Mijn moeder kreeg vier kinderen in vier jaar tijd. Ze gooide zich vol in haar moederrol en ging pas werken toen ik, de jongste, naar de kleuterschool ging. Het was de mooiste tijd van haar leven, zegt ze vaak. Dit is het moment dat een oplettende psychotherapeut een aantekening maakt. Niet per se vanwege de psychologische opmaak van mijn moeder, maar vooral vanwege die van haar kinderen. Hoe is in deze fulltime zorgtijd voor het kroost gezorgd? Warm? Angstig? Zorgeloos? Achteloos? Waren de kinderen hinderen of juist zingevende wezentjes die het ledige hart van de verzorger moesten vullen?
De eerste vraag die ik mij meestal stel als ik zorgen heb over het gedrag van mijn kinderen is: gaat deze zorg over mij of over hen? Eerlijk is eerlijk, ik ontdekte het nut van dit zelfonderzoek tijdens aanvaringen die ik met de oudste had. Wat kan jou het nou schelen, vroeg ze soms wanhopig als ik geërgerd of boos was over een of andere nalatigheid van haar. En inderdaad, of de zorg nu gaat over slordigheid, bedtijd, cijfers, drank of drugs, elke ouderlijke zorg heeft een oorsprong in de ouder zelf. Ik heb het niet over de verantwoordelijkheid die we voelen om het kind goed terecht te laten komen. Ik heb het over de heilzame werking die zorgelijkheid op onszelf heeft. Doordat het vingertje van de zorg wijst naar onvolkomenheden van een ander, of naar het lot van de volgende generatie, kun je er gemakkelijk je eigen angsten, onlusten en beperkingen mee verhullen. Wat eruitziet als bezorgdheid kan evengoed onderdrukte neerslachtigheid zijn. En zelfs een vrolijke opvoeding kan een zorgelijk motief hebben. Zoals we de kat aaien om ons thuis te voelen, zo zijn we in staat met onze zorgen zinloosheid voor ons uit te duwen. Dat een mens alleen mét zorgen zorgeloos kan zijn, is het keiharde inzicht van Sisyphus.
Even tussendoor… Meer columns lezen van Coen Simon? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
Er wordt veel over morele ambitie geschreven. De goeden roepen de rijken op hun ambities te richten op een betere wereld voor iedereen. Zingeving in onze geseculariseerde samenleving heeft nog maar twee smaken: consumentisme en de troost van het goede doen.
We kunnen nooit helemaal ontwaren waar onze zorgen voor de wereld overgaan in die van onszelf, maar jezelf de vraag stellen kan een hoop overbezorgdheid tegengaan.