‘Als je filosoof wilt zijn, schrijf dan romans,’ vond Albert Camus. Je zou tot diepere inzichten komen als je je inleefde in een afzonderlijk individu dan wanneer je probeerde iets over ‘de mens’ in het algemeen te zeggen. Toch worden de romans van Camus niet met zijn filosofische werken verward, zijn boeken worden consequent over de genres verdeeld.
Eigenlijk is het wonderlijk dat als je in een bepaald genre schrijft de conventies van zo’n genre direct op je inwerken en je meteen, misschien deels onbewust, aan zekere verwachtingen tegemoetkomt. Omdat ik de genres zelf ook afwissel, wordt mij geregeld de vraag gesteld waarin het verschil schuilt tussen literair en filosofisch schrijven. In de filosofie bekijk ik de dingen in elk geval toch net iets meer van bovenaf, alsof ik op een uitkijkpost sta en het verband tussen de dingen wil uittekenen. Terwijl ik tijdens het literaire schrijven eerder over de aarde kruip, op m’n knieën, spiedend en luisterend, zo dicht mogelijk bij en tussen de mensen die een rol krijgen in het verhaal.
Even tussendoor… Meer shortreads lezen? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
In de filosofie gaat het toch eerder over ‘het denken’ en ‘de mens’, dan over het eigenzinnige gedrag van een individueel personage, zoals dat in romans gebeurt. Er is geloof ik nog een verschil: literatuur ontstaat vanuit de zintuigen en het voelen, de stuwende kracht in een verhaal wordt niet door de ratio gedreven, maar door verlangens, ongemakken, angsten en lusten. Terwijl in het schrijven van filosofie toch voornamelijk de hersenen aan het werk zijn; het denken en niet het voelen staat in de filosofie centraal. Nu houd ik er juist van die verschillende gebieden dooreen te husselen en de genres met elkaar te verweven.
Simone de Beauvoir en Albert Camus zijn tegenwoordig voornamelijk bekend door hun filosofische werken, zelf ben ik juist groot bewonderaar van hun romans. Alle existentialisten, ook Sartre, schreven zowel filosofische als literaire werken. Hoewel hun romans filosofisch genoemd kunnen worden en hun beschouwende werk literair, blijft er toch een verschil tussen bestaan. Is het belangrijk om die genres te blijven onderscheiden?
‘Om te weten wat je zelf bent en wat je wilt, zul je eerst moeten weten hoe je nu eigenlijk precies tegenover en in de wereld staat,’ schreef de Beauvoir in haar roman De mandarijnen. Hoe je in en tegenover de wereld staat ontdek je misschien juist door je in te leven in personages. Naast gevoel neemt in de literatuur de verbeelding het over, de verbeelding waarin personages tot leven komen, dialogen ontstaan en omgevingen steeds gedetailleerder aan je verschijnen. Verbeelding en inleving. Twee literaire, maar bovenal heel menselijke vermogens. Ze laten je de reikwijdte van je eigen denken ervaren en geven je een vermoeden van de onmetelijke ruimte van het brein. Misschien is dit ook waarom Camus de filosoof in spe aanspoort romancier te worden.
In de online rubriek ‘shortreads’ zoekt Filosofie Magazine elke week in een kort essay naar het antwoord op een alledaagse filosofische vraag.