Home Wanneer polarisatie de klas bereikt
Onderwijs

Wanneer polarisatie de klas bereikt

Het klaslokaal zou een veilige plek moeten zijn om te oefenen met vrije meningsvorming. Maar spanningen uit de samenleving dringen er steeds dieper in door. Staat de vrijheid van meningsuiting er onder druk?

Door Mariska Jansen op 26 februari 2021

Wanneer polarisatie de klas bereikt

Het klaslokaal zou een veilige plek moeten zijn om te oefenen met vrije meningsvorming. Maar spanningen uit de samenleving dringen er steeds dieper in door. Staat de vrijheid van meningsuiting er onder druk?

Cover van 03-2021
03-2021 Filosofie magazine Lees het magazine

Op 16 oktober 2020 werd Samuel Paty, docent maatschappijleer en geschiedenis, ’s middags op straat in Parijs onthoofd, vlak bij de school waar hij lesgaf. Hij had tien dagen daarvoor een les over de vrijheid van meningsuiting gegeven en daarbij een spotprent van de profeet Mohammed getoond. Na de dramatische gebeurtenis ontstond onrust op scholen, ook in ons land. Er werden bedreigingen geuit, een leraar uit Rotterdam moest zelfs onderduiken. De leraar had al vijf jaar een spotprent van een jihadist in zijn klaslokaal hangen, maar opeens dachten sommige scholieren dat het de profeet Mohammed betrof.

Hoe vrij voelen docenten zich nog in het klaslokaal? En hoe moeten ze lesgeven over de vrijheid van meningsuiting? Anno 2021 is een schoolklas in een stedelijke omgeving een smeltkroes. Leerlingen en studenten komen uit alle windstreken en nemen hun opvattingen, cultuur en geloof mee naar school. Tegenpolen komen in het multi­culturele onderwijs in één lokaal samen en kunnen dan botsen, zegt Kamel Essabane, die aan de Radboud Universiteit in Nijmegen promoveert op burgerschapswaarden in het onderwijs en leraren opleidt aan de Vlaamse Thomas More-hogeschool. Als leraar moet je deze tegenstellingen in goede banen kunnen leiden. Hij vindt dat docenten daarom een bijzondere verantwoordelijkheid hebben.

‘Bij spotprenten is het goed dat de leraar oog heeft voor de machtsverhoudingen binnen een klas,’ vertelt hij. ‘Als je bijvoorbeeld in een overwegend witte klas die op twee moslimkinderen na heel seculier is een spotprent van de profeet Mohammed toont, is dat voor die moslimkinderen best heftig. De leraar moet zich ervan bewust zijn dat de kinderen op dat moment een beladen onderwijservaring beleven, terwijl dat voor de rest van de klas niet zo is. Voor niet-gelovige leerlingen is het heel moeilijk voor te stellen dat anderen een afbeelding van Mohammed zo pijnlijk vinden – het zijn toch maar plaatjes?’ De spotprenten rondom Mohammed zijn niet het enige onderwerp dat docenten lastig vinden. Ook onderwerpen als de Holocaust en homoseksualiteit worden vaak genoemd als moeilijk bespreekbaar.

‘De wereldwijde polarisatie die gaande is, zie je terug in de klas’

Uit onderzoek in opdracht van het ministerie van Onderwijs dat sinds 2010 wordt uitgevoerd blijkt dat de overgrote meerderheid van de docenten zich veilig voelt in de klas. Cijfers over de impact van de moord op Paty op het veiligheidsgevoel onder leraren zijn er nog niet, maar het lijkt aannemelijk dat de vrijheid van meningsuiting er als precair en controversieel thema is bijgekomen.

Als een van de redenen wordt vaak genoemd dat in de grote steden studenten sterk verschillen qua achtergrond en levensbeschouwelijke overtuigingen. Maar niet alleen daarom is het voor docenten lastig om gevoelige onderwerpen aan te snijden. De wereldwijde polarisatie die gaande is, zie je terug in de klas – van activistische studenten met grote zorgen over klimaatsverandering tot jongeren met een extreemrechts wereldbeeld.

Verlichting

Het belang dat wij in Nederland hechten aan de vrijheid van meningsuiting is verankerd in onze cultuur. Die vrijheid kreeg een belangrijke impuls in de Verlichting, vertelt Rutger Claassen, hoogleraar politieke filosofie aan de Universiteit Utrecht. Deze filosofische stroming uit de achttiende eeuw rekende af met de onderworpenheid aan adel, koning en kerk. ‘Mens, durf te denken!’ was Immanuel Kants advies aan zijn tijdgenoten. In plaats van blindelings de elite te volgen, was het ideaal om de eigen ratio te gebruiken.

