Home Taal Linguistic terms: Jacques Derrida vs. John Searle
Taal

Linguistic terms: Jacques Derrida vs. John Searle

Door Filip Buekens op 26 maart 2013

tekst boeken
beeld Patrick Tomasso/Unsplash
09-2004 Filosofie Magazine Lees het magazine
‘Er is niets buiten de context,’ zei Jacques Derrida. Hij kreeg er veel analytische filosofen mee op zijn dak.

Dit artikel krijg je van ons cadeau

Wil je onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? Je bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en je hebt direct toegang.

‘Niets staat buiten de tekst’ (‘Il n’y a pas de hors-texte’), stelde Jacques Derrida in De la grammatologie. De slogan werd (en wordt) door analytische filosofen vaak gebruikt om Derrida als een intellectuele oplichter te beschouwen. ‘Een misverstand,’ hield Derrida altijd vol. ‘Ik bedoelde: er is niets buiten de context.’ Wat de wenkbrauwen nog meer deed fronsen. Kun je niet dingen uit zijn context halen en in andere contexten plaatsen? Impliceert dit niet dat er juist wél iets buiten de context is? Dat er andere contexten bestaan?

Gek genoeg was juist die mogelijkheid een van de stellingen in Derrida’s veelbesproken discussie met taalfilosoof John Searle. In ‘Signature événement contexte’ las Derrida John L. Austin’s How to do things with words. Derrida merkte op dat zinnen altijd citeerbaar zijn in andere contexten en wel zodanig dat de intentie of bedoeling waarmee ze oorspronkelijk geuit werden, onherroepelijk verloren kon gaan. ‘Structurele iterabiliteit’ heette dit bij Derrida. Taalhandelingen kunnen altijd mislukken. Searle was razend: hoe durfde een warrige, Franse filosoof aan de kroonprins van de analytische taalfilosofie te raken? Searle reageerde (‘Re-iterating the Differences’) maar kreeg lik op stuk van Derrida die in een lang briljant betoog liet zien dat Searle hem voortdurend verkeerd citeerde, de betekenis van zijn woorden verdraaide en daardoor bewees dat hij, Derrida, gelijk had. ‘Limited Inc’ (zo heette de reply van Derrida) werd een filosofisch en retorisch meesterwerkje.

Ik denk dat Derrida in die discussie een belangrijk punt scoorde. Woorden zijn herhaalbaar in andere contexten en hun effecten kunnen van context tot context verschillen. Deconstructie was een manier om die verschuivingen aan het licht te brengen. Maar veel filosofen voegden er meteen aan toe dat dit niet voldoende is om betekenis relatief of contextgevoelig te maken. Zeker, effecten van betekenis zijn contextgevoelig, maar betekenis zelf is dat niet. Zo kan de betekenaar ‘Derrida’ in talloze contexten nieuwe beelden oproepen, maar zijn betekenis of semantische waarde (dat hij verwijst naar Derrida) blijft dezelfde.

Even tussendoor… Meer lezen over Derrida en andere grote denkers? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Voor filosofen was Derrida’s ‘Er is niets buiten de tekst’ ooit een diep inzicht, een radicale breuk met een metafysisch verleden waarin wereld en taal nog strikt gescheiden waren, de mens zichzelf nog begreep en betekenis nog transparant was. Maar als je op zoek gaat naar de argumenten die Derrida voor zijn provocerende stellingen gaf, blijft er bitter weinig over. Zeker, er waren de nieuwe concepten: ‘differentie’ (différance), ‘disseminatie’, de nieuwe methode om teksten te lezen – ‘deconstructie’. Derrida vertrouwde té vaak op de kracht van het briljante woord, de geniale vondst en de erudiete opmerking wanneer hij ons wilde overtuigen. Dát was, volgens analytische filosofen, de echte breuk met het verleden.