Home Jaron Harambam: ‘Er bestaan verscheidene waarheden naast elkaar’
Vrijheid

Jaron Harambam: ‘Er bestaan verscheidene waarheden naast elkaar’

Wat kunnen wij leren van complotdenkers? Die vraag staat centraal in het boek van socioloog Jaron Harambam. ‘Aan elk feit gaan keuzes vooraf.’

Door Ivana Ivkovic op 22 oktober 2021

Jaron Harambam: ‘Er bestaan verscheidene waarheden naast elkaar’ Beeld Shutterstock

Wat kunnen wij leren van complotdenkers? Die vraag staat centraal in het boek van socioloog Jaron Harambam. ‘Aan elk feit gaan keuzes vooraf.’

Cover van 11-2021
11-2021 Filosofie magazine Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Er is veel angst en paniek rondom complot­theorieën, stelt socioloog Jaron Harambam (1983). Men vindt ze onzinnig, paranoïde of ronduit gevaarlijk; het liefst willen we ze de wereld uit helpen. Maar wie zijn de mensen die in deze theorieën geloven? Wat kunnen hun verhalen ons leren over onze maatschappij? En wat is een goede manier om te reageren op complottheorieën? Deze vragen zijn de motivatie achter het boek The Truth Is Out There, dat Harambam maakte met fotografe Marije Kuiper en ontwerper Roel Vaessen.

In dit visuele verhalenboek komen achttien complotdenkers aan het woord. Ze worden echter geen ‘complotdenkers’ genoemd, maar ‘waarheidszoekers’. Complotdenken is een label dat al snel wordt gebruikt om iemand te diskwalificeren, vindt Harambam. De dossiers in het boek lopen uiteen van ufo’s en 9/11 tot 5G, corona en data-surveillance. Sommige verhalen klinken overtuigend, andere vergezocht. Dat is ook juist de bedoeling, legt Harambam uit. Hij wil de theorieën in het boek ontkrachten noch bevestigen. Het gaat hem erom te begrijpen hoe complotdenken een reactie kan zijn op de complexe wereld waarin wij leven.

Harambam: ‘Er wordt veel over complotdenkers gesproken, maar hun verhalen worden niet verteld in hun eigen woorden. Dat wilden wij anders doen. Elk dossier begint met een beschrijving van de officiële waarheid. Daarna volgt een interview waardoor je de persoon leert kennen: wie zijn deze mensen, wat drijft ze, en hoe is de zoektocht naar de waarheid in hun leven gekomen? Tot slot krijgen ze de kans om hun eigen ideeën over alternatieve waarheid naar voren te brengen. De geïnterviewden hebben dus zelf aan hun dossiers meegeschreven, dat is uniek. Hun verhalen zijn divers en de waarheidszoekers zijn onderling heel verschillend. Sommigen zijn geïnteresseerd in gezondheid of spiritualiteit, anderen juist in politieke of economische onderwerpen.’

Moderne mythes

‘Door al die stigma’s rondom “wappies” en “gekkies” vergeten wij vaak hoe mooi die verhalen kunnen zijn. Zoals het verhaal van David Icke, een van de beroemdste complotdenkers, waarin wij worden geregeerd door een buitenaards reptielenras. Je kunt dit zien als een moderne mythe: het gaat over goed en kwaad, over het leven hier op aarde en daarbuiten. En over zingeving, over onze oorsprong: wie zijn wij, en waar komen we vandaan? Alternatieve waarheden proberen niet alleen de verschijnselen te verklaren, zoals wetenschap dat doet, maar zitten ook vol mythische, archetypische elementen die al eeuwenlang bestaan.

‘Ook Marx en Freud zoeken een dieper liggende waarheid achter de alledaagse waarheid’

Hoe divers de verhalen ook zijn, de gemene deler is dat er een elite is die ons een werkelijkheid probeert voor te schotelen die afwijkt van wat er eigenlijk aan de hand is. Daar klinkt veel kritiek op – complotdenkers zouden verbanden zien die er simpelweg niet zijn, patronen in de wolken. Maar het idee dat er zich achter de alledaagse werkelijkheid een dieper liggende werkelijkheid bevindt, vind je bijvoorbeeld ook bij Marx en Freud.

Volgens Marx bedekt ideologie de werkelijke klassenverhoudingen binnen de maatschappij en verhindert dat mensen om hun échte belangen in te zien. En volgens Freud wordt ons gedrag in hoge mate gestuurd door allerlei fantasieën en impulsen uit het onbewuste. Zo bezien is het idee dat de waarheid verborgen is helemaal niet zo uitzonderlijk. Sommige waarheidszoekers in het boek hebben ideeën die ook bij het grote publiek meer geaccepteerd zijn geraakt. Bijvoorbeeld Niels Verduijn, die tijdens de kredietcrisis ging zoeken naar de waarheid achter de geldcreatie en ontdekte dat banken daarin een veel belangrijkere rol spelen dan algemeen werd gedacht.

