Home Vijf grote filosofen over angst

Vijf grote filosofen over angst

Door Eva Maria de Langen op 22 maart 2019

Vijf grote filosofen over angst

We leven in een van de veiligste landen ter wereld, maar toch zijn we angstiger dan ooit. Wat houdt deze angst eigenlijk in? En hoe kunnen we ons ertegen verweren? Of moeten we de angst juist toelaten? In dit artikel komen vijf denkers aan het woord over angst.

1. Søren Kierkegaard
De Deense filosoof en theoloog Søren Kierkegaard (1813-1855) maakte een onderscheid tussen angst en vrees. Vrees heeft een duidelijk object zoals bijvoorbeeld een grote spin. Omdat je bang bent voor de spin, gaat je hart sneller kloppen of ren je weg. Angst is daarentegen meer existentieel. Het is niet gericht op een concreet object, maar is wel wezenlijker. Angst is wanneer je wacht op de trein, en je beseft dat je slechts één stap verwijderd bent van de dood. Je realiseert je dat alles mogelijk is. Deze totale handelingsvrijheid brengt je aan het duizelen.

Toch is deze vrijheid belangrijk: deze stelt ons in staat om zelf te bepalen hoe we ons leven vormgeven. Kierkegaard ziet angst als een mogelijkheid om je te bezinnen en je open te stellen voor nieuwe kansen. Angst is in feite de beste gids in het leven.

2. Wilhelm Schmid
Tegenwoordig wordt angst al snel gezien als een stoornis of ziekte die we moeten genezen, maar de Berlijnse filosoof Wilhelm Schmid (1953) stelt dat angst goede redenen kan hebben en betekenis kan verlenen. Angst maakt zichtbaar wat onze drijfveren zijn.

Op een bepaalde manier bestaat er dan ook een tekort aan angst. Wanneer we helemaal geen angst ervaren, lijkt het leven al snel spanningsloos. Vandaar dat we ons zo nu en dan opzettelijk in angstige situaties begeven. Denk aan onze voorliefde voor misdaad- en griezelfilms, gevaarlijke sporten en avonturieren.

Soms kan er sprake zijn van een teveel aan angst. Om dit dragelijk te maken wordt er snel gegrepen naar geneesmiddelen. Vanwege de bijwerkingen is dit niet de beste oplossing volgens Schmid. We zouden in gesprek moeten gaan over onze angsten. Binnen een gesprek krijgt de angst ruimte en wordt hij serieus genomen. Met iedere formulering wordt de angst concreter en de aanwezigheid van anderen geeft de angstige zelf houvast.

3. Bertrand Russell
Volgens de Britse filosoof Bertrand Russell (1872-1970), die zelf ooit om politieke redenen in de gevangenis belandde, passen veel mensen de verkeerde techniek toe bij het aanpakken van hun angst. Wanneer er een angst in hun opkomt, proberen ze vaak hun gedachten af te leiden met bijvoorbeeld amusement of werk. Maar elke vorm van angst wordt erger wanneer we er geen aandacht aan besteden. We zouden dan ook niet moeten proberen onze angst te ontvluchten maar we zouden er rationeel, kalm en met volle concentratie over moeten nadenken totdat ze volkomen vertrouwd is geworden. Dan zal de angst uiteindelijk vervelen.

4. Damiaan Denys
‘We leven in een angstcultuur’, zegt psychiater en filosoof Damiaan Denys (1965). En dat is opvallend. Want hoewel we statistisch gezien in één van de meest veilige tijden ooit leven, zijn we nog nooit zo angstig geweest.

Maar waar komt deze angst eigenlijk vandaan? Angst is in essentie controleverlies. We hechten veel aan voorspelbaarheid, omdat ze bestaanszekerheid biedt. Maar deze controle is een illusie. We ruilen ongemerkt onze spontaniteit in voor waakzaamheid, en zo wordt angst de belangrijkste stuurman aan boord. We moeten de angst niet zien als een moment van verstarring, maar als een gelegenheid om ons te ontwikkelen. Als je angsten omarmt, ontstaan er veel meer mogelijkheden.

5. Martha Nussbaum
Volgens Martha Nussbaum (1947), Amerikaanse filosoof en hoogleraar rechtsfilosofie, is angst een slechte raadgever. Toch kunnen we niet zonder. Angst is een manier van overleven en een vermogen om opgewonden te raken van alles wat een bedreiging vormt. Nussbaum ziet angst als een vorm van verhoogde aandacht die op zichzelf is gericht. Angst vertekent onze waarneming. Dat verklaart waarom we vaak angst ervaren voor zaken die we verkeerd inschatten of die anderen ons wijsmaken. Bijvoorbeeld voor andersgelovigen, aldus Nussbaum.

Maar angst is niet irrationeel. Angst is intelligent en kan functioneel en gepast zijn. In morele opvoeding zou daarom ook ruimte moeten zijn voor het ontwikkelen van deze zinnige emoties.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.