De fallus, object kleine a, de Ander met een grote A – de lacaniaanse psychoanalyse staat bol van begrippen die niet onmiddellijk duidelijk zijn. Critici noemen deze taal soms zelfs psychotisch, verwijzend naar de inzichten van psychoanalyticus en psychiater Jacques Lacan (1901-1981) over de psychose en zijn opvatting dat patiënten die daaraan lijden ook voor een psychoanalytische behandeling in aanmerking komen.
Lacans ideeën hebben zowel de theorie als de psychoanalytische praktijk sterk beïnvloed. Niet alleen in Frankrijk, maar ook in België en Spaanstalige landen leunt de psychoanalyse voor een groot deel op Lacans inzichten en vernieuwingen.

Op de divan bij Jacques Lacan
Voor geïnteresseerden was het in 1996 dan ook bijzonder heuglijk dat de Amerikaanse psychoanalyticus Dylan Evans de belangrijkste woorden uit Lacans taalgebruik (zo’n tweehonderd) in een woordenboek bijeenbracht en toelichtte. Deze klassieker is nu in een Nederlandse vertaling verschenen, wat prettig is voor belangstellenden – vooral clinici in Nederland die meer willen weten over de Lacaniaanse werk- en denkwijze, want Evans wil vooral het belang van Lacans denken voor de psychoanalytische praktijk laten zien.
Een van Lacans kernconcepten is het verlangen, te vergelijken met Spinoza’s conatus, de innerlijke drijfveer van elk ding om zichzelf in stand te houden. Verlangen moet niet verward worden met ‘vraag’ of ‘behoefte’: Lacans verlangen is een onbewust verlangen dat niet kan worden gestild. Het doel van een psychoanalytische behandeling is dat de analysand de waarheid omtrent zijn verlangen herkent. Dit kan alleen door die waarheid te articuleren in taal in aanwezigheid van een ander. Dan pas wordt het werkelijk. De taak van de analyticus is de analysand in staat te stellen om te horen welke boodschap hij aan zichzelf richt, vanuit de gedachte dat de zender van de boodschap ook altijd de ontvanger is.
Wie dergelijke concepten beter wil begrijpen, kan met behulp van Evans dieper de materie in duiken. Niet dat Evans uitleg meteen tot volledige helderheid leidt, maar wel geeft hij richting en overzicht. Interessant is dat Evans Lacans vocabulaire in de context plaatst en weergeeft hoe hij zich heeft ontwikkeld – hoe Lacan zich bijvoorbeeld verhoudt tot Freud en hoe hij ideeën van denkers als Aristoteles, Spinoza en Heidegger in zijn denken verweeft.
Inleidend lacaniaans lexicon. De psychoanalyse van Jacques Lacan
Dylan Evans
vert. Elisabeth Greven
Sjibbolet
344 blz.
€ 29,99