Complottheorieën worden weggezet als irrationeel, als “slechte wetenschap”, maar daar valt veel op af te dingen. De belang­rijkste inspiratiebron van deze kritiek is de twintigste-eeuwse filosoof Karl Popper. Denken dat de hele samenleving het gevolg is van één groot complot is onzin, zegt Popper, want de wereld hangt te veel aan elkaar van toeval, ongerijmdheden en onzekerheden. Maar ook Popper moest erkennen dat er échte complotten bestaan. Denk bijvoorbeeld aan het verzinsel dat er massavernietigingswapens in Irak waren. Waar leg je dan de grens tussen onzin en theorieën die rationeel en legitiem zijn? Daar kun je geen algemene regel voor geven, zo luidt de uitkomst van dertig jaar filosofisch onderzoek naar complottheorieën, je moet elk geval apart bekijken.

Ik ben geïnspireerd door Poppers ideeën over politiek en de open samenleving. Volgens hem worden we in een open samenleving geconfronteerd met een veelheid aan verschillende waarden en kunnen we de conflicten die daaruit volgen niet op een puur rationele manier beslechten. Toch moeten we daar met elkaar uit zien te komen. De vraag is: hoe? Ik vind het agressief en polariserend om te roepen: “Die onzin moeten we gewoon uitroeien!” Dat is niet de manier die ik in een open samen­leving wil zien. Met de verhalen in dit boek willen we andere, betere manieren zoeken.’

Post-truth

‘Waarom voelen wij ons zo bedreigd door het idee dat er verschillende waarheden naast elkaar kunnen bestaan? Onze reactie op complotdenkers lijkt op die van militante atheïsten op gelovigen, zoals die van de Engelse filosoof Richard Dawkins. Terwijl je ook op een tolerantere manier met mensen kunt omgaan die de wereld anders bekijken. Met corona is daar extra druk op gekomen; de alternatieve waarheid wordt bestempeld als “gevaarlijk”. Terwijl er veel vragen zijn over het virus en de maatregelen, vragen die het belang van een open debat zichtbaar maken. Hoe gevaarlijk is dit virus? Hoe effectief zijn de maatregelen? Wie worden het meest benadeeld door de maatregelen, en hoe wegen we dat af tegen de voordelen die ze opleveren? Vaak zeggen mensen: ik luister naar de wetenschap, en daarmee is de kous af. Maar de wetenschap kan ons nooit dicteren welke politieke keuzes we moeten maken.

Sommigen waarschuwen dat het hek van de dam is als we het idee van één waarheid loslaten: de waarheid zou er dan niet meer toe doen, de post-truth-samenleving zou zijn aangebroken. Alsof we vroeger een wereld hadden die werd geregeerd door objectieve feiten, die nu steeds meer in de greep raakt van emoties en ideologie. Dat is simpelweg historisch onjuist; we hebben een preciezere diagnose nodig.

Wat er nu gebeurt is dat allerlei “gewone” mensen de officiële waarheid niet meer vertrouwen. Alle waarheidszoekers die we spraken hebben die weg afgelegd, maar de redenen waardoor ze dat vertrouwen kwijtraakten zijn verschillend. Zo verloor presentatrice Sanae Orchi het vertrouwen in de media omdat ze de berichtgeving niet objectief, rechtvaardig en sociaal vond, en erin geen aansluiting meer vond bij haar eigen waarden. Dat is een totaal andere weg dan plotseling een andere waarheid op internet ontdekken.

In plaats van te onderzoeken waarom mensen hun vertrouwen kwijt zijn, proberen we de feiten veilig te stellen met een heilig beroep op objectieve wetenschap. Terwijl feiten het product zijn van specifieke methoden en keuzes. Alledaagse feiten die we krijgen over werkloosheid, criminaliteit of klimaatopwarming zijn niet direct zichtbaar en intuïtief invoelbaar. Wij hebben meetmethodes nodig om ze zichtbaar te maken, en in die metingen worden allerlei keuzes gemaakt: wat telt mee, op welke manier en waarom? Die keuzes zijn niet alleen methodisch, maar ook politiek en sociaal. Dat maakt feiten niet minder waar, maar wel mensenwerk.