In de negentiende eeuw was het de Britse filosoof John Stuart Mill (1806-1873) die een warm pleidooi hield voor de vrijheid van meningsuiting, zegt Claassen. ‘Alleen door een pluriformiteit aan meningen toe te laten kan men de waarheid in het debat op het spoor komen, vond Mill. Die andere meningen kunnen onprettig of beledigend zijn, maar alleen door de opvattingen van anderen te vergelijken met de eigen ideeën kun je je eigen oordeel aanscherpen.’

Ons onderwijs is gebaseerd op de verlichtingsgedachte van ‘zelf denken’, zegt Claassen. ‘Een les of hoorcollege is een pedagogische situatie waarin je probeert het kritisch denkvermogen van leerlingen te ontwikkelen, bijvoorbeeld door ze met andere meningen te confronteren en ze een weloverwogen reactie te laten formuleren. Een aanslag als die op Samuel Paty komt, naast de bruutheid van het geweld, ook zo hard aan omdat die de vrije onderwijs­gedachte in de kern aanvalt.’

Dat de vrijheid van meningsuiting nu onderwerp van gesprek is, is historisch gezien niet uitzonderlijk. ‘Sinds het begin van de Verlichting zijn er ook conservatieve tegenbewegingen,’ vertelt Claassen. ‘In veel gevallen gaat het dan niet om een categorische verwerping van de vrijheid van meningsuiting, maar om het trekken van een rode lijn. Het debat over de vrijheid van meningsuiting gaat sindsdien voortdurend over waar de grens ligt van wat je kunt zeggen of tonen.’

Ook Essabane ziet dat het spannend wordt als in een debat de grenzen worden opgezocht. In zijn ogen is het belangrijk dat de school de omstandigheden waarin de les plaatsvindt op orde heeft. ‘Een school moet een veilige setting bieden, zodat leerlingen met de vrijheid van meningsuiting kunnen oefenen,’ zegt Essabane. ‘Ze moeten ervaren dat vrijheid van meningsuiting iets waardevols is. Natuurlijk merken ze ook dat ze gekwetst kunnen worden, omdat ze een mening horen die onzeker of boos maakt, of irriteert. In het onderwijs gaat het erom dat je leert om te gaan met die emoties.’

De leraar kan vooraf aandacht besteden aan de sfeer waarin de les verloopt door vooraf bepaalde spelregels af te spreken. ‘In een klas moet respect zijn voor meningen. Leerlingen moeten dat opbrengen, maar ook de leraar moet dat uitdragen,’ zegt Essabane. Tijdens een les over gevoelige onderwerpen gaat het erom te informeren en het denkproces te bevorderen, niet om elkaar te overtuigen. ‘Je hoeft het ook niet met alles eens te zijn. Verschillen mogen bestaan, ook in de klas.’

Feiten

Wat wel en niet gezegd mag worden, zal altijd van geval tot geval bekeken moeten worden. In zijn boek Het huis van de vrijheid (2011), over grondwettelijke vrijheden, maakt Claassen onderscheid tussen feiten enerzijds en persoonlijke normen en waarden anderzijds. ‘Laster, opzettelijk onwaarheden vertellen over een ander, is onder bepaalde condities strafbaar. Een mening, hoe vervelend die ook kan zijn, zul je moeten slikken. Als jij zegt dat ik iets gestolen heb, terwijl dat feitelijk onjuist is, kan ik je aanklagen. Maar als jij zegt dat ik lelijke schoenen draag, kan dat niet.’

Het onderwijs in een liberaal-democratische samenleving baseert zich op de wetenschap waar het gaat om feitelijke waarheden. ‘De wetenschappelijke inzichten die leidend zijn kunnen ook altijd weer herzien worden. Het proces van wetenschap gaat altijd door; wetenschappelijke kennis staat nooit definitief vast,’ zegt Claassen. ‘Dat betekent dat wanneer een docent achterhaalde achttiende-eeuwse natuurkundige theorieën in de klas verkondigt, je als ouder succesvol naar de onderwijsinspectie of de rechter kunt gaan, als dat echt uit de hand loopt. Het recht op goed onderwijs van het kind wordt in zo’n geval geschaad. Maar als in de klas over de evolutietheorie wordt verteld, kun je als gelovige ouder niet ingrijpen.’

In de vele emotionele reacties die volgden op de moord op Paty hoor je soms dat artikel 7, de vrijheid van menings­uiting, geen grenzen kent. Dat klopt niet, zegt Claassen: ‘De vrijheid van meningsuiting is net als de andere grondwettelijke vrijheden niet absoluut, en die vrijheden kunnen onderling botsen. Ook ontkenning van de Holocaust is in sommige landen strafbaar, en zo zijn er meer uitzonderingen. Het verschilt per land of cultuur welke dingen niet gezegd of getoond mogen worden.’

