. En dat kan met behulp van gesprekstechnieken uit de praktische filosofie, die precies met dit doel zijn ontwikkeld.’

Verzaakoefening

De oefeningen die Pools team gebruikt om het overheidswerk ‘moreel sterker’ te maken heeft hij onlangs bijeengebracht in het vuistdikke Macht en moed praktijkboek, de opvolger van het theorieboek uit 2021. De ISVW (Internationale School voor Wijsbegeerte) heeft beide boeken onlangs uitgebracht voor een breed publiek, tegen kostprijs. Filosofen als Paul van Tongeren werkten eraan mee, maar ook Sandra Palmen, die met haar nota een onthullende rol speelde in het toeslagenschandaal, en intussen NSC-politica is geworden.

Kunt u een voorbeeld geven van zo’n oefening?
‘Vorig jaar hebben we gewerkt met de top-80 van de Nationale Politie. Na een inleidend gesprek over moreel vakmanschap en vrijmoedig spreken hebben we “de verzaakoefening” gedaan, die we hebben afgeleid van “het kralenspel”, een socratische techniek van praktisch filosoof Jos Kessels.’

Hoe werkt die oefening?
‘De oefening begint met negen vragen, die je op papier eerst zelf beantwoordt. Je kunt de oefening thuis ook doen. De hoofdvraag die je jezelf moet stellen is: wanneer heb ik in morele zin verzaakt, en hoe ging dat precies?’

En dat vroeg u aan de top van de politie?
‘Ja. In dit geval ging het natuurlijk om verzaken onder werktijd – in functie. Ze gingen daar in deelgroepen van maximaal acht mensen mee aan de slag, met geoefende gespreksleiders uit eigen politiegelederen die we hadden geïnstrueerd. Na de schrijfoefening bespraken ze ieders individuele verzaakmoment. De kracht van de oefening zit in het feit dat je ’m doet. Want daarmee erken je al dat je zelf soms verzaakt – of zelfs vaker. Je bent door de mogelijke barrière van ontkenning heen. En dat is in organisaties een heel belangrijk punt. Het is lastig om een technische of vakkundige misser te bekennen; het oordeel van de collega’s kan meedogenloos zijn. Maar het is pas echt moeilijk om een morele misser toe te geven. Thuis doe je dat misschien wel. Maar op je werk, ten overstaan van je collega’s en leidinggevenden, is dat veel ingewikkelder.’

En daarna?
‘Daarna deelden we plenair de ervaringen en inzichten. Dit werd de opmaat naar een inhoudelijk gesprek over een antidiscriminatieverklaring waar men het op dat moment over eens moest worden. Er stond veel spanning op na de uitzending van de geruchtmakende documentaire De Blauwe Familie, waarin agenten van kleur vertelden over hun ervaringen met discriminatie door collega’s.’

Hoe hielp de gesprekstechniek in dit geval?
‘Artikel 1 van de grondwet is klip en klaar. Maar de vraag is bij dit soort principiële zaken altijd: hoe geef je dat concreet vorm? Wat doe je met medewerkers die zich discriminerend uitlaten? Voer je een goed gesprek, geef je een waarschuwing, grijp je naar een sanctie? Belangrijke deugden spelen dan op: wat is de juiste maat, welke moed heb je nodig, wat is wijsheid en hoe handel je rechtvaardig? Ik denk dat door het voorwerk met de verzaakoefening het gesprek kon veranderen van stellend naar vragend, met meer precisie over het gebruik van begrippen en de eigen ervaring als inzet. De deelnemers waren in staat naar elkaar te luisteren en vragen te stellen zonder meteen te oordelen. De volgende dag zijn ze het over de verklaring eens geworden.’

Tussenruimte

Soms wordt er schamper gedaan over het ethische overheidsprogramma. NRC beschreef Dialoog en Ethiek als organisator van ‘dialoogestafettes op conferentieoorden’, met gastoptredens van een kunstenaar ‘die blootsvoets het ongezegde komt schilderen’ en een organisatiedeskundige die ‘complexe vraagstukken komt uitdansen en omzetten in spoken word.

Op de presentatie van Pools praktijkboek, bij de ISVW in Leusden, ontstaat een heel andere indruk. Topambtenaren van verschillende ministeries betonen Pool en zijn team dankbaarheid voor hun inzet om ethische reflectie een vaste plaats te geven in de dagelijkse praktijk – van de douane tot de Onderwijsinspectie, van het ministerie van Defensie tot de Raad van State. Dick Schoof, secretaris-generaal van Justitie en Veiligheid, noemt het programma cruciaal nu de burger zich zorgen maakt over de macht van de overheid. Kristel Lammers, directeur van NPRES (Nationaal Programma Regionale Energie Strategieën), vertelt over een ‘tussenruimte’ die gecreëerd is om beleid van verschillende kanten te bekijken. Het lijkt erop dat Dialoog en Ethiek zich als een olievlek verspreidt in departementen en organisaties.

Volgens Pool is het beeld van lollige uitstapjes vertekenend. ‘Ons uitgangspunt is om juist niet zwaar te leunen op externe krachten, maar om binnen de overheid zelf mensen op te leiden die zijn toegerust om de ethische dialoog op structurele basis te voeren, en in alle ernst. Het ideaal is duizend praktisch-filosofisch geschoolde gespreksleiders binnen de overheid, die kunnen zorgen dat hun collega’s op een veilige en gestructureerde manier collectief kunnen reflecteren als de werksituatie daarom vraagt.’

En die duizend praktisch filosofen houden hun gewone ambtenarenbaan, naast die speciale taak?
‘Ja, dat is zeker het ideaal. Soms zijn het integriteits- of vertrouwensmedewerkers, mensen die al met dit soort thema’s bezig waren. Maar dit is een breuk met het oude model, waarin misschien wel een ethicus in dienst kon zijn, maar dan zuiver als ethicus. Waar wij aan werken, is veel spannender: ambtenaren vertrouwd maken met ethiek als kern van hun eigen werk.

Het lijkt erop dat we ons, om met de Franse denker Alain Badiou te spreken, “in een moment van waarheid” bevinden. In de liefde kan zo’n moment van waarheid bijvoorbeeld een verliefdheid zijn: die moet je wel beantwoorden. Zo’n waarheidsmoment speelt nu ook in de politiek. Crisisachtige ontwikkelingen komen samen, ambtenaren worden uitgedaagd om hun eigen rol te doordenken, om trouw te blijven aan hun opdracht, aan het ambt dat ze dienen. Het is wezenlijk dat ieder zijn eigen rol blijft doordenken en zijn daden toetst aan de maatschappelijke opdracht. En elkaar erop bevraagt of dat lukt.’

Daarna, uit het niets: ‘Ik heb de wijsheid niet in pacht, hè. Die zit overal.’

Macht en moed praktijkboek
Erik Pool
ISVW Uitgevers
496 blz.
€ 15,-