We moeten die keuzes beter zichtbaar maken en ter discussie kunnen stellen. We deinzen daarvoor terug, omdat we dan zouden belanden in een moeras van relativisme, waarin alle opvattingen aan elkaar gelijk zijn. Ik denk dat juist het tegenovergestelde het geval is. Laat zien dat sommige feiten beter in elkaar steken, omdat ze op betrouwbaarder onderzoek zijn gebaseerd. Laat zien door hoeveel mensen ze bestendigd worden en op allerlei manieren robuuster zijn dan de “alternatieve” feiten van bijvoorbeeld Trump of Viruswaarheid. Dat heeft aanzienlijk meer overtuigingskracht dan zeggen: dit is de enige waarheid.

Het zou dus goed zijn als er meer maatschappelijke discussie is over de feiten. Kijk bijvoorbeeld naar iets schijnbaar objectiefs als het aantal officiële coronadoden. Hoe meten we dat aantal? Zijn dat mensen die aan corona gestorven zijn of mensen die met corona gestorven zijn? Is een positieve coronatest daarbij voldoende of moet er een doodsoorzaak vastgesteld worden? Wie doet deze rapportage en zitten daar beloningsstructuren aan vast? Dat zijn belangrijke vragen over de constructie van feiten, want ze hebben grote consequenties. Maar er bestaat weinig politieke discussie over; mensen die deze vragen stellen worden algauw weggezet als “coronaontkenners”.’

‘De wereld hangt aan elkaar van toeval, ongerijmdheden en onzekerheden’

Vloeibaar wereldbeeld

‘Mensen hebben de behoefte om meer betrokken te zijn bij de constructie van feiten en bij de wetenschap. Die behoefte komt in de verhalen van de waarheids­zoekers duidelijk naar voren. Wij leven in een maatschappij die steeds technocratischer wordt en waarin we ons verlaten op experts. Die experts hebben wij hard nodig, maar in een democratie wil je daar ook publieke controle op kunnen uitoefenen, en de burger moet de experts kunnen vertrouwen. Wetenschap wordt nu te veel gepresenteerd als een black box, iets waar de leek niet bij kan. Natuurlijk moeten we wetenschappers serieus nemen en waarderen, maar dat betekent niet dat er geen discussie over hun opvattingen mag bestaan.

Ik ben voorstander van het idee om burgerkennisplatforms te organiseren die kwesties onderzoeken waarover onenigheid bestaat in de maatschappij. Zijn er bijvoorbeeld twijfels over de modellen van het RIVM? Het zou fantastisch zijn als die modellen dan worden onderzocht binnen zo’n platform, waarbij burgers zelf de experts kunnen kiezen die dat gaan doen. De burger hoeft zo geen kennis van de modellen te hebben, maar krijgt wel inspraak en er ontstaat geen monopolie op de waarheid.

In onze complexe informatiesamenleving is het onvermijdelijk om verschillende geluiden te horen. We moeten niet proberen mensen hiervan af te schermen; het is juist belangrijk om te leren hoe met die complexiteit om te gaan. We investeren bijvoorbeeld veel in mediawijsheid, maar de voornaamste boodschap daarbij is: check de bronnen, en als het een officiële bron is, dan is het goed. Terwijl je ook kunt inzetten op de kennis van verschillende overtuigingsstrategieën en retoriek, zodat mensen beter herkennen wanneer anderen hen proberen te manipuleren met een bepaalde argumentatie­structuur. Zo maak je mensen minder gevoelig voor demagogen.

Wat je nu ziet, is dat we in reactie op complotdenken ons wereldbeeld proberen te stabiliseren. Maar ik denk dat het wenselijker is om mensen in staat te stellen hun identiteit en wereldbeeld vloeibaarder te maken, zodat ze kunnen groeien en leren van ontmoetingen met andersdenkenden. Tegenwoordig hebben we diversiteit en inclusiviteit hoog in het vaandel, maar niet als het de waarheid betreft. Met dit boek willen wij laten zien: de waarheid is heel divers en we leven in een wereld waarin verschillende waarheden bestaan. Daarom luidt de titel The Truth Is Out There; je kunt dat opvatten als oproep om naar de échte waarheid te zoeken, maar ook als het idee dat de waarheid op straat ligt en je die op verschillende manieren bij elkaar kunt rapen.’

Jaron Harambam
(1983) is socioloog. In 2017 promoveerde hij cum laude op zijn proefschrift over complotdenken. Hij ontving bovendien de prijs voor ‘Beste proefschrift 2017-19’ van de Nederlandse Vereniging voor Sociologie (NSV). Afgelopen juli verscheen zijn eerste boek: The Truth Is Out There. Op dit moment is hij verbonden aan de KU Leuven waar hij onderzoek doet naar complottheorieën, kunstmatige intelligentie en (sociale) media.

The Truth Is Out There
Jaron Harambam, Marije Kuiper en Roel Vaessen | Volt | 320 blz. | € 24,99