De onderwijscultuur heeft zich de afgelopen decennia ontwikkeld van puur kennisgericht naar een meer persoonlijke en competentiegerichte insteek. ‘Het recht van een kind op onderwijs betekent in Nederland niet alleen leren lezen, schrijven en rekenen, maar ook leren denken en leren zich autonoom een oordeel te vormen,’ zegt Claassen. ‘Kinderen moeten worden opgevoed tot liberaal-democratische burgers. Daarvoor moet je in aanraking komen met ideeën van diverse pluimage. Als dat de opgave is van de staat, maar ouders eigenlijk willen dat bepaalde ideeën niet aan het kind worden voorgesteld, bijvoorbeeld over homoseksualiteit of godsdienst, ontstaat er een spanningsveld.’

‘De boze buitenwereld moet buiten blijven’

Annemarie Soeteman
In september 2020 gaat een fragment uit een van Annemarie Soetemans online colleges ethiek viral. ‘In het college behandel ik de categorische imperatief van Kant,’ vertelt ze. Maar uit het dertien seconden durende filmpje is dat niet op te maken. We zien Soeteman met microfoon terwijl ze zegt: ‘Want als ik wel Hitler mag vermoorden, waarom zou ik dan ook niet de handlanger van Hitler mogen vermoorden? Of misschien Trump op dit moment, of Baudet?’

Volgens Soeteman is haar uitspraak niet te begrijpen als losgeknipt fragment. ‘De categorische imperatief van Kant stelt dat je op een morele wet nooit een uitzondering mag maken, omdat het gevaar bestaat dat die grens vervolgens gaat schuiven. Als je vindt dat moorden niet mag, mag je nooit moorden. Dat wilde ik uitleggen.’

Het filmpje zorgt voor ophef. Forum voor Democratie noemt het filmpje op Twitter ‘een zieke moordfantasie tegen Thierry Baudet’. Soeteman en de Hogeschool ontvangen bedreigingen.

Dat Soeteman dit verhaal nogmaals oprakelt, is omdat ze zich steeds meer zorgen maakt over de veiligheid in het onderwijs. ‘Ik vind dat het onderwijs een plaats moet zijn waar studenten in vrijheid hun mening kunnen ontwikkelen, maar dat kan alleen als die meningen nog geen consequenties hebben, de klas een veilige plek is en de boze buitenwereld buiten blijft.’

Met de komst van sociale media en online onderwijs wordt dat steeds moeilijker. ‘We zijn in een situatie beland waarbij de hele wereld met een docent kan meekijken. Ik ben bang dat het straks niet meer mogelijk is om met studenten de toestand van de wereld in openheid te bespreken,’ zegt Soeteman.

Annemarie Soeteman geeft filosofie aan de Haagse Hogeschool.

‘Mijn leerlingen moeten vrijuit durven spreken, maar ik ook’

Sanne ten Wolde
‘In mijn klas zat een leerling die Thierry Baudet bewonderde,’ vertelt docente filosofie Sanne ten Wolde. Toen er ophef in de media ontstond over uitspraken van Baudet – hij trok het nut van het Europese Hof van de Rechten van de Mens in twijfel – ging ze met die leerling in de klas in gesprek over Baudets uitspraken. ‘In mijn rol als docent behandel ik de actualiteiten kritisch. Bij filosoferen hoort dat je je mening onderbouwt. Na afloop vernam ik dat zij dit als onprettig heeft ervaren; ze had het gevoel dat ze niet mocht vinden wat ze vond. In mijn filosofielessen neem ik een bevragende rol aan. Als kinderen vragen wat ik vind, geef ik mijn mening als een van de aanwezigen in het debat. Soms kan een mening bij iemand in het verkeerde keelgat schieten of gevoelig liggen. Ik vind het een kunst om die bespreekbaar te maken.’

‘Ik tweet soms over voorvallen in de klas’, zegt Ten Wolde, die een actief Twitter-account heeft. ‘Uiteraard zonder naam en toenaam. Een enkele keer zorgt dat voor confrontatie, maar met een vak als het mijne ga ik dat gesprek niet uit de weg. Ik wil altijd zorgvuldig zijn met woorden, maar nooit uit angst. Niet alles uit de klas hoort op het Twitter-account van de docent te belanden, maar ik vind dat ik verslag mag doen van mijn persoonlijke ervaringen op social media. Mijn leerlingen moeten vrijuit durven spreken, maar dat geldt ook voor mij.’

Sanne ten Wolde geeft filosofie op verschillende middelbare scholen in Leeuwarden.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.