In De vrolijke wetenschap (1887) is de vagebond Nietzsche aan het woord, de rondreizende vrije geest die zich aan niemand verbonden voelt en in het zuidelijke Europa op zoek is naar het beste klimaat voor zijn denkwerk. Nietzsche voelde zich na een lange periode van ziekte weer beter: levenslust en vrijheid doorademen zijn teksten. De bundeling notities uit 1881 en 1882 leest onstuimig als galopperende wilde paarden.
Zodra je De vrolijke wetenschap openslaat valt de aforistische stijl op: nog los van het ‘voorspel’ en het ‘aanhangsel’ delen 383 notities – variërend van één regel tot verscheidene pagina’s – het boek op in een overweldigende hoeveelheid gedachtespinsels, levenslessen, opmerkingen, typeringen en ensceneringen. Sommige zijn onverwacht hartverwarmend, zoals ‘§62 Liefde – De liefde vergeeft de beminde zelfs de begeerte.’ Andere aforismen behandelen de wetenschap, de kunstenaar, de moraal, de Duitse cultuur, de zucht naar kennis en onze wil tot macht.
Het meest aangehaalde fragment is ongetwijfeld §125 – De krankzinnige man, waarin een warrige man op de markt de dood van God aankondigt. Maar hoewel de dolle mens inziet dat zijn tijdgenoten nog niet klaar zijn voor de waarheid, vormt zijn boodschap – ‘Wij hebben hem gedood, – jullie en ik! Wij allen zijn moordenaars!’ – de ruggengraat van het boek. Met de moord op God kan de mens eindelijk autonomie bereiken, hoeft hij niet langer te leven in vrees voor het hiernamaals en kan hij de daaraan verbonden slavenmoraal van het toekeren van de andere wang overboord slingeren. In plaats daarvan heeft de aansterkende, extravagante denker hernieuwd vertrouwen in het leven zelf. ‘Misschien is er ook voor het lachen nog een toekomst weggelegd!’ (§1), schrijft hij. Niet alleen de moraal, ook de waarheid en de kennis moeten aan grillige relativering geloven: Nietzsche vervangt de pijlers onder de westerse filosofie door een altijd tegenwoordige wil tot macht. De dood van God bevrijdt de mens. Die geeft de vrije geesten een lichtheid, een opgewektheid ‘als door een nieuw morgenrood beschenen’ (§343). We beleven in De vrolijke wetenschap de geboorte van Nietzsche als vitalist: hij schudt zijn op kennis gerichte erfenis van de Verlichting af in ruil voor een zoektocht naar datgene wat het leven extatischer, waardiger en krachtiger maakt. Maar de dood van God zet ook de deur open naar het nihilisme, want waartoe zijn we dán op aarde? Nietzsches atheïsme beweegt zich beslist niet richting de zinloosheid. Volgens hem draait het allemaal om een ‘eeuwige bevestiging en bezegeling’.
§341 Het zwaarste gewicht – Wanneer die gedachte baas over je zou worden, zou hij jou, zoals je bent, veranderen en wellicht vermorzelen; de vraag ‘wil je dit nog een keer en nog ontelbare keren*1?’ zou in alle gevallen en iedere keer weer als het zwaarste gewicht op je handelen*2 liggen! Oftewel: hoeveel zou je van jezelf en het leven*3 moeten houden om naar niets méér te verlangen*4 dan naar deze definitieve, eeuwige bevestiging en bezegeling?
Ontelbare keren?
Heeft het leven nog wel zin als er geen God meer is? Volgens Nietzsche wel. We moeten kiezen voor het leven zelf, er ja tegen zeggen en ons lot omarmen. De ultieme test daarvoor – meent Nietzsche – is of je je leven tot in het oneindige wilt herhalen zonder dat er een verlossing komt in het hiernamaals. Uiteindelijk zul je daar wel voor moeten kiezen, omdat de wereld zelf volgens Nietzsche niets meer is dan eeuwige herhaling.
Handelen
Het besef dat alles zich herhaalt verandert ons handelen ingrijpend: niets is immers erger dan het idee de verkeerde handeling voor altijd te moeten overdoen. En dat heeft verstrekkende gevolgen, want ‘het doen is alles’ (Genealogie van de moraal). Nietzsche ontmaskert het subject als een illusie, die is ontstaan doordat zwakke mensen ‘zichzelf’ los willen denken van hun zwakke handelingen. Maar dat onderscheid bestaat niet. Als ons handelen verandert door het besef van de eeuwige wederkeer, dan verandert het onze identiteit – of ‘jou, zoals je bent’.
Even tussendoor… Meer lezen over Nietzsche en andere grote denkers? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
Het leven
Nu de perverse werking van het hiernamaals uitgewerkt is, kan de wil zich richten op de vergroting van haar macht. De mens hoeft niet langer tegen zichzelf in te willen en zich ‘vroom’ te laten beperken tot eeuwig slavendom. Nee, we moeten openstaan voor het leven! Als we de krachtige wendingen en drijfveren van de wil de ruimte geven, zouden we dan genoeg op ‘goede voet’ staan om de eeuwige wederkeer te omarmen – en het nihilisme te bezweren?
Verlangen
De wil tot macht drijft en vervult de mens. Die is ons levenselixer. Maar wat willen we nog na de dood van God? De afwezigheid van een wil kan niets anders betekenen dan niet bestaan – vandaar de aantrekkingskracht van het nihilisme. Want de menselijke wil lijdt aan horror vacui: die wil liever hét niets dan dat het niets wil. Wanneer daarentegen de mens niets méér verlangt dan een herhaling van zetten krijgt juist die herhaling betekenis. Immers, als een moment nog een keer terugkomt, en dan nog een keer, dan maakt het juist heel veel uit hoe je handelt.
De vrolijke wetenschap
Friedrich Nietzsche
vert. Hans Driessen
Boom
352 blz.
€ 